woensdag 15 april 2015

De gevreesde dt-fout: waarom we het allemaal wel eens doen

Vraag mensen naar hun gênantste moment, en je zult zien dat ze vaak met dezelfde dingen aankomen: gulp open laten staan bij sollicitatiegesprek, lullige opmerking maken over iemand die opeens achter je blijkt te staan, je kent het wel. Maar niets is zo gênant als een dt-fout in je tekst. Hoe kun je zo dom zijn, denken jij en anderen. Foei, foei, foeierdefoei, die persoon moet wel heel slecht in taal zijn! En toch komen zulke fouten steeds weer voor.

Neem nou de Schrijfwijzer van Jan Renkema. Hij vertelt in de inleiding 
dat een student daar nog een dt-fout uithaalde. Toen dat boek dus al gedrukt was! De Schrijfwijzer! Door een hoogleraar geschreven! Een team van editors! Hoe kan het dat zelfs taalkundigen dit nog fout doen? En dat dit er zelfs door professionele herlezers niet wordt uitgehaald? Onderzoekers van de Uni van Antwerpen toonden aan dat het door ons brein komt. We zijn niet dom, maar slachtoffer van statistiek. 


Werkwoorden kun je verdelen in drie groepen. Ten eerste zijn er de werkwoorden waarin nooit een d aan het woordeinde te bekennen is, bijvoorbeeld 'denken'. Je hebt de 3e-persoon-tegenwoordige-tijd 'denkt', een voltooid deelwoord 'gedacht' - zelden komt iemand op het idee daar 'gedachd' te schrijven. Dan zijn er de werkwoorden waarbij je in alle vormen sowieso een 'd' gebruikt, en in de 3e-persoon-tegenwoordige-tijd een 'dt' krijgt. Denk aan 'ik beklad/zij bekladt/ik heb beklad'. Een vorm als 'beklat' bestaat niet, en wordt misschien soms wel foutief gebruikt, maar niet zo vaak.

De derde categorie bestaat uit woorden als 'gebeuren'. Bij die woorden zie je zowel vormen die op een -t eindigen (gebeurt), als vormen die op een -d eindigen (gebeurd). Beide vormen kunnen goed zijn, in de juiste context. Dat betekent dat we die beide vormen vaak zien in teksten. En onze breinen slaan die vormen dus op in de categorie prima. Beide vormen worden dus opgeslagen, en ze verschillen alleen in die ene letter. Gebeurd, verandert, verteld, belooft, verdiend, ontkent.

Juist in die derde categorie woorden maken we de meeste fouten. Dat verklaren ze aan de Uni van Antwerpen met behulp van statistiek. Voltooid deelwoorden als 'gebeurd' komen namelijk veel meer voor in onze taal dan vormen als 'gebeurt'. Ons brein kiest in dat soort gevallen de vorm die het meest voorkomt. Misschien gebeurt dat bij praten zelfs ook wel, alleen dan hoor je het niet! Pas nadat je naar frequentie hebt gekeken, gooi je je grammatical regelkennis eroverheen. Als we in een moment van afwezigheid dus even niet de regel toepassen, maar ons op onbewuste statistiek baseren, kan het zomaar gebeuren dat we 'gebeurd' in plaats van 'gebeurt' schrijven. Een heel begrijpelijke fout eigenlijk.

Wat minder begrijpelijk is, is wanneer mensen 'werdt' schrijven of iets dergelijks. Die vorm komt zeer zelden voor, alleen wanneer andere schrijvers een fout maakten. De keuze voor die vorm kan dus niet op frequentie, geheugen en statistiek gebaseerd zijn. Waarop dan wel? Hier is misschien sprake van hypercorrectie. Omdat mensen weten dat ze op dt-fouten moeten letten, gaan ze er extra op letten, want ze willen geen fouten maken. In die doldwaze paniek passen ze de regels verkeerd toe. Je krijgt dus, door al die heisa, juist méér fouten in plaats van minder. 

Zeggen wij nu: dt-fouten zijn prima? Nee. Wel zeggen we dat ze begrijpelijk zijn. Daarnaast is het dom om alleen maar te blijven roepen dat zulke fouten dom zijn. Als dat zou werken, dan zou niemand meer fouten maken. Constructief naar een betere toekomst! Beter is te begrijpen waarom ze gebeuren. Niet alleen is begrijpen vergeven, maar ook kunnen er betere en meer toegepaste onderwijsvormen worden gezocht. Maar onthoud: dt-fouten zijn in veel gevallen slechts een gevolg van de manier waarop ons brein werkt. Daarom maakt letterlijk iedereen wel eens een foutje. Ook jij, ook wij, ook Jan Renkema. We zijn in goed gezelschap!

22 opmerkingen:

  1. Is dit werkelijk de verklaring dat je tegenwoordig veelvuldig de uitgang -d ziet in de onvoltooid tegenwoordige tijd? Naar mijn idee zie je deze fouten veel vaker dan vroeger en toen werkte ons brein toch net zo?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Tsja, zien we die fout echt veel vaker? Het zou ook kunnen dat je je er meer bewust van bent geworden (het zwangerevrouwencomplex: als je zwanger bent, zie je opeens overal zwangere vrouwen. Niet omdat er daar meer van zijn gekomen, maar omdat je er meer dan voorheen bewust van bent / op let.)
      Een andere mogelijkheid is dat je die fout vaker ziet omdat we meer zijn gaan schrijven, met name informele teksten, op social media en Whatsapp e.d. waar slordigheidsfoutjes er makkelijk in sluipen.
      Of misschien is ons onderwijs achteruit gegaan en maken we die fout inderdaad meer dan vroeger. Het zou kunnen, maar onderzoek heeft dit nog nooit kunnen aantonen.

      Verwijderen
  2. Zou kunnen ja, een groter bewustzijn... Maar dan nog, maakten zgn. kwaliteitskranten als de Volkskrant en Trouw die fouten vroeger ook? Tegenwoordig in elk geval wel. Misschien heeft het ook te maken met ons hogere tempo van leven (in dit geval: nauwelijks tijd om iets terug te lezen). Maar ook dat valt natuurlijk lastig aan te tonen

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik denk dat daar wel wat in zit, van dat hogere tempo. Ik heb wel eens gehoord (maar weet niet of het waar is) dat bij (kwaliteits-)kranten erg bezuinigd is op eindredactie. Dat zou inderdaad kunnen leiden tot meer dt-fouten, ook in meer formele teksten.

      Verwijderen
    2. Ik vermoed dat hier een aanzienlijk deel van de verklaring zit, niet alleen bij kranten, ook bij sommige uitgevers van boeken is te merken dat er nauwelijks tot geen redactie meer plaatsvindt. En inderdaad de toename van informele geschreven teksten die we onder ogen krijgen, waar uiteraard helemaal geen redactie op is losgelaten.

      Dat leidt tot een zichzelf versterkend effect: ons mentale woordbeeld raakt steeds vertrouwder met de foute vormen, waardoor die nog vaker opduiken, waardoor ons mentale woordbeeld enz. enz.

      Ik merk het bij mezelf: ik heb geen enkele moeite met d's en t's wanneer ik er bewust mee bezig ben, en doe het ook zonder nadenken vrijwel altijd goed, maar af en toe betrap ik mezelf wel eens op een derde persoon enkelvoud 'bepaald' of 'gebeurd' wanneer ik iets snel heb getikt terwijl ik al wat vermoeid was, terwijl ik die fouten vroeger (d.w.z. tien, twintig, dertig jaar geleden) nooit maakte.

      Verwijderen
    3. Dat er bij kranten en uitgevers weinig tot geen eindredactie meer zou zijn, is niet helemaal waar en zeker niet waar het boeken betreft. Papieren edities van kranten worden nog steeds goed geredigeerd, maar er is geen tijd en geld voor de online publicaties. En dan vind ik het met al die fouten best meevallen. Mijn punt is dat de meeste mensen, en ook journalisten, niet meer de tijd nemen om hun teksten goed en geconcentreerd terug te lezen. En gewone schrijvers die een officiële tekst schrijven, zouden hun tekst altijd aan iemand anders moeten voorleggen. Zo'n tweede blik voorkomt een hoop foutjes en slordigheden.

      Verwijderen
    4. @Erik: Je schrijft 'ons mentale woordbeeld raakt steeds vertrouwder met de foute vormen'. Maar foute vormen zoals 'werdt', die zie je nog altijd heel weinig, zeker in kranten, daar worden we echt niet vertrouwder mee. Vormen die in de juiste context wel goed zijn, zoals gebeurd/gebeurt, daar maken we fouten mee (d.w.z. we gebruiken ze in de foute context vanwege statistiek, zoals in het stukje uitgelegd). Maar als die fouten echt in aantal toenemen, dan verandert dat ons mentale woordbeeld toch niet? Beide vormen zijn al opgeslagen in ons mentale woordbeeld als 'mogelijke vorm'.
      Weet je trouwens zeker dat je twintig, dertig jaar geleden die fouten nooit maakte? Hier kan weer dat bewustwordingseffect een rol spelen, toch? Of misschien nam/had je destijds gewoon meer tijd om je foutjes uit een tekst te halen?

      @DirkJan: Interessant, dank voor de info! Ik heb trouwens wel eens gehoord (dus weet weer niet of het waar is), dat je een tekst alleen foutloos krijgt als je 'm door 6 mensen laat controleren. Zo veel mensen zijn nodig om alle foutjes eruit te halen. Duurrr!

      Verwijderen
    5. Een beetje bezijden de portee van deze blogpost, maar de makkelijkste en goedkoopste oplossing is natuurlijk door dat hele dt-probleem te vereenvoudigen. Kan heel simpel met twee regels.

      1. Alleen stam+t als je de t ook uitspreekt (dus ook geen extra t bij stam eindigend op een d)

      2 Alle voltooid deelwoorden met een t

      Verwijderen
    6. Ja, ik bedoel ook vormen zoals 'gebeurd' en niet vormen zoals 'werdt'. Mijn indruk is dat dat ook bij niet-professionele schrijvers, bijvoorbeeld op Facebook, de fouten zijn die vooral gemaakt worden.
      Je hebt gelijk dat beide vormen in ons mentale woordbeeld zitten, dus het zal inderdaad niet de enige verklaring zijn. Al zal het misschien wel verklaren waarom fouten met dergelijke woorden minder snel worden opgemerkt bij het nakijken van een tekst.

      Wat betreft mijn indruk over m'n eigen spelling twintig, dertig jaar geleden: dertig jaar geleden zat ik nog op school, als ik toen zulke fouten zou hebben gemaakt, waren ze er toch tenminste bij het vak Nederlands wel uitgehaald door de leraar. Twintig jaar geleden spelde ik vrij bewust, omdat ik twee spellingen hanteerde, de Groene waar dat verplicht was, en een betere waar ik die vrijheid had. Tegenwoordig spel ik nog steeds alleen Groen waar verplicht, een enkele keer ook heel bewust in een erg verzorgde andere spelling, maar meestal toch in een spelling die daartussenin hangt. Zou dus inderdaad kunnen dat ik nu wat minder goed mijn teksten nakijk, al moet ik zeggen dat nou net de d/t/dt in de werkwoordsvervoeging iets is waar ik niet tussen verschillende systemen hoef te schipperen.

      Verwijderen
    7. DirkJan: Voor wat betreft kranten is mijn oordeel gestoeld op hun online-berichtgeving, ik wil zo van je aannemen dat de papieren versies beter geredigeerd worden. Voor wat betreft uitgevers van boeken: daar zit nogal wat verschil tussen, zelfs binnen dezelfde uitgeverij. Het gebrek aan fatsoenlijke redactie daar merk ik eigenlijk meer in taalgebruik dan in spelling, maar vooral bij non-fictie en bij vertalingen is het bij sommige uitgeverijen toch wel zo bont, dat het me erg zou verbazen als daar nog wel een redacteur met de tekst was bezig geweest.

      Verwijderen
  3. blijft interessant waarom we tussen alle problemen van de wereld toch altijd weer op schrijven met d en t of dt terugkomen.
    Wat mijzelf betreft moet ik toegeven dat dat is omdat 't iets is dat je kunt begrijpen en toepassen in tegenstelling tot menig spelling regel die je moet weten en niet kunt afleiden.
    overigens als inderdaad de fouten er vaker in zitten dan in het verleden zou dat kunnen komen omdat een spellingschecker (is dit bijvoorbeeld goed geschreven??) er vaak niet op trigger ...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Laat ik nou net vandaag iets met dt geyoutubed hebben.
    https://m.youtube.com/watch?feature=em-upload_owner&v=T9A2mikTzmo

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Een deel van het probleem wordt natuurlijk ook veroorzaakt door het feit dat we in het Nederlands (net als in het Duits, maar in tegenstelling tot bijv. het Engels) de "d"aan het eind van een woord als een "t"uitspreken. Ik vraag me af of er in een ver verleden wél een onderscheid in uitspraak is geweest, met de gevolgen waarvan we nu nog steeds lastiggevallen worden...

    Wilfred

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Opvallend hierbij is dat dit hoofdzakelijk een probleem voor Nederlanders is, Vlamingen met een beetje niveau hebben daar niet het minste probleem mee.
      De oorzaak lijkt me de spreektaal te zijn. Nederlanders zijn veel spreekvaardiger dan Vlamingen en hebben hierdoor minder oog voor de geschreven taal, bij Vlamingen is dit net andersom.

      Verwijderen
  6. Ook aan de rand van de discussie, maar wel aanhakend op de opmerkingen over de eindredactie: wat maakt het zo moeilijk om automatische woordafbreking te realiseren. Ik gebruik zelf LaTeX (omdat ik in een wiskundige omgeving zit), en met Babel (dat je aan kunt sluiten) zijn ze altijd correct (laten we zeggen een fout op honderd documenten).

    Wat die dt-kwestie betreft: hier is sprake van een sluitende regel, maar waarom gaan zoveel andere woorden fout, en waarom is het minder genant om bijvoorbeeld lineaal te schrijven, of gezamelijk, of tesamen? Daar is ook maar een gedaante die correct is, en die je ook veel vaker zou moeten zien en zo opslaan?

    Verder: groeten aan Alex. Groeten, Niek.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Beste Marc,
    Ik vermoed dat je de meervoudsvorm 'onze breinen' afkeurt. Ten eerste lijkt die vorm me prima grammaticaal Nederlands, je kunt gewoon een meervoudsvorm gebruiken in die positie in een zin (onze computers slaan gegevens op). Je zou het kunnen afkeuren als anglicisme, als het onder invloed van het Engels wordt gebruikt, maar daar lijkt me geen bewijs voor. In het Engels is er namelijk ook discussie over de vraag of het our brains/our brain is. Aannemelijker lijkt het me dat analogie een rol speelt: we zeggen "onze computers" etc. dus ook "onze breinen".
    Ten tweede, de voorbeelden die je noemt hebben ook meervoudige tegenhangers: "jullie mogen jullie jassen ophangen", "pak allemaal jullie boeken maar". Die lijken me net zo grammaticaal als hun enkelvoudige tegenhangers.
    Ten derde: waarom zou je dit afkeuren omdat het uit het Engels afkomstig is (als dat al zo is)? Als het een zin oplevert die totaal ongrammaticaal is, misschien, maar dat is hier niet het geval.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Hoezo geen 'd' aan het eind van een vorm van 'denken'?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen