dinsdag 30 mei 2017

Appels en peren: de ene uitdrukking is de andere niet

door Sterre Leufkens

Misschien wel het allerleukste stukje taalkunde is de uitdrukkingskunde. Het Nederlands bezit een schitterende schat aan spreekwoorden, gezegdes, en ander figuurlijks, van de aap die uit de mouw komt tot een zwaluw die nog geen zomer maakt. Lieten we jullie onlangs nog lekker grasduinen in een grote verzameling dialectidiomen, vandaag gaat Milfje jullie eens even bewust maken van een interessante observatie over uitdrukkingen. 

Ik zal me in dit stukje beperken tot uitdrukkingen van het type 'werkwoord met 1 deelnemer', zoals 'de boot afhouden', 'het schip ingaan', 'de pijp uitgaan' en 'het varkentje wassen'. Taalwetenschappers verbazen zich al decennia over zulke constructies: ze vinden het onbegrijpelijk dat mensen zomaar begrijpen dat de zin 'Ik zal dat varkentje wel even wassen' totaal niks nada met varkentjes te maken heeft. Normaal gesproken is de betekenis van een zin een combinatie van de betekenissen van de woorden in die zin, maar bij uitdrukkingen werkt het blijkbaar niet zo.

Des te raadselachtiger is het dat je uitdrukkingen niet zomaar in alle vormen kunt gieten die je leuk vindt. Je hoort bijvoorbeeld nooit 'Tot ons verdriet werd vorige week door oom Jan de pijp uitgegaan.' Die uitdrukking is opeens stuk als je er een passieve zin van maakt. Maar bij andere uitdrukkingen is dat niet zo: 'Dat varkentje werd door een behulpzame conducteur snel gewassen' is m.i. een prima zin, en de lijdende vorm waarin 'ie staat doet daar dus niks aan af.

Taalkundigen hebben hier diep over nagedacht, en opgemerkt dat er twee groepen uitdrukkingen lijken te zijn (credits € Nunberg en co). De ene groep bestaat uit uitdrukkingen waarin je twee onderdelen (een werkwoord en een zelfstandig naamwoord) combineert. 'Het varkentje wassen' is een voorbeeld van zo'n combinerende uitdrukking: 'het varkentje' verwijst naar een lastige klus of probleem, en 'wassen' betekent zoiets als 'oplossen'. De betekenis is dus te splitsen in twee onderdelen. Dit type uitdrukkingen kun je relatief goed veranderen en in allerlei (maar niet alle) vormen gieten, kijk maar eens:

- Het varkentje werd snel gewassen. 
- Het was een flink varkentje, maar Tjeenk Willink heeft het toch maar mooi gewassen. 

Groepje 2 betreft uitdrukkingen waarbij je geen figuurlijke betekenissen kunt toewijzen aan aparte onderdelen. Neem 'de pijp uitgaan': waarnaar verwijst de pijp? Idem dito: 'het loodje leggen'. Als gevolg van het feit dat de losse delen geen afzonderlijke betekenis hebben, zit je behoorlijk vast aan die woordvolgorde en werkwoordstijd. Dit type uitdrukkingen is relatief onveranderlijk, kijk maar:

- De pijp werd door hem uitgegaan. [meh]
- Het was een lange pijp, maar uiteindelijk ging hij er toch uit. [nee is niks]

In het onderzoek waarover ik eerder al schreef, hebben we geprobeerd het onderscheid tussen de twee groepen concreter te maken. Vaak kun je er namelijk behoorlijk over twisten in welke categorie een uitdrukking valt. Meestal beslist de onderzoeker/auteur dan gewoon (zoals ik hierboven ook mijn eigen oordelen heb gegeven), maar dat is niet zo wetenschappelijk verantwoord. Bovendien ging het in dit specifieke onderzoek om uitdrukking in dialecten, en dan kun je als niet-spreker al helemaal niet zeggen of iets een goede zin is. We hebben daarom zinnen met uitdrukkingen voorgelegd aan dialectsprekers zelf. Hun oordelen over de correctheid van die zinnen kun je allemaal vinden in deze database. Je kunt dus voor honderden idiomen opzoeken hoeveel en welke veranderingen ze toestaan (zie hier voor uitleg hoe te zoeken).

Voor mensen die niet specifiek willen zoeken, maar wel even willen kijken hoe het eruit ziet, even een bladervoorbeeldje. Hier vind je een overzicht van alle bevraagde idiomen in het Hogelandsters, een dialect uit Noord-Groningen. Bij de eerste zinnen staat er steeds 'ok' voor: alle participanten vonden die vorm van de uitdrukkingen prima. Maar als je verder bladert zijn er ook varianten waar '%' of '*' voor staat, wat betekent dat er dialectsprekers waren die een bepaalde aanpassing niet oké vonden. Als je bij die zinnen op 'Details' (aan de linkerkant) klikt, kun je zien wat de informanten van de zin dachten. Aan de taalkunde nu de schone taak om zulke verschillen nader te verklaren. 

Nou, lezers, wij gooien het bijltje er nu even bij neer, maar als jullie zelf de geest krijgen, pak dan lekker de handschoen op, en ga fijn uitdrukkingen categoriseren. Ook een leuke sport is om goede criteria te verzinnen om de grens te trekken, want zoals je in de database kunt zien is er een grijs gebied tussen de types, waar de informanten het onderling niet eens zijn. Stroop de mouwen op en gaan met die banaan!

5 opmerkingen:

  1. Bij 'de pijp uitgaan' en 'de geest krijgen' speelt ook mee dat die twee werkwoorden sowieso niet zo soepeltjes passief zijn te maken. 'De stad werd (door mij) uitgegaan' en 'het kado werd (door mij) gekregen' klinken ook belabberd. Bij 'uit gaan/uitgaan' speelt ook nog de vraag mee of 'de stad' dan wel 'de pijp' überhaupt lijdend voorwerp is.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Klopt, en dat is een argument om te zeggen dat het onderscheid tussen de groepjes eigenlijk door andere factoren veroorzaakt wordt. Taakje voor de toekomst: in de database bekijken of alle 'inflexibele' uitdrukkingen zo'n star werkwoord hebben en/of een dubieus lijdend voorwerp.

      Verwijderen
    2. Overigens zijn er zeker wel gevallen waarbij het werkwoord wel soepeltjes te passief te maken is. Het standaardvoorbeeld in het Engels is 'to kick the bucket': 'The bucket was kicked by John' is een prima zin, maar heeft niet de uitdrukkingsbetekenis die 'John kicked the bucket' wel heeft.

      Verwijderen
    3. Ik moest een keer hard gniffelen toen ik op tv een Surinamer hoorde dreigen 'Ik ga je de pijp uitmaken!', maar toen bedacht ik me: wacht eens even, Surinaams-Nederlands handhaaft nogal eens wat archaïschere taalvormen, dus is dat niet juist de oorspronkelijke versie van de uitdrukking? Niet 'hij gaat de pijp uit, maar 'hem (datief) gaat de pijp uit', dus met 'uitgaan' in de betekenis van 'doven'?

      Ik zie dat Onze Taal de herkomst in een hele andere hoek legt, dus mogelijk is mijn gedachtegang compleet speculatief, maar ik vond deze versie hoe dan ook met terugwerkende kracht prachtig.

      Verwijderen
  2. Er is zelfs een uitdrukkingstype "werkwoord met nul deelnemers" (heb het trouwens altijd fascinerend gevonden dat nul grammaticaal gesproken meer is dan één, immers een meervoud opleverend). Een bekend voorbeeld hiervan wordt geleverd door "Ga toch fietsen". Hierbij speelt de kwestie van opsplitsbaarheid ja/nee niet. Zou je het tóch onder die kwestie willen plaatsen, dan moet je het iets ingewikkelder maken: "Ga toch op de fiets zitten" (conform dak). Hoe ik hier op kwam? Door de woorden "ga fijn uitdrukkingen categoriseren". Als mensen op deze manier het woord "fijn" gebruiken, is er meestal sprake van een situatie die niet zo fijn is. Niet dat ik die intentie hier vermoedde overigens. Zo heet eet ik de soep meestal niet.

    BeantwoordenVerwijderen