woensdag 16 oktober 2013

Genderneutraal, bestaat dat?


Een tijdje terug was ik bij de scriptiepresentatie van een bachelorstudent. Het praatje ging over woorden als ‘lezer’ en ‘directeur’: daarvan wordt wel gezegd dat ze genderneutraal zijn, oftewel dat ze naar zowel een man als een vrouw kunnen verwijzen. De vraag van de scriptie (en van sociolinguistisch onderzoek) was of dat echt zo is: denk je bij zo’n woord stiekem toch niet eerder aan een man? Ik heb de student in kwestie alleen ‘student’ genoemd – stelde u zich een jongen of een meisje voor? Of een geslachtsloos mens?


Er bestaat over dit thema een bekend verhaal; het gaat als volgt. Een vader en een zoon krijgen een ernstig auto-ongeluk. De vader overlijdt, de zoon wordt ernstig gewond naar het ziekenhuis gevoerd. Wanneer hij de operatiekamer in wordt gebracht, zegt de dienstdoend chirurg: ik kan deze man niet opereren, het is mijn zoon!
Hier moeten verreweg de meeste mensen lang over nadenken: huh, hoe kan dat, de vader is toch overleden? Oplossing: de chirurg is de moeder van de zoon. Dat mensen daar niet opkomen, wordt geweten aan het feit dat mensen bij ‘chirurg’ automatisch aan een man denken, ook als ze heel geëmancipeerd zijn en prima weten dat vrouwen ook chirurg kunnen zijn. Dit is een aanwijzing dat een zogenaamd genderneutraal woord als ‘chirurg’  toch geinterpreteerd wordt als ‘gendered’, namelijk als mannelijk.

Zogenaamd genderneutrale woorden verwijzen dus eerder naar een man dan naar een vrouw. Andersom komt nauwelijks voor – de enige voorbeelden van “genderneutrale” woorden die automatisch als vrouwelijk geinterpreteerd worden, zijn voor zover ik kan bedenken ‘secretaresse’, en ‘hoer’ (interessant dat dit beide ‘dienstverlenende’ beroepen zijn...). Als je bij alle andere gevallen zeker wilt zijn van een vrouwelijke interpretatie, moet je een afgeleide vorm gebruiken, bijvoorbeeld chirurge, directrice, lezeres, of studente.

Wat betreft beroepstermen is er debat of je nou wel of niet zo’n specifiek vrouwelijke term moet gebruiken, of dat je toch beter de zogenaamd neutrale term kunt nemen. In het artikel 'Een vrouw een vrouw een woord een woord' van expert Ingrid van Alphen, dat je hier kunt downloaden, lees je meer over de argumenten voor en tegen (en je leest er dat dit debat politiek uitgevochten is – zonder echte conclusie overigens). Kort samengevat: als je in taal zichtbaar wilt maken dat het om een vrouw gaat, dan moet je de vrouwelijke term gebruiken.
Voorstanders van het ‘neutralisatiestandpunt’ (=alleen gebruik van algemene termen) zeggen dat het bij beroepen niet gaat om het geslacht van de beoefenaar(ster), en dat je de vrouw dus niet zichtbaar hoeft te maken. Voorstanders van differentiatie benadrukken dat er überhaupt geen sprake is van neutraliteit: door geen gespecialiseerde termen te gebruiken, is de vrouw onzichtbaar en afwezig, en de beroepsnaam DUS mannelijk. Als je ongelijkheid wilt voorkomen, moet je wel differentieren.

In andere woorden: het is kiezen of delen. Mensen dichten je toch wel een geslacht toe, dus als je niet expliciet je vrouwelijkheid zichtbaar maakt door bijvoorbeeld ‘chirurge’ te zeggen, dan denken ze dat het om een man gaat. Dan nog kun je zeggen: lekker belangrijk, wat maakt het uit als iemand je geslacht verkeerd beoordeelt? Eenieder die dat denkt, nodig ik uit te ervaren wat er gebeurt als je een mannelijke chirurg als ‘chirurge’ benoemt. Dat voelt ronduit fout, de man IS geen vrouw – ook al zou er niks mis mee zijn als hij wel een vrouw was, het klopt niet, het is niet wie hij is. Het is toch gek dat je dat andersom niet zo ervaart? Waarom zou het voor een vrouw geen probleem moeten zijn om als man gezien/benoemd te worden, terwijl dat andersom wel zo is? Dit lijkt me een schoolvoorbeeld van een sociale ongelijkheid die in de taal tot uiting komt.

Een secretarisse!
Nog moeilijker wordt het wanneer de vrouwelijke varianteen extra betekenis met zich meebrengt. Hoe kan een vrouwelijke minister zich bijvoorbeeld noemen als ze niet voor man gehouden wil worden? Is de term ‘bewindsvrouw’ echt een neutrale variant? Denk ook aan secretaresse-secretaris; dat zijn geen equivalenten (voorstel van Ingrid van Alphen: gebruik secretares en secretarisse om de gaten op te vullen). 
Trouwens, het is nog interessanter om te bedenken dat voor sommige identiteiten helemaal geen woord is. In veel talen bestaat er bijvoorbeeld geen woord voor ‘lesbienne’, of is dat hetzelfde woord als ‘hoer’. Hoe noemt een lesbische vrouw zich daar dan?

4 opmerkingen:

  1. Ik dacht aan een vrouwelijke student, want welke man schrijft er nou over gendertoestanden? (Misschien seksistisch, maar dit was echt mijn eerste gedachte.)

    Mensen denken bij 'chirurg' aan een man omdat chirurgen nu eenmaal meestal mannen zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja natuurlijk, het is heel logisch dat als een woord beide interpretaties toelaat, je uitgaat van de meest waarschijnlijke, en dat is bij chirurg inderdaad een man en haha, in het geval van een genderonderwerp misschien inderdaad een vrouw. Maar mijn punt is DAT je dus beslist welke van de twee het is - zo'n woord is dus niet neutraal als in 'geslachtsloos'.

      Ten tweede: uiteraard denk je, vanwege die meerderheid of om wat voor reden dan ook, bij chirurg eerder aan een man - doet iedereen en is niks mis mee, volkomen logisch. Maar wat zo opvallend is bij dat verhaaltje, is dat mensen zelfs als de omstandigheden een man-interpretatie uitsluiten, alsnog niet aan een vrouw denken. Die optie lijkt er gewoon niet te zijn. Daarmee bedoel ik niet dat die mensen seksistisch zijn, maar ik wil illustreren hoe sterk die automatische interpretatie is.

      Verwijderen
  2. Interessante discussie en bedankt voor de tip van het artikel van Ingrid van Alphen. Echter doet de link in het blog het niet meer.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor de tip! Ik heb de link aangepast, als het goed is werkt 'ie nu weer.

      Verwijderen