maandag 17 november 2014

Het anglicisme van het Jaar 2014: De Jury

Het kan u nauwelijks ontgaan zijn - Milfje organiseert de tweede editie van de Anglicisme van het Jaar verkiezing. Dat doet zij niet alleen! Aan haar zijde staan drie onovertroffen juryleden, die allemaal om hun eigen reden het anglicisme een warm hart toedragen. Lees hieronder hoe professor Nicoline van der Sijs, professor Marc van Oostendorp, en namenexpert Maarten van der Meer (die vorig jaar het winnende anglicisme nomineerde) denken over anglicismen. Degene die dit jaar het winnende anglicisme nomineert, wint een boekenpakket bestaande uit boeken geschreven door deze drie taalkenners.




Vreest niet! Het Nederlands gaat niet kapot
Marc van Oostendorp - Hoogleraar fonologische microvariatie, columnist, taalblogger. O.a. bekend van het boek 'Heb je nou je zin?'

Het leven is te kort om je druk en boos en verdrietig te maken over dingen die niet erg zijn en waar je ook niks aan kunt doen. Je kunt daarom maar beter vieren wat er jouw kant op komt.

Taal is als instrument van de menselijke communicatie zo sterk, die kán eenvoudigweg niet kapot. En ook individuele talen gaan van een leenwoord meer of minder ook niet ten onder. Er zijn natuurlijk heel nare mensen die af en toe een raar Engels leenwoord gebruiken, maar die mensen hoor je ook liever geen Nederlands woord gebruiken.

Er is geen rationele reden om bang te zijn voor een anglicisme meer of minder. En dus kunnen we beter vieren wat we hebben: woorden, almaar nieuwe woorden die ons kunnen helpen de zaken nog net wat preciezer kunnen uitdrukken wat we bedoelen. 


Leve het leenwoord! Leve het anglicisme!
Nicoline van der Sijs - Hoogleraar historische taalkunde, expert op het gebied van taalverandering en taalcontact, m.n. leenwoorden. Bekend van o.a. de 'Dialectatlas van het Nederlands'. 

Wat een mooi initiatief van Milfje Meulskens: de verkiezing van het anglicisme van het jaar. Er kunnen mij niet genoeg leenwoorden, uit het Engels of uit andere talen, binnenkomen. Ze leveren synoniemen, betekenisnuances, status en jargon - wie kan daarbuiten? Natuurlijk, sommige leenwoorden zijn in de praktijk minder bruikbaar dan andere. Ze passen bijvoorbeeld niet goed in het Nederlandse klanksysteem, of ze botsen met de Nederlandse werkwoordvervoeging. Geen enkel probleem voor de Nederlandse taal: het zelfreinigende vermogen treedt onmiddellijk in werking en de leenwoorden verdwijnen weer. Waardoor er weer meer ruimte ontstaat voor nieuwe leenwoorden... Heerlijk, de dynamiek die leenwoorden in het Nederlands brengen!

Het grootste voordeel van Engelse leenwoorden is dat alle andere talen ze óók overnemen. Dat maakt het steeds makkelijker mensen uit andere landen te verstaan of kranten in andere talen te lezen. Heel veel woorden in andere talen - ook in talen die niet verwant zijn aan het Nederlands - zijn direct herkenbaar. Dat komt niet alleen door de moderne Engelse leenwoorden, maar ook door Duitse, Franse en Latijnse leenwoorden die in eerdere leenwoordgolven over Europa zijn gespoeld, en van daaruit andere continenten hebben bereikt. Er bestaat inmiddels een rijke internationale woordenschat, die heel bevorderlijk is voor de wereldwijde onderlinge verstaanbaarheid en communicatie.

Sommige hypochonders menen dat binnenkort het Engels het Nederlands als taal van de Lage Landen zal verdringen. Maar daarvoor bestaat een remedie: als we zoveel mogelijk Engelse leenwoorden opnemen binnen het Nederlands, behouden we onze eigen Nederlandse taal met zijn mooie klanken en bijzondere grammatica, en zijn we toch vrij gemakkelijk verstaanbaar voor de buitenwereld. Eigenlijk moeten we ons dus niet beperken tot de verkiezing van één anglicisme van het jaar, maar zouden we een actiegroep moeten oprichten voor de import van zoveel mogelijk Engelse leenwoorden. Wie neemt het initiatief?



Verontrustend
Maarten van der Meer - namenexpert, de man achter vernoeming.nl, bekend van het onlangs verschenen 'Wie noemt zijn kind nou Chardonnay?'

Een losgebroken gorilla die havoc wreakt in de zoo waar ik laatst nog met de family een dagje heb doorgebracht omdat we voor gratis naar binnen mochten? Van mij mag het allemaal.
Anglicismen (en andere barbarismen) verrijken de taal. Vaak vullen ze een gat in onze woordenschat op. Vaak ook niet, maar ook een ogenschijnlijk overbodig anglicisme heeft toch altijd een net iets andere betekenis of gevoelswaarde dan zijn zogenaamde Nederlandse synoniem. Een smile op je face is schamperder dan een lach op je gezicht, as we speak urgenter dan op dit moment en een baby in een onesie vlotter dan een oubollige zuigeling in een hansopje.

Toch is er één anglicisme waar ik me rot aan erger. Het is niet consequent, het is niet rationeel, maar ik kan er niets aan doen. Bij dit woord lopen de rillingen me over de rug. Ik heb het over Reich. Als in: het Duitse Reich, het Derde Reich. Wat is er mis met Rijk?

Wacht eens even, denk je nu misschien. Hoe is Reich een anglicisme? Natuurlijk: Reich is een Dúíts woord, maar als het in het Nederlands opduikt is dat bijna altijd in teksten die uit het Engels zijn vertaald. Die taal heeft, overigens net als het de Romaanse talen, zelf geen woord voor Reich en gebruikt daarom de Duitse term. Het Nederlands heeft dat niet nodig. Wij hebben Rijk. Als je in een Nederlandstalige tekst Reich gebruikt breng je een mankement van het Engels over op het Nederlands. Geen verrijking, maar verarming. En dat is, om de Nederlandse vertaling van een roman van Beth Harbison te quoten, ‘niet alleen op zo veel verschillende niveaus weerzinwekkend, maar ook nog eens enorm verontrustend’.

22 opmerkingen:

  1. Ik begrijp de onverschilligheid waarmee taalkundigen en aanverwanten de invloed van het Engels op het Nederlands benaderen niet. Biologen zetten zich massaal in voor het behoud van bedreigde diersoorten en ecosystemen, taalkundigen juichen analoge processen in hun eigen vakgebied toe! En o wee als je weerwoord geeft: dan vragen ze je of je misschien zonder Engelse leenwoorden wilt leven. Ze willen je graag wijzen op de buitenlandse invloed in je eigen taalgebruik. Een regelrechte reductio ad absurdum: dat ik de invloed van het Engels wil indammen, wil toch niet zeggen dat ik tegen alle taalcontact ben!

    Anglicismen zijn een regelrechte aanval op ons idioom, omdat gebruikers, anders dan bij Engelse woorden, vaak niet of nauwelijks door hebben dan ze uit het Engels komen. Dat is helemaal geen verrijking! Zo zal ooit het woord 'afvallen' verdwijnen omdat iedereen 'gewicht verliezen' zegt, en ik heb al meer dan één persoon over 'beide X en Y' horen spreken - kenden de combinatie 'zowel ... als' blijkbaar niet. En 'de lelijkste auto aller tijden' is tegenwoordig 'de lelijkste auto ever'... hoeveel minder krachtig?

    Vooral hoogopgeleide mensen lezen te veel Engels en te weinig Nederlands. Ze verleren de hoge registers van hun moedertaal, en vervolgens roepen ze dat het Engels een zoveel rijkere taal is. Ja, logisch, als je de corresponderende Nederlandse woorden en uitdrukkingen niet leert!

    Bovendien: je hoort ook roepen dat het Engels zo'n grote woordenschat heeft. Maar dat het Nederlands voor het nekhaarleenwoord 'awkward' zeker vijf verschillende nuances kent: onbeholpen, stuntelig, ongemakkelijk, onhandig, pijnlijk, ... - dat is dan ineens weer armoede van het Nederlands dat geen adequate vertaling heeft. Anglicismegebruikers meten dus met twee maten, om maar zo goed mogelijk aan te tonen hoe superieur het Engels wel niet is. Dat heeft niets te maken met verrijking, dat is een teken van culturele overheersing.

    En het allerergste: als je dit soort dingen schrijft, is meestal de eerste reactie: 'Nationalist... zeker eentje van Wilders, of lid van Voorpost.' Omdat ik het voor mijn moedertaal opneem!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De "onverschilligheid" komt voort uit het feit dat onderzoek heeft uitgewezen dat 1 de invloed van andere talen op het gebied van vocabulaire geen bedreiging is voor onze taal 2 de invloed van het Engels nog steeds veel minder is dan de invloed van het Frans, Duits, of Latijn is geweest. Zie deze link.
    https://onzetaal.nl/uploads/editor/leenwoordtelling.pdf

    Daarna volgen een aantal dingen, die wij helemaal niet zeggen. Wij zeggen helemaal niet dat Engels een grotere woordenschat heeft, dat heeft hier niet mee te maken. Hoogopgeleide mensen lezen meer Engels dan Nederlands? Waar is je bewijs? Niet zomaar wat roepen he!
    Tenslotte zeg je nog, dat wat vinden dat jij er een van Wilders bent. Zeggen wij dit? Nee. Bovendien suggereer je dat wij niet van onze moedertaal houden. Dat doen we wel. We houden niet van mensen die maar wat roepen, over iets waar ze weinig van af weten. Lees eens een boek! Lees bijvoorbeeld het Groot Leenwoordenboek, van Nicoline van der Sijs, of Verandering en Verloedering, van Bennis, Cornips en Van Oostendorp. Dan zul je zien dat het allemaal wel meevalt. Kijk, het is ook nog gratis!
    http://www.vanoostendorp.nl/pdf/vev.pdf
    http://depot.knaw.nl/12092/

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb het niet enkel over jullie, ik schrijf ook over ervaringen met anderen. Moet ik dat nog uitleggen?

      Verder kan ik aantonen dat hoogopgeleiden meer Engels lezen dan ooit. Dat begint al bij de vakliteratuur op (steeds meer Engelstalige) universiteiten. Het is toch niet uit de lucht gegrepen dat het Nederlands zo zijn hogere registers kwijtraakt, als het niet meer voor de wetenschap kan worden gebruikt?

      En valt het allemaal wel mee? En valt het allemaal wel mee? Sta jij te trappelen van geluk omdat het woord 'afvallen' en de combinatie 'zowel X als Y' onder druk staan, ja of nee?

      Tot slot: geen bedreiging? De alomtegenwoordige invloed van het Engels heeft, naast de stortvloed aan leenwoorden en vreemd idioom, ook tot gevolg dat mensen hun kinderen in het Engels gaan opvoeden. Het zijn er niet veel, maar ik ken ze wel! Dat is het begin van het einde. Het Nederlands zal op deze manier binnen enkele decennia de kant van de dialecten op gaan, om precies dezelfde reden: gebrek aan prestige. Weinig mensen geloofden in 1900 dat het Nedersaksisch ooit zou verdwijnen - kijk nu maar eens!

      Verwijderen
    2. Beste musiqolog,

      Hoogopgeleiden lezen veel Engels nu, maar dat wil niet zeggen dat ze hun Nederlands (of het hoge register daarvan) verliezen. Mensen kunnen meer dan 1 taal goed beheersen. Er is geen enkel bewijs dat hoogopgeleiden tegenwoordig slechter Nederlands spreken of schrijven dan vroeger, voor de Engelse invloed. Ruim honderd jaar geleden was Frans de prestigetaal (hee prestige, een leenwoord) en lazen en spraken veel hoogopgeleiden dat heel veel. Het heeft het Nederlands niet geschaad.

      Taalwetenschappers staan niet te trappelen van geluk, noch van ongeluk bij bepaalde ontwikkelingen - ze observeren wat er gebeurt en proberen te begrijpen wat er gebeurt. Persoonlijk vind ik het soms jammer wanneer een mooi woord verdwijnt, maar ik vind het tegelijk prachtig om te zien hoe dynamisch taal is. Woorden en constructies worden opgenomen, veranderen, verdwijnen weer - de taal blijft sterk door die continuë evolutie.

      Een taal verdwijnt inderdaad als kinderen de taal niet meer leren. Als alle ouders (of een groot deel ervan) hun kinderen opvoeden in het Engels, is dat inderdaad een bedreiging. Maar waar we het hier over hebben zijn leenwoorden: woorden (en constructies) die in de Nederlandse grammatica en uitspraak ingepast worden. Ze burgeren in, ze worden Nederlands. Mensen die veel anglicismen gebruiken spreken dus nog steeds Nederlands, vandaar dat een Engels persoon ze ook niet kan verstaan. Nederlandse kinderen leren dus ook Nederlands. Ik denk dat je angst dat iedereen binnenkort z'n kinderen helemaal Engels op gaat voeden, ongegrond is. Waarom zouden ze?

      En dan nog, al zou Engels bijvoorbeeld op alle basisscholen de voertaal worden (quod voorlopig non), zouden we ook heel goed naar een situatie van diglossia kunnen gaan, waarbij Nederlands de thuistaal is en Engels de taal op school en in formele situaties. Zo'n situatie bestaat al lange tijd in de Arabische wereld, en in vele andere gebieden. Ook in zo'n situatie is de thuistaal, het Nederlands, niet in gevaar - de twee talen bestaan stabiel gelijktijdig.

      Hartelijke groet, Milfje

      Verwijderen
  3. Toch enkele bedenkingen: dat het Frans onze taal niet fundamenteel heeft geschaad toen het de dominante taal in Europa was, heeft er alles mee te maken dat het gebruik, en dus ook de invloed ervan beperkt bleef tot de elite: het gros der taalgebruikers in de lage landen had van Frans eenvoudig geen benul. Het Engels daarentegen doet vandaag via de massamedia zijn invloed gelden over alle geledingen van de maatschappij.
    Verder is het een waanidee, dat vaak voortkomt uit een hang naar interessanterigheid, te denken dat men met een Engels leenwoord subtielere nuances kan aangeven dan met het Nederlandse synoniem: een smile is schamperder dan een lach, omdat het geen lach maar een glimlach is.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dit misverstand komt steeds terug. We zeggen niet dat Engelse woorden per definitie subtielere betekenisnuances hebben. We zeggen dat Engelse woorden in het Nederlands een betekenisnuance ofwel een connotatie hebben die het Nederlandse equivalent niet heeft, en dat ze daarom vaak de voorkeur krijgen van taalgebruikers. Bijvoorbeeld outfit en uitmonstering - het eerste klinkt hipper dan het tweede. Net zoals bij fiets en rijwiel het eerste hipper klinkt.

      Verwijderen
    2. Ik wéét heus wel dat jullie niet zeggen dat Engelse woorden an sich geen subtielere betekenisnuances hebben, maar dat er enkel bij hun gebruik in het Nederlands subjectief nuances aan worden toegedicht die ze - puur denotatief - helemaal niet hebben. Kortom: je zegt niet 'kids' in plaats van 'kinderen' omdat je daarmee iets extra te kennen geeft over je kroost, maar wel omdat je daarmee iets extra wil te kennen geven over jezelf (namelijk dat je bij de categorie van o zo hippe kidszeggers hoort - terwijl je eigenlijk enkel te kennen geeft dat je het taalgebruik van lifestylebladen napraat, maar dit terzijde)

      Verwijderen
    3. Dat is dus hetzelfde pincipe als dat mensen een iPhone kopen in plaats van een minder hip merk, of merkkleding i.p.v. iets goedkopers. Het gaat om imago. Dat is de sociale realiteit. Je kunt het irritant vinden dat mensen dat doen. Maar om nou de iPhone, de merkkleding of in dit geval de anglicismen erom te gaan hekelen, dat is zinloos. Laat die hipsters lekker, de taal wordt er niet slechter van.

      Verwijderen
    4. Maar er is ook geen reden om aan te nemen dat ze er beter van wordt: ze evolueert gewoon maar. Dat taal evolueert is niet goed of slecht, maar wel normaal en onvermijdelijk (net zoals je niet kan zeggen of het nu goed of slecht was dat de dinosaurussen zijn uitgestorven om plaats te maken voor andere dieren). Alleen, maar ik ben vast een romanticus, vind ik het een kwalijke zaak dat het tegenwoordig vooral de marketingjongens en lifestylebladen lijken te zijn die vorm en richting geven aan deze evolutie, in plaats van dichters of filosofen...
      Maar ook dat zegt veel over onze samenleving natuurlijk!

      Verwijderen
  4. Historisch gezien is het sowieso klinkklare onzin te denken dat het Engels onze taal niet schaadt omdat het Frans dat destijds ook niet heeft gedaan: uit historische feiten kan je niet zomaar wetmatigheden afleiden - daarvoor zijn ze van te veel veranderende randfactoren afhankelijk.
    En bovendien klopt het ook niet eens, dat het Frans onze taal niet geschaad zou hebben: in Brussel - ooit een 100% Nederlandstalige stad - is door een sluipende verfransingspolitiek via onderwijs en administratie, waar het Frans de voertaal werd, het Nederlands in enkele generaties tijd nagenoeg volledig uitgestorven.
    Wat het Engels betreft zijn we met het onderwijs alvast goed bezig dezelfde richting op te gaan: wie zegt dat ook de administratie op termijn niet zal volgen, onder druk van de toenemende globalisering?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. We hebben twee situaties: een grote invloed van het Frans op het Nederlands in het verleden, en een grote invloed van het Engels op het Nederlands in het heden. Veel omstandigheden zijn gelijk, dus het vergelijken van die twee situaties is geen klinkklare onzin. Als er een verschil is in (rand-)voorwaarden is dat aanleiding om te gaan argumenteren waarom we denken dat die invloed wel of niet dezelfde gevolgen zal hebben.
      Dat het gros der taalgebruikers geen benul had van het Frans is niet waar, er was in die tijd Frans (basis-)onderwijs. Maar doordat men nu meer leest en schrijft, m.n. op internet, kan het inderdaad zijn dat meer mensen nu met Engels in contact komen dan destijds met Frans. Dat doet echter niets af aan mijn eerdere punt dat (veel) contact met een tweede taal de eerste taal niet schaadt. Hoogopgeleiden en laagopgeleiden, elite en volk, ze kunnen allemaal Engels leren en gebruiken, en daarnaast Nederlands als moedertaal goed (blijven) beheersen. Zoals de kennis van het Nederlands niet leed onder kennis van het Frans - mensen kunnen meer dan 1 taal beheersen.
      W.b. Brussel. Er was dus grote invloed van het Frans op het Nederlands in Nederland en België, en alleen in Brussel 'is het Nederlands [...] volledig uitgestorven'. Waarom is het dan in Amsterdam niet uitgestorven, in Antwerpen niet, in Suriname en de Antillen niet? Zou het niet waarschijnlijker zijn dat er in Brussel iets speciaals aan de hand is? U verwart consequent de invloed van domeinverlies (invoeren in onderwijs en administratie) met leenwoordopname. In Brussel was sprake van domeinverlies. In o.a. Nederland was sprake van taalcontact, van mensen die beide talen beheersten, en als gevolg van veel leenwoorden. Het Nederlands heeft op dit moment 24 miljoen trotse sprekers.

      Het invoeren van een taal als voertaal in administratie en politiek is iets geheel anders dan het opnemen van leenwoorden in een taal (waar deze verkiezing over gaat). Wij zeggen overal nadrukkelijk dat anglicismen een verrijking zijn voor het Nederlands en geen bedreiging. We zeggen nergens dat we het een goed idee vinden om Engels als officiële voertaal in te voeren - dat zou in potentie wel een bedreiging kunnen zijn voor het Nederlands. In potentie, want we zeiden het hierboven al: zelfs als al het onderwijs en de gehele administratie Engels zou worden, dan nog zou er heel goed een situatie van diglossia kunnen ontstaan. Zoals in Suriname al het geval is, waar Sranan en Nederlands naast elkaar bestaan.

      Verwijderen
    2. Primo: 'in die tijd' is natuurlijk een vrij vage omschrijving, maar goed, laten we aannemen dat u de 18de-19de eeuw bedoelt. Ik meen te weten dat 'in die tijd' het basisonderwijs in deze contreien in het Nederlands werd gegeven, en men pas in het voortgezet onderwijs overschakelde op het Frans. En voor het gros van de taalgebruikers was dat voortgezet onderwijs meestal niet weggelegd.
      Secundo: waar heb ik ooit beweerd dat veel taalcontact een taal zou schaden? En tertio: ik zie heus ook wel dat er een verschil is tussen leenwoordopname enerzijds, en totale dominantie anderzijds. Maar het is natuurlijk wel zo dat dominantie doorgaans leidt tot leenwoordopname (in 'die tijd' nam het Frans nauwelijks of geen Nederlandse woorden op - wat in de middeleeuwen bijvoorbeeld wel gebeurde), wat die dominantie op zich weer versterkt, dus beide fenomenen als volledig losstaand beschouwen slaat natuurlijk ook nergens op.
      Een indruk die ik wel vaker krijg, is dat taalkundigen lijken te denken dat ze taal als een op zich staand fenomeen, als in een laboratorium, kunnen bestuderen, zonder kennis van de complexe historische en maatschappelijke processen die er hun stempel op drukken. Dat er in Brussel iets speciaals aan de hand is, is wel duidelijk - dat het Nederlands in Amsterdam of Antwerpen niet is uitgestorven bewijst nou net dat je een taalhistorisch fenomeen niet zomaar uit de ene context kunt transponeren naar een andere. Het vergelijken van die verschillende situaties is natuurlijk geen klinkklare onzin, maar abstractie maken van die contextfactoren is dat natuurlijk wel.

      Verwijderen
    3. Die tijd van Franse invloed is moeilijk af te bakenen, vandaar een wat vage bewoording. 18de-19e eeuw it is. Ik zei niet dat AL het onderwijs in het Frans was, maar het was er, voor sommige mensen zelfs al op de basisschool. Ik beweer ook niet dat dat voor iedereen toegankelijk was, maar het was er meer dan men (misschien geldt het voor u niet) tegenwoordig beseft.
      Waar beweer ik dat het twee volledig losstaande fenomenen zijn? Uiteraard leidt dominantie in bepaalde domeinen tot meer leenwoorden, maar niet tot verdwijning van de niet-dominante taal.

      Taalkundigen (de meeste althans) denken absoluut niet dat taal los staat van complexe historische en maatschappelijke processen. Zie bijvoorbeeld het vakgebied sociolinguistiek, of alles wat er geschreven is en wordt over het verband tussen taalcontact, taalverandering en het type gemeenschap waar een taal gesproken wordt. Gewoon maar 1 boek dat ik in dit verband kan aanraden: Dying Words, van Nicholas Evans. Dat gaat over de sociale situatie waarin talen daadwerkelijk uitsterven, en waarom taalkundigen dat wel degelijk heel ernstig vinden.

      Verwijderen
  5. Ik zei niet dat u beide fenomenen als losstaand beschouwde, maar wel dat ik ze zelf heus niet met elkaar verwar.
    En allicht staat ook volgens taalkundigen taal niet volkomen los van andere (historische, socioculturele, geopolitieke,...) processen, alleen lijkt het er sterk op dat ze niet altijd over een even gedegen kennis van deze processen beschikken.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. "almaar nieuwe woorden die ons kunnen helpen de zaken nog net wat preciezer kunnen uitdrukken wat we bedoelen"

    Wat een wonderbaarlijke zinsdestructie. En dat is dan hoogleraar ergens in de taalkunde ? Hmmmmmmmmmm.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Je suggereert dat hoogleraars in de taalkunde nooit foutjes maken. Dat is natuurlijk niet zo. Iedereen maakt foutjes. Men wordt hoogleraar omdat men op hoog niveau onderzoek doet naar bepaalde fenomenen, niet omdat men nooit fouten maakt. Zo vertelde Ariane van Santen, ook hoogleraar te Leiden, me dat ze ook weleens een d/t-fout had gemaakt in een email.
      Ik begrijp dat het een beetje afleidt, maar probeer verder te kijken dan één zo'n foutje.

      Verwijderen
    2. "By now I know that sloppy use of language is an unmistakable symptom of inadequacy". Edsger W. Dijkstra.

      En hoogleraar worden doe je ook door te herlezen wat je geschreven hebt, te verbeteren wat er mis mee is, en opnieuw en opnieuw en opnieuw en opnieuw. VOOR je op "publish" drukt. Kom me niet vertellen dat dat hier gebeurd is.

      Verwijderen
    3. Zeker, het is slordig, maar een citaat van een wetenschapper is, hoe beroemd die wetenschapper misschien ook is, geen wetenschappelijk bewijs. Je kunt misschien een brief sturen aan de Universiteit Leiden waarom ze Marc van Oostendorp in dienst hebben, als hij blijkbaar niet geschikt is.
      En inderdaad doe je dat als hoogleraar, en ook als mens. Maar hoe kan het dan dat iedereen fouten maakt? Dat is een veel interessantere vraag. Lees bijvoorbeeld dit artikel eens, over waarom mensen dt-fouten maken! http://crr.ugent.be/papers/Sandra_et_al_2001_De_Psycholoog.pdf

      Verwijderen
    4. "Slordig" is bijlange niet sterk genoeg voor dit soort van fouten **tegen de zinsbouw**. En fouten gemaakt door veronderstelde professionals zijn altijd storender dan dezelfde fout gemaakt door een leek. Komt niet van mij maar van jullie zelf.

      En waarom mensen fouten maken moet ik jullie ongetwijfeld helemaal niet uitleggen. "Maar" 8 fouten op de grote supranationale spelling contest en je bent de beste van heel het pak. Bovenop alle gekende psychologische fenomenen zegt dat toch wel genoeg. Maar ik weiger dat te aanvaarden als een geldig excuus voor een **professional** om eclatante/flagrante fouten te begaan **tegen de zinsbouw**. Zoiets verraadt gewoon misprijzen ten aanzien van de lezers.

      Verwijderen
    5. Ten eerste vind ik dit geen "eclatante/flagrante" fout, het hulpwerkwoord is per ongeluk verdubbeld, maar ik denk dat iedereen de zin nog begrijpt.

      Dus mensen die fouten maken doen dat expres, uit "misprijzen" tegen lezers? Nee, mensen maken fouten per ongeluk. Het is, nogmaals, interessanter om je af te vragen hoe dat komt. Een van de redenen is dat we allemaal veel meer geschreven communicatie voeren, in plaats van gesproken. Dat geeft tijdsdruk, en dat levert slordigheid op. Daarnaast is er nog het idee dat veel geschreven communicatie steeds meer op gesproken taal gaat lijken, en ook daardoor sluipen er wat spreektalige foutjes in.

      Dan is er nog je opmerking: "Maar" 8 fouten op de grote supranationale spelling contest en je bent de beste van heel het pak. Bovenop alle gekende psychologische fenomenen zegt dat toch wel genoeg." Wat bedoel je daarmee? Wat zijn de "gekende psychologische fenomenen"?

      Nogmaals, fouten maken we allemaal, van professional tot amateur. Het idee dat taalkundigen nooit spellingsfouten maken is fout, en ook niet erg.

      Verwijderen
    6. Nee ik had al lang door dat de teneur van jullie discours is dat fouten maken helemaal niet erg is. Volgende keer als er ergens een brug wordt gebouwd door een ingenieur die een foutje gemaakt heeft in zijn berekeningen moeten jullie er dan maar dag in dag uit over gaan. Jullie liever dan ik.

      Verwijderen
    7. Een belachelijke vergelijking. En we zeggen niet dat fouten maken niet erg is, wat we zeggen is dat 1 iedereen weleens een foutje maakt (let op) in zijn of haar taalgebruik (dat is niet hetzelfde als een brug bouwen), en 2 dat het interessanter is om te kijken naar waarom mensen fouten maken dan alleen maar boe boe boe te roepen.
      Bovendien, door erachter te komen waarom mensen fouten maken kun je ze ook beter verhelpen in de toekomst. Want er zitten vaak patronen achter bepaalde fouten, zoals gebeurt/gebeurd. Als je dat artikel dat ik had gelinkt had gelezen, dan had je dat gelezen. Je mag het dan nog steeds afkeuren, maar je begrijpt misschien beter waar het vandaan komt.

      Nog een laatste opmerking: je gaat niet in op de vragen die ik vorige keer stelde. Dat is nogal een argumentatief zwaktebod. Wij proberen onze positie te verhelderen, jij lijkt alleen maar dingen te roepen.

      Verwijderen