Veel mensen zijn bang voor de
invloed van het Engels op het Nederlands. Een van de manieren waarop die angst
zich uit is door leenwoorden aan te vallen. Hele woordenlijsten
worden aangelegd om te kijken welke ‘foute’ woorden we allemaal wel niet
gebruiken en vaak hilarische vervangingen, zoals ‘wiegenwacht’ in plaats van
‘babysitter’. Op zich is er natuurlijk niets op tegen, dat opkomen voor je
eigen taal. Maar zeggen dat je een woord niet moet gebruiken, dat helpt niet
echt: zo werkt taal niet. Taal is namelijk net een iPhone: nieuw is beter.
Eerst nog even iets over
leenwoorden. Die komen in verschillende shapes and sizes: soms gebruiken we een
woord dat origineel uit een andere taal komt, omdat het om iets nieuws gaat
waar wij geen woord voor hebben (zoals jazz, of computer). Vaak echter, en dat
is waar sommige mensen zo op tegen zijn, gaat het om woorden waar wij al een
prima woord voor hebben. Tegenwoordig zeggen sommige mensen bijvoorbeeld dat
iets awesome is, en niet meer dat iets cool is. Ik bedoel gaaf, of leuk.
Maarrrr dat gebeurt al HEUL lang: kijk maar eens naar ‘tevreden’ en ‘content’; dat
betekent ook precies hetzelfde. Vinden we dat nu nog irritant? Neuh.
Een vergelijkbaar gebied van
ergernis bevindt zich in de hoek van de zogenaamde hippe beroepen. In sommige
beroepsgroepen lijkt het populair om Engelse titulatuur te gebruiken: dit
resulteert in benamingen als human
resource manager, headhunter en salesmanager.
Ook in reclames zien we tegenwoordig vaak het woords sales in plaats van uitverkoop.
De grote vraag is natuurlijk: waarom gebruiken we die woorden? Er is
vaak dus een Nederlands alternatief voorhanden en toch kiezen we voor het
Engelse woord. Er kunnen allerlei redenen zijn, maar volgens mij gebruiken we
die woorden vaak simpelweg omdat het mode
is. Mode bepaalt heel veel van wat we doen. Sommige mensen kopen graag de
nieuwst iPhone, zeg nummer 5. Waarom? Omdat die zo revolutionair beter is dan
4? Natuurlijk niet. Het is mode, het is pochen dat je het nieuwste hebt, het
gaat om laten zien dat je voorop loopt. Nieuw is beter.
Met taal gebeurt iets
vergelijkbaars. Mensen gebruiken bepaalde woorden omdat het ze hip maakt. Ze
laten zien dat ze voorop lopen. Neem nou veel internetwoorden: YOLO betekent precies
hetzelfde als carpe diem. Maar dat
gebruiken rappers niet: carpe diem is
niet hip. Nieuw is beter. Hetzelfde gaat op voor leenwoorden: human resource manager in plaats van
medewerker personeelszaken is nieuw, en dus hip. Het laat zien dat je meedoet,
dat je op de hoogte bent.
Daarnaast is het zo dat je
laat zien dat je tot een bepaalde groep behoort, of dat je juist niet bij een
bepaalde groep hoort. Neem nou GeenStijl:
superafwijkend taalgebruik, nieuwe woorden en spelling. Het effect? Distantie.
Iedereen ziet dat ze anders zijn. En mensen volgen dat taalgebruik: ‘als ik het
woord reaguurder gebruik, herkennen
bepaalde mensen daardoor dat ik een GeenStijler ben’. Met alle gevolgen van
dien.
Wij trekken allerlei
conclusies over taalgebruik: waar je vandaan komt, wat je opleidingsniveau is.
Heel veel talige dingen die wij ergerlijk vinden, zijn vaak niet zozeer talig,
maar vooral een teken van sociale dimensies: ‘hun hebben’ bijvoorbeeld is zo
gestigmatiseerd omdat het (blijkbaar) connotaties heeft met de lagere klassen.
Mensen die zich ergeren aan bepaald taalgebruik zeggen daarmee dus ook iets
over zichzelf, en niet per se over taal. Ze laten zien dat ze bepaalde normen
en waarden hebben, die we associëren met ouder Nederlands taalgebruik.
Kortom, omdat iedereen taal
gebruikt als sociale ID-kaart, zijn mensen niet zo snel geneigd om dat zo 1-2-3
te veranderen. Vind ik dus dat we allemaal Engels moeten gaan spreken?
Natuurlijk niet. De Nederlandse taal is me veels te lief. Maar er zijn betere
en vooral constructievere manieren dan lijsten met ‘foute’ woorden publiceren.
Adopteer bijvoorbeeld eens een woord! Of lees eens een boek van Louis Couperus,
die wist pas wat mooi Nederlands was!
Ik werkte bij Berenschot dat zichzelf afficheerde als heel Nederlands. Toch gebruikten we veel Engels, bijv. namen van afdelingen waren: Business management en Public Management. Buitenstaanders kritiseerden dat wel, zeggend: jullie willen toch zo graag Nederlands zijn? En dan zeiden we: Ja, dat doen we, we zijn er voor Nederlandse bedrijven en dus gebruiken we Engels.
BeantwoordenVerwijderen