dinsdag 9 april 2013

Beter een halve spreuk...


Misschien wel het allergrappigste in het hele universum (waarom laag inzetten als het hoog kan) is de spreekwoordcontaminatie: de ‘foute’ combinatie van twee stukken spreekwoord die min of meer hetzelfde betekenen. Een paar hoogtepuntjes (credits Sofie, liefhebbers hierheen):


Dat raakt kast noch muur.

Dat escaleert helemaal uit de hand. 

Je handen uit de mouwen stropen.
Ergens een eind aan zuigen.  

Maargoed, dit stukje gaat eigenlijk ergens anders over. 

Namelijk over drie gevallen van veranderende spreekwoorden. Spreekwoorden zijn zo ongeveer de meest stabiele stukjes taal die er zijn. Ze ontstaan ergens ooit en roesten helemaal vast in de taal. Je kunt er weinig aan veranderen; zo kun je niet zeggen: ‘De appel valt niet ver van de kastanjeboom’, of: Zoals de klokjes thuis tikken, tikken ze nergens’ – de vorm van een gezegde, uitdrukking of spreekwoord staat vrijwel helemaal vast. 


Maar er zijn drie uitdrukkingen in het Nederlands waarin toch iets aan het veranderen is: ook spreekwoorden zijn dynamisch! Nummer 1:

‘Het was daarbinnen een drukke bedoening.’

Neenee, nu niet gaan zeuren dat er een spelfout staat. Oorspronkelijk was het woord écht ‘bedoening’, een afleiding van het oude woorde ‘bedoen’. Maar in het hedendaags Nederlands kent/gebruikt niemand het woord ‘bedoening’ nog. Dus als mensen dat horen of lezen, denken ze: dat zal wel fout zijn. En dan gebruiken ze een woord wat erop lijkt: 'bedoeling'. Dus hoor je nu overal: ‘Het was daarbinnen een drukke bedoeling.’ 



Iets navenants is gebeurd met dit wonderschoon geval:


‘Hij kijkt alsof hij z'n laatste oordje versnoept heeft!’

Deze is niet zo heel bekend meer; het betekent zoiets als ‘hij kijkt sip.’ Vroegah was er een muntstuk dat ‘oordje’ heette. Als je je laatste oordje uitgegeven had, was je dus sip. Maar toen het oordje door de euro vervangen was, of zoiets, begreep men natuurlijk dat woord niet meer en koos wederom de dichtstbijzijnde variant: ‘oortje’. En nu lijkt het alsof iemand z'n oor heeft opgegeten. 


En dan nog de mooiste.

‘Ze heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.’


Wat is een klepel eigenlijk? Dat weet mijn oma, dat weet mijn moeder, maar ik al wat minder, laat staan de generatie kinderen die überhaupt zonder analoge klokken opgroeit. Dus 'klepel' wordt tegenwoordig vaak 'lepel'. Heel begrijpelijk.




Voor de goede orde: ik heb niets tegen de mensen die zo'n nieuwe variant gebruiken, integendeel. Ik vind het juist sympathiek dat mensen nadenken over de woorden die ze horen en gebruiken en daar logica in aan proberen te brengen. Ze maken het Nederlands helder en netjes!


Maargoed, nu brei ik er een punt aan.

2 opmerkingen:

  1. :D Mijn moeder is zo iemand die echt alles verhaspelt. Zij vindt dat genant, ik vind het haar grappigste eigenschap.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mij is eens door een etymologe verteld dat het Nederlandse "Dat is niet mijn 'pakkie-an'" eigenlijk van het Indonesische 'bagian' komt, wat 'zaak' of 'aandeel' betekent. Vind ik nog steeds een van de mooiste verhaspelingen:)

    http://nl.wiktionary.org/wiki/bagian

    BeantwoordenVerwijderen