Tsja, daar zit je dan met je goeie gedrag op maandag. Koffieautomaat kapot, geen zin om te werken. Maar dan glimmert er een sprankelend straaltje hoop door de ramen: Milfje heeft een nieuw verhaal! En het is weer smikkelen en soppen geblazen, wat heet! Ga genieten van Broek Der Illusies. Met enige dank aan gastauteur RvM.
Opnieuw
braakte een zonovergoten dag heur stralen uit over het landgoed en
bijbehorende Kasteel Den Loevendrakenaer. ‘Ha,’ dacht Splinter,
Markies van Glijdeling tot Morgenroze, ‘wat een prachtige dag om
mijn hengst te berijden! Het kan nog net voordat mijn accountant
langskomt.’ Hij voegde de Daad bij zijn gedachte en begaf zich
alras stalwaerts. Aldaar aangekomen zadelde hij zijn kampioenspaard
Zweetsok IV, onlangs overgekocht van de familie Bohner, en besteeg
hem. Vervolgens toog hij kalm de kasteelpoort uit, het landgoed op.
In de bomen kwinkeleerden de vogeltjes (géén wielewalen wel te
verstaan) dat het twee lieve lusten waren, de lentelucht prikkelde in
zijn neusgaten, en de wind voerde bedwelmende geuren aan. Welk een
dag!
Dagen zoals deze herinnerden de Markies aan de Dagen van
Weleder, de dagen van zijn jeugd, toen hij alles leerde over de
Wondere Werking des Werelds, en stap voor heerlijke stap in de
geneugten des liefdes werd ingewijd door afwisselend zijn strenge
Zweedse gouvernante Griselda-Ursula en door de kort-van-stof-zijnde
maar bepaald niet kort-bepaalde stalknecht Manus. Het was op een
ochtend zoals deze geweest dat zijn gouvernante hem meenam naar de
stal, alwaar Manus de scepter zwaaide over dier & mensch gelijk.
En daar namen zij samen Splinter mee naar een Geheime Plaats achter
het ezelverblijf, en daar begon het allemaal.
Jullie
denken, lieve lezertjes, dat deze Badmeesters van de Sexuele
Ontluiking onze held eerst een beetje lieten pootjebaden in het
Zwembad der Bevrediging? Neehoor, niks van dat alles. Alreeds na één
luttel uur bevond Splinter zich naakt, ondersteboven vastgebonden,
met klampen op zijn tepels en een ruwe borstel in zijn
kwajongens-bips: zijn schuchtere lans omzwachteld door de Bokito-eske
handen van Ursula en zijn mond al zuigende op de voorlichamelijke
bepaling van Manus. En vanaf dat moment was de jonge Splinter alleen
maar verder afgedaald in de Vulkaan der Heimelijk Geneugtes: hij was
vastgebonden, geslagen met allerlei voorwerpen, bescheten, bepist en
bespuugd, benaderd door mannen, vrouwen en een variëteit aan dieren
(de beste herinneringen bewoer hij toch wel aan een buitensporig
vurig namiddaggelijk intermezzo met een tapir: wie had vermoed voor
welk exotische plezieren die slobberende slurf allemaal aangewend kon
worden?), en had een welhaast encyclopedische kennis opgedaan van
hulpmiddelen en fetisjen. En het had hem zowaar ook de nodige
levenswijsheid opgeleverd: geen sexuele neiging zo onverwacht, of de
Markies had er wel begrip voor (meestal door een gepaste hoeveelheid
ervaring).
Ach, konden alle mensen toch zulk een omniseksuele
opvoeding genieten, dan zou er een stuk minder oorlog zijn in de
wereld (behalve de oorlog gevoerd natuurlijk door bellofielen,
diegenen die opgewonden raken van oorlog). Aldus mijmerend en
stapvoets rijdende schrokken onze held en zijn vurige paard
plotseling op van een schaarsgekleed elfje op hun pad. Verhip, een
elfje?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten