donderdag 13 februari 2014

Akademisch taalnieuws februari

Lekker weg in eigen land: waarom niet naar iets taalkundigs? Genoeg te doen in februari! 


Op 17 februari geeft de Groningse hoogleraar Carel Jansen een lezing getiteld: “Schrijf ik wel op B1-niveau?”. In de lezing gaat hij onder andere in op de vraag hoe tekstbegrijpelijkheid wordt gemeten, of de hard-opmethode werkt, en bespreekt hij het bekende CCC-model van Jan Renkema. De lezing vindt plaats in het Lipsius-gebouw in Leiden, van 16.15 tot 17.15 met aansluitend een borrel.

Van 14 tot 16 februari vindt in Leiden de 42e North American Conference on Afroasiatic Languages plaats (waarom ze dat niet in Noord-Amerika doen weet Milfje niet). Het thema van de conferentie is classificatie. Het voorlopige programma is hier te vinden, meer info over de conferentie hier.

Martine Bruil zal op 20 februari promoveren op onderzoek dat ze deed naar Ecuadoriaans Siona. Ze onderzocht op welke manier gebruikers in die taal omgaan met clause-typing, oftewel de ordening van de zin (zoals bijvoorbeeld declaratief, imperatief, interrogatief). Ook keek ze naar evidentialiteit, oftewel de graad van zekerheid waarmee mensen kennis presenteren: in het Nederlands is dat optioneel om uit te drukken, in veel andere talen is het verplicht.


Op 28 februari promoveert Kiki Kushartanti aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar de verwerving van stylistische variatie bij Indonesische kinderen. Om onderdeel te zijn van een taalgemeenschap moet je namelijk meer weten dan alleen de grammaticale regels: je moet ook de sociale taalnormen kennen en beheersen. Van de website: Over een tijdspanne van zes maanden bestudeerde zij de factoren die van invloed zijn op het gebruik van de twee variëteiten. Aan de hand van spraak, verzameld in formele en informele interviewsettings, keek de promovenda naar hun vermogen om van stijl te veranderen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten