donderdag 11 april 2013

Mag je niet zeggen! Scottish play, N-woord, en schoonmoedertaal


Hondelul. Kut. Neger. Kankerlijer. Jodenzoon. Neuken. Er zijn zat woorden in het Nederlands te bedenken die je niet zomaar zal zeggen. Die woorden zijn gemarkeerd: het zijn taboewoorden. Als kindje is dat te gek: oe lekker spannend om kut te zeggen. Ondanks wat veel mensen lijken te denken zijn veel van die woorden nog steeds taboe. Die taboewoorden hebben vaak met context te maken: als je in het ziekenhuis zegt dat iemand een kankerlijer is, dan is dat erg, maar zal niemand je raar aankijken. Als je tegen een leraar op school zegt dat hij een kankerlijer is, dan heb je een probleem. Het gaat vaak om scheldwoorden, of woorden die met sex te maken hebben. Maar soms zijn taboewoorden nog een stuk interessanter. 


Macbeth

Het is misschien geen nieuws voor wie wel eens heeft gepootjebaad in toneelspel, maar je mag Macbeth dus niet zeggen. Dat brengt namelijk ongeluk. Er zijn legio's redenen voor: zo schijnt tijdens de Erstaufführung de jongen die Lady Macbeth zou spelen, Hal Berridge, ziek te zijn geworden of zelfs te zijn gestorven. Ook schijnt het stuk te zijn vervloekt door heksen, die de scenes met die ketel enzo in het stuk niet zo cool vonden. En er zijn nog veel meer acteurs gestorven of gewond geraakt tijdens of na afloop van het stuk. Maar, zoals de Engelse eindbaas-taal David Crystal zegt in zijn boek By hook or by crook, niemand heeft bijgehouden hoeveel ongelukken er tijdens andere Shakespeare-stukken zijn gebeurd. Dus of het echt aan Macbeth ligt…

Er zijn trouwens 3 manieren om de vloek te vermijden of af te wentelen: 

1. Je kunt Macbeth vervangen door The Scottish Play, of het Mackers noemen
2. Je kunt bepaalde regels citeren om het ongeluk af te wenden: bijvoorbeeld "Angels and ministers of grace defend us" (Hamlet, 1.IV), of "If we shadows have offended" uit de epiloog van A Midsummer Night's Dream.
3. Mijn lievelings, wederom van Crystal: Verlaat de kamer of ruimte waar je in bent, sluit de deur achter je, draai drie keer rond, vloek, klop op de deur en vraag om binnen te worden gelaten.

The N-word

Er zijn ook woorden die je niet mag zeggen vanwege politieke of sociale redenen. Het bekendste voorbeeld is het woord neger, vooral in Amerikaans Engels. Daar zou ik het zelfs niet kunnen gebruiken om aan te geven waar ik over wil schrijven: je moet het "the N-word" noemen, omdat het originele woord racistisch is en gemarkeerd. Maar je kunt ook dit vervangend woord als erg zien: zoals de Amerikaanse komiek Louis CK zegt: "Literally, whenever a white lady on CNN with nice hair says, "The N-word," that’s just white people getting away with saying "nigger," that’s all that is." Maarja, hoe los je zo'n probleem op? In het Nederlands ervaar ik het als een probleem: ik wil niet een racistisch woord gebruiken, maar je benoemt iemand vaak om zn meest in het oog springende kenmerk: die met die bril, die lange. Hoe benoem je iemand van Afrikaanse origine of met een donkere huidskleur in het Nederlands? Neger kan duidelijk niet, lees het boekje De Grens van de Grap van Howard Komproe maar eens. 

Schoonmoedertaal

Schoonmoeders hebben een kwetsbare positie in een hoop samenlevingen. Wie denkt dat ze het hier in Nederland zwaar hebben met grapjes, die heeft nog nooit van hlonipha gehoord. Hlonipha is schoonmoedertaal: een speciale taal die wordt gesproken in het bijzijn van je schoonmoeder, of in het bijzijn van familie van de kouwe kant, of uberhaupt iemand met een hogere rang. Dit soort talen komt vrij wijdverspreid voor: van Australie tot Afrika en Noord-Amerika. De schitterende term hlonipha komt uit het Zulu. Het is allemaal lekker gecompliceerd, en verschillende talen gebruiken het op verschillende manieren, maar in het kort gaat het hierom: ik mag de lettergrepen van de naam van mijn schoonmoeder niet meer gebruiken. Dat levert natuurlijk allerhande problemen op, maar daar wordt creatief mee omgegaan. Een voorbeeld? Ik geef je een voorbeeld!

Namen zijn heel belangrijk voor sprekers van Zulu. Iedereen heeft er een heleboel: publieke en prive. De privenaam is heel intiem, en mag alleen door bepaalde mensen worden gebruikt. Dat is waar hlonipha om de hoek komt kijken. In het Mahlabathini-Nongoma gebief bijvoorbeeld is koning Goodwill Zwelithini's de baas. Zijn persoonlijke naam is Mbongi. Men vermijdt het gebruik van die persoonlijke naam, met als gevolg dat sprekers in dat gebied in plaats van Ngiyabonga (dankjewel), iets anders moeten zeggen, namelijk Ngiyathokoza ('I am delighted'). Fantastisch toch? Ik zeg: lekker uit proberen volgende keer dat je bij je schoonmoeder op bezoek bent! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten