Welke
talen kent u? De meeste lezers van dit blog noemen nu waarschijnlijk
een aantal Europese talen: Nederlands, Engels, Duits en Frans, een
aantal kan Italiaans of Spaans misschien. Als ik, Milfje-yin, vertel
dat ik ooit Arabisch heb geleerd, wekt dat diep respect en grote
verwondering: Arabisch wordt als vreselijk moeilijk gezien. Chinees
heeft het imago nog veel onmogelijker te zijn, net als Fins (20
naamvallen!) en kliktalen uit Zuid-Afrika. Maar hoe bepaal je
eigenlijk welke taal het moeilijkst is? En welke taal is echt het
aller-allermoeilijkst?
Als
je antwoord wilt op deze vragen, moet je eerst bedenken of je het
over eerste of tweedetaalverwerving hebt. Eerstetaalverwerving is wat
baby’s doen, of eigenlijk
foetussen al:
hun moedertaal leren. Dat gaat vrijwel alle kinderen ter wereld
bijzonder goed af: overal leren kinderen hun moedertaal. Het is op
het eerste gezicht niet zo dat een Chinees kind daar meer moeite mee
heeft dan een Nederlands kind - ze leren beiden zonder expliciete
instructie de grammatica en klanken van hun taal.
Tweedetaalverwerving is een ander verhaal. Tot op een bepaalde
leeftijd lijkt dit geen probleem te zijn (zie ook: de Critical
Period Hypothesis),
maar oh wee als je ouder wordt. Zoals we allemaal wel eens
ondervonden hebben is het dan veel lastiger een tweede taal te leren
dan je moedertaal. Hier geldt: hoe groter het verschil met je
moedertaal, hoe moeilijker het is om de vreemde taal ‘native-like’
te verwerven. Meestal blijf je bepaalde fouten maken.
Voor
een tweedetaalleerder is de moeilijkste taal dus de taal die het
meest verschilt van de eerste taal. Voor ons Nederlandssprekers komt
dan dat Chinees naar voren, o.a. omdat het een toontaal is: de
toonhoogte waarop je een lettergreep uitspreekt maakt uit voor de
betekenis. Omdat onze oren dat niet gewend zijn, is dat heel
moeilijk. Hetzelfde geldt voor Zuid-Afrikaanse kliks, Arabische
keelklanken, maar ook voor grammaticale ‘exotischheden’ zoals de
naamvallen in het Fins. Nu wilt u natuurlijk extreme voorbeelden, nou
u kunt ze krijgen: het Abkhaz
heeft 58 medeklinkers (vgl. het Nederlands heeft er 24), het Shona
heeft 20 nominale klassen (zoals Duits met der-die-das er 3 heeft,
daar heeft het Shona 20 geslachten), en zo kunnen we nog wel even
doorgaan met talige snuisterijen waarvan wij ons niet kunnen
voorstellen dat je dat kunt.
Maar
wat is dan de moeilijkste taal (of het moeilijkste verschijnsel) om
te leren voor een kind, voor wie dat verschil met een andere taal
geen rol speelt? Het cliché is dat alle talen dan even moeilijk zijn
– ik zei hierboven al dat een Chinees kind net zo makkelijk haar
taal leert als een Nederlands kind. Toch valt daar wat op af te
dingen: iedere taal heeft makkelijke en moeilijke dingen. Zo blijkt
uit onderzoek
dat Nederlandse kinderen nog ongeveer tot hun 10e
fouten blijven maken met ‘de’ en ‘het’. Een Chinees kind
hoeft zoiets niet te leren; dat scheelt nogal! Chinees heeft ook wel
lastige dingen, maar er zijn mensen die zeggen dat Aziatische talen
(ook bijvoorbeeld Maleis en Indonesisch) heel makkelijk zijn, omdat
je er weinig dingen verplicht hoeft uit te drukken. Zoiets als
werkwoordstijd, doen ze ook niet aan, dus dan ben je snel klaar.
Oftewel: iedere taal heeft makkelijkere en moeilijkere elementen,
maar sommige talen hebben meer moeilijke.
Maar
ja, zeggen anderen, als je weinig uitdrukt, moet je als luisteraar
harder werken om te begrijpen wat er gezegd wordt: je moet meer
informatie uit de context halen. Wat ‘makkelijk’ is voor de
spreker, is ‘moeilijk’ voor de hoorder. En als je een taal hebt
met weinig klanken, dan heb je die als kind snel verworven, maar het
betekent waarschijnlijk wel dat je langere woorden zult moeten leren.
Wat makkelijk is aan de ene kant, is moeilijker aan de andere. Om die
reden kun je, vind ik, alleen van een moeilijke taal spreken als je
ook kijkt naar de relatie tussen verschillende onderdelen. De
moeilijkste taal is dan de taal waarin die relatie heel complex is,
bijvoorbeeld wanneer een woord vele betekenissen kan hebben, of juist
geen concrete betekenis uitdrukt (zoals het verschil tussen ‘de’
en ‘het’ niet echt iets betekent).
Grappig
genoeg blijkt uit mijn onderzoek hiernaar, dat het Nederlands een van
de moeilijkste talen is (onder voorbehoud, meer info in mijn
proefschrift in spe). Schouderklop voor u, dat u dat toch maar mooi
gefixt heeft! Daar kunnen die Abkhazische kinders nog een puntje aan
zuigen.
Leuk stuk. Overigens is complexiteit behalve een objectief meetbaar iets ook een subjectief begrip, zoals je zelf al aangeeft. Het is ook maar de vraag wat we aan inzicht winnen bij de vaststelling dat een bepaalde taal op nr. 1 staat, dus kampioen "moeilijkheid" is. Competitie is eigenlijk echt iets uit de sport, en daarbij is het inderdaad wel handig om duidelijk te zien wie er wint, het eerste aankomt, etc. Bij schrijvers en prijzen vind ik dat al veel minder zinnig, bij talen zo mogelijk nog minder. Ik hoor ook wel eens mensen zeggen: wat een mooie, of wat een lelijke taal, maar daar kan ik me weinig bij voorstellen - ook dat veronderstelt dat er (min of meer objectieve) criteria bestaan voor de schoonheid van een taal; interessanter is de "schoonheid" (noem het elegantie) van talen an sich en elke taal afzonderlijk.
BeantwoordenVerwijderenHa Danny,
BeantwoordenVerwijderenallereerst dank! Milfje Ying gaat misschien reageren op het idee dat moeilijkheid toch interessant is, maar ik reageer vast even op dat idee van schoonheid: dat is inderdaad lekker raar, maar ik snap niet precies wat je bedoelt met objectieve criteria: sommige mensen vinden een taal mooi, anderen vinden het lelijk, is dat niet vergelijkbaar met kunst? Over smaak valt niet te twisten?
Ik weet dat welke dialecten mooi of lelijk worden gevonden vaak samenhangt met sociale oordelen, dat heeft men wel onderzocht, ik weet echter niet of dat met taal ook zo is. Een vriendin van me, die me (voor zover ik weet) graag mag, vind Nederlands toch een lelijke taal. Ze kan zelf ook niet uitleggen waarom.
Dag Danny, hier spreekt Yin! Ik ben het met je eens dat het niet echt nuttig (maar wel leuk :)) is om vast te stellen wat de kampioen in moeilijke talen is. Wel vind ik het om redenen van onderwijs zinvol om erover na te denken wat nou precies makkelijk of moeilijk te leren is. Hoe beter we snappen wat een bepaald stuk taal moeilijk maakt, hoe beter we het kunnen uitleggen.
BeantwoordenVerwijderenOver die subjctiviteit: ik vind sommige talen mooi omdat ze iets heel bijzonders hebben; zo ben ik dol op Turks omdat het zo agglutinerend en regelmatig is. Maar dat is dus meer fascinatie dan een esthethische ervaring. Wat schoonheid betreft ben ik gek op Fries - dat heeft iets met de klanken te maken, ik kan dat niet uitleggen. Zoals een vriendin van me zegt: het is een gevoel!
Over smaak valt inderdaad niet te twisten en toch is het af en toe heel zinnig om te doen, en hoe welsprekender des te liever, maar dat wordt vast ingegeven door de estheet in mij. (Te weinig worden redenen van "schoonheid" in ons onesthetische landje gezien als geldig argument in een discussie, maar dat terzijde. Het is natuurlijk niet in meetbare eenheden uit te drukken en daarmee "onwetenschappelijk".)
BeantwoordenVerwijderenMilfje Yin(g) heeft dus een goed punt waar het gaat om schoonheid. Ik kan het gewoon niet over mijn hart verkrijgen om een taal lelijk te vinden, maar natuurlijk vind ik bepaalde talen wel "mooier" klinken. Persoonlijk ben ik nogal gecharmeerd van Romaanse talen, maar vanuit taalkundig perspectief heeft elke taal zo zijn fascinerende onderdelen. Vooral geschiedenis en ontwikkeling: waarom is iets zoals het nu is, wat zijn de overeenkomsten met andere talen, hoe ligt de verhouding tussen regelmaat en uitzonderingen, etc.? Hoe komt het dat in talen die van oorsprong heel synthetisch waren en bijvoorbeeld veel naamvallen, werkwoordstijden en al dan niet aanvoegende wijzen hebben dat in de loop van tijd vaak verliezen ("slijtage")? Dat is waar ik in mijn vrije tijd graag meer over te weten kom. Vanuit onderwijsperspectief (hoe drempels om een taal te leren zoveel mogelijk te slechten) snap ik wel dat taalmoeilijkheid interessant kan zijn, maar ik heb niet zoveel met "competitie" (wie is de grootste etc.).
Regelmatigheid is naar mijn idee overigens wel degelijk een esthetische ervaring. Precies de reden waarom veel mensen Renaissance-kunst zo mooi vinden (ik wel), en waarom mensen met evenwichtige, symmetrische gelaatstrekken vaak mooi worden gevonden.
Alleen al het woord "agglutinerend" is in zekere zin sexy. Fascinerend hoe zo iets werkt (en vaak al ontstaan is in pre-geletterde samenlevingen). Laatst stuitte ik, door een tip van de auteur van "Taaltoerisme" (Gaston Dorren), op het mij nog onbekende begrip van "evidentialiteit" in talen (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Evidentialiteit). Heel interessant. Een kwestie van taalpassie inderdaad...
Ohh inderdaad evidentialiteit, maak me gek! Daar zal Milfje binnenkort ook eens een sexy stukje aan wijden!
VerwijderenMijn anderstalige buren klagen veelvuldig.
BeantwoordenVerwijderenNederlands is te moeilijk zeggen zij dan.
Waarop snel in het Engels verder wordt gesproken ....
Vriendelijke groet,
Je geeft in je blogpost nergens antwoord op de vraag wat de moeilijkste taal dan is.
BeantwoordenVerwijderenOp het einde noem je Nederlands, maar ik denk dat je wel objectief kunt stellen dat Duits moeilijker is dan Nederlands.
De grammatica van het Duits is duidelijk moeilijker. De uitspraak is misschien net iets simpeler maar alsnog ingewikkeld.
Ha Anoniempje,
VerwijderenDat antwoord geef ik inderdaad niet, omdat zo'n antwoord in ieder geval op dit moment niet te geven is. Het hangt ervanaf: gaat het om een eerste of tweede taal, en in het laatste geval: hoezeer verschilt die tweede van de eerste taal?
Verder hangt het er ook vanaf wat je criterium is. Het Duits heeft meer naamvallen dan het Nederlands, maar maakt dat Duits moeilijker te leren? Kinderen hebben helemaal niet zo veel moeite met het leren van naamvallen in hun moedertaal. Bovendien is dat maar 1 stukje van het Duits. Andere talen hebben geen naamvallen, maar wel weer andere moeilijke toestanden. Optellen van moeilijkheden kan ook weer niet, want tel je naamvallen even zwaar als, zeg, lastige werkwoordsvervoegingen? En hoe tel je de moeilijkheidsgraad van uitspraak?