Door Sterre Leufkens
Een Nederlandse carabatier(e) (ik ben vergeten welke, vergeef en help me) beweerde ooit in een sketch dat het typisch Nederlands is om bij lichamelijke inspanning (iets optillen, opstaan of juist in een diepe stoel gaan zitten) bepaalde woorden te gebruiken:
Poehpoeh! Oef! Hèhè! Nounou! Alleehop! Huppekee!
Poehpoeh! Oef! Hèhè! Nounou! Alleehop! Huppekee!
Nou lijkt mij dit zeker niet typisch Nederlands. Misschien werkt het wel net als met 'huh': dat woordje komt niet in alle talen precies hetzelfde voor, maar wel lijken alle talen een woord hebben dat die functie heeft. Kom maar door, niet-Nederlanders, met de voorbeelden. Laten wij ondertussen eens goed kijken naar de Nederlandse voorbeelden en hun functies.
De uitblaaswoorden
Allereerst zijn er een paar van deze woordjes die je bijna vanzelf maakt als je je spieren, die je even sterk aanspande, ontspant. Je blaast dan van nature uit, en daarbij ontstaat een h- of f-achtig geluid. Niet gek dus dat deze inspanningswoordjes vaak op een h of f eindigen, die je dan ook lekker kunt aanhouden. Na de verhuizing zijg je neer op de bank en daar ga je: poehhh! Oefff!
De evaluatiewoorden
Een tweede categorie bestaat uit woordjes die je in andere (niet-inspannende) contexten ook wel gebruikt, zoals hè en nou. Zulke woordjes, ook wel eens discourse markers genoemd, kun je gebruiken om iets een emotionele lading mee te geven. Zo klinkt 'ik vond het niet zo'n goede show' veel negatiever wanneer je er 'Nou,' voor zet, en klinkt 'ik moet naar school' als een emotionele verzuchting in combinatie met 'Hè,'. Wanneer je zulke woordjes gebruikt bij inspanning, geef je misschien ook een soort evaluerende emotie aan: hè, nou, dat was hard werken! Allemaal deel van de ontspanning na inspanning.
De optilwoorden
Het lekkerste voor het laatste. Tot nu toe ging het om woorden voor ná de inspanning, maar er zijn ook woorden die je (volgens mij) echt alleen kunt gebruiken vlak voor of tijdens het optillen van iets, of dat nou een verhuisdoos of je eigen lichaam is: huppekee (en varianten: hoppetee, hoppakee), alleehop, hoepla, hup, hop!
(Even tussendoor over huppekee, omdat ik het de mooiste vind - wat een ondoorgrondelijke en tegelijkertijd vrolijke parel in onze woordenschat! Volgens de etymologiebank komt het van 'Klaar is Kees', maar daar wordt o.a. door Ewoud Sanders in deze column aan getwijfeld. Het woord is de laatste jaren nogal beladen geworden door een documentaire, waarin een demente vrouw steeds als haar naar een eventuele euthanasiewens wordt gevraagd 'huppakee weg!' zegt. Zoals Sanders constateert is die woordkeus nogal wrang in deze zware context - 'huppekee' heeft een kinderlijke en grappige klank, die niet past bij de euthanasiekwestie.)
Optilwoorden dus. Net als bij de uitblaaswoorden past de vorm uitstekend bij de actie van het optillen: daarbij ga je van ontspanning naar een moment van explosieve spierkracht. Bij het aanspannen van je spieren past een klank waarbij je je spieren aanspant en de spanning even vasthoudt, oftewel: een plofklank zoals de t, de k, of de p. Hop! En dan heb je lekker nog een of twee lettergrepen om te ontspannen: hoplaaaa! Huppekeeee!
Fijn aan deze woorden is dus dat ze zo naadloos aansluiten, of beter gezegd: onderdeel zijn van wat je fysiek aan het doen bent. Het is dan ook bijna onmogelijk om ze níet te gebruiken. Let er vandaag maar eens op: als mensen iets doen waar ze spierkracht voor nodig hebben, zullen ze heel vaak een van deze woordjes gebruiken.
En nu is dit stukje af en ga ik koffie drinken. Poeh!
Leuk! Zou inderdaad kunnen zijn dat er voor sommige van dit soort woorden sprake is van convergente culturele evolutie omdat ze in dezelfde (inspannende) context gebruikt worden. Er is wat werk op dit fenomeen in the gespreksanalyse. Zo gaf Leelo Keevallik (die 2 jaar terug op de LOT School een cursus gaf) vorige maand een presentatie over "The social organisation of strain grunts" op de recente internationale conferentie van dit vakgebied: https://twitter.com/kobin/status/1018153513069826050
BeantwoordenVerwijderenHa, ik dacht al dat jij er meer van zou weten (ervan uitgaande dat je Mark Dingemanse bent), maar googelen op 'poeh Mark Dingemanse' en 'huppekee Mark Dingemanse' leverde niks op.
VerwijderenDank voor de link!
Mijn Engelse collega's (die al een aantal jaar of decennia in Nederland wonen) vinden mijn neiging om 'he he's te zeggen als ik het kantoor binnenkom en ga zitten, moe van fietsen of lopen of college geven, inderdaad erg Nederlands. Maar ook onder Nederlanders lokt het wel eens commentaar uit, als ik het bijvoorbeeld tijdens een lange wandeling zeg.
BeantwoordenVerwijderenWat echter pas echt maf is: ik zeg ook hardop dingen als 'ja' of 'hm' ter afsluiting van een gedachtengang. Ik heb dat waarschijnlijk van mijn vader want hij doet het ook (maar hoe verwerf je zoiets?), maar buiten het gezin leidt het wel eens tot verwarring.
In Groningen is 'haihai' een gangbare uitblaasuitdrukking.
BeantwoordenVerwijderen