Milfje-Yang was vorig jaar in Australie en hoort graag nog nieuws van Down Under. Met veel plezier las zij dus bij Taalnieuws dat "onesie" een van de woorden van het jaar is in Australie. Macquarie woordenboek weet nog hoe een echte verkiezing eruit hoort te zien, met 15 (!) verschillende categorieën (zie hier). Alleen vertaalt Taalnieuws "onesie" als "een soort trainingspak", en dat vind ik gek. Ook was er aandacht (o.a. van Sylvia Witteman) voor de vraag of wij daar niet al een woord voor hebben.
Een Nederlands woord voor onesie, dat is toch gewoon hansopje? Inderdaad, dat wordt alleen door kinderen gedragen, maarrr dat werden onesies vroeger ook. Een onesie is (zo leert de OED) "An infant's one-piece close-fitting lightweight garment, usually having sleeves but leaving the legs uncovered and fastening with snap-fasteners at the crotch." Hier raken we aan een andere boeiende vraag: wat is het verschil tussen een rompertje en een hansopje? Gaarne uw doorslaggevend criterium in de comments.
Was de onesie vroeger net zo kinderlijk als het romsopje/hanpertje, tegenwoordig wordt het dus ook door volwassenen gedragen. Er zijn ook allerlei varianten bijgekomen: in trek zijn bijvoorbeeld de Pickachu, dinosaurussen, en noem het maar op. Het fenomeen kledingstuk-uit-een-stuk is dus danig veranderd in vorm en functie. Je kunt dan als taal verschillende dingen doen. Ofwel je geeft betekenisuitbreiding aan een bestaand woord (bijvoorbeeld rompertje), of je bedenkt een volkomen nieuw woord (bijvoorbeeld xique, gebruiken we die letters ook nog eens), of je neemt een woord over uit een andere taal (bijvoorbeeld, ojee, het Engels!). Alle strategieën hebben voor- en nadelen. Als je zegt: "Wat heeft die jongen een leuk rompertje aan", dan heeft dat associaties met een baby en dat vindt de desbetreffende jongen misschien niet leuk. Als je zegt dat ie een xique aanheeft, word je simpelweg niet begrepen. Maar als je zegt "Wat heeft die jongen een leuke onesie aan" dan krijg je weer rabiate taalpuristen over je heen.
Je kunt het hele debat breder trekken: wat wil je eigenlijk in je taal? Veel verschillende woorden die allemaal iets anders betekenen, of minder woorden die veel betekenissen hebben? Ook hier zijn weer voor- en nadelen: als je heel veel verschillende woorden hebt dan moet je simpelweg meer woorden in je hoofd stoppen, dus dat is moeilijker te onthouden. Maar als je veel polysemie hebt (veelbetekenisheid), dan zouden misverstanden eerder op de loer kunnen liggen. Bovendien moet je alsnog al die concepten opslaan - je moet het verschil kennen tussen een kinderonesie en een volwassen onesie (volonesie!), al gebruik je er hetzelfde woord voor. De theoretici en neurolinguisten zijn er niet over uit of dat nou zo veel geheugenbesparing oplevert.
Dit probleem raakt aan een discussie die wel eens over creooltalen en samenstellingen is gevoerd. Een samenstelling is een combinatie van twee woorden die (meestal) apart ook een woord zijn. Zo'n samenstelling noem je transparant als de betekenis een combi is van de betekenissen van de afzonderlijke woorden, bijvoorbeeld bij lippenstift. Maar dat is niet altijd zo, bijvoorbeeld 'vleesboom' is helemaal geen boom met of van vlees. Zulke samenstellingen noem je non-transparant of ondoorzichtig.
Een linguïst genaamd McWhorter heeft wel eens beweerd dat creooltalen relatief meer doorzichtige samenstellingen hebben. Het idee is dat zo'n ondoorzichtige samenstelling even tijd nodig heeft om te ontwikkelen, en creooltalen zijn zo jong dat ze die tijd nog niet gehad hebben. O.a. Claire Lefebvre heeft echter laten zien dat een jonge taal als Haitian Creole wel degelijk ondoorzichtige samenstellingen heeft, misschien wel net zo veel als oudere talen. Een voorbeeld uit Papiamentu, van Michel DeGraff: kuchú betekent 'mes', maar kuchú-kuchú betekent 'sterk oneens'.
Terug naar De Kwestie. Minder woorden lijkt ideaal, want je hebt minder te onthouden. Anderzijds lijkt het ideaal als ieder woord 1 betekenis heeft, die ook in samenstellingen herkenbaar is. Creooltalen worden wel eens als makkelijk en ideaal gezien, maar zoals Lefebvre laat zien, worstelen ook zij met het vinden van een balans tussen die twee idealen. Talen maken dus geen keuze voor 1 van beide principes - woorden veranderen, en wat werkt, dat blijft. Als gebruiker kun je aan een van de principes de voorkeur geven, maar of je daarin succesvol bent, is zeer de vraag.
Je kunt het hele debat breder trekken: wat wil je eigenlijk in je taal? Veel verschillende woorden die allemaal iets anders betekenen, of minder woorden die veel betekenissen hebben? Ook hier zijn weer voor- en nadelen: als je heel veel verschillende woorden hebt dan moet je simpelweg meer woorden in je hoofd stoppen, dus dat is moeilijker te onthouden. Maar als je veel polysemie hebt (veelbetekenisheid), dan zouden misverstanden eerder op de loer kunnen liggen. Bovendien moet je alsnog al die concepten opslaan - je moet het verschil kennen tussen een kinderonesie en een volwassen onesie (volonesie!), al gebruik je er hetzelfde woord voor. De theoretici en neurolinguisten zijn er niet over uit of dat nou zo veel geheugenbesparing oplevert.
Dit probleem raakt aan een discussie die wel eens over creooltalen en samenstellingen is gevoerd. Een samenstelling is een combinatie van twee woorden die (meestal) apart ook een woord zijn. Zo'n samenstelling noem je transparant als de betekenis een combi is van de betekenissen van de afzonderlijke woorden, bijvoorbeeld bij lippenstift. Maar dat is niet altijd zo, bijvoorbeeld 'vleesboom' is helemaal geen boom met of van vlees. Zulke samenstellingen noem je non-transparant of ondoorzichtig.
Een linguïst genaamd McWhorter heeft wel eens beweerd dat creooltalen relatief meer doorzichtige samenstellingen hebben. Het idee is dat zo'n ondoorzichtige samenstelling even tijd nodig heeft om te ontwikkelen, en creooltalen zijn zo jong dat ze die tijd nog niet gehad hebben. O.a. Claire Lefebvre heeft echter laten zien dat een jonge taal als Haitian Creole wel degelijk ondoorzichtige samenstellingen heeft, misschien wel net zo veel als oudere talen. Een voorbeeld uit Papiamentu, van Michel DeGraff: kuchú betekent 'mes', maar kuchú-kuchú betekent 'sterk oneens'.
Terug naar De Kwestie. Minder woorden lijkt ideaal, want je hebt minder te onthouden. Anderzijds lijkt het ideaal als ieder woord 1 betekenis heeft, die ook in samenstellingen herkenbaar is. Creooltalen worden wel eens als makkelijk en ideaal gezien, maar zoals Lefebvre laat zien, worstelen ook zij met het vinden van een balans tussen die twee idealen. Talen maken dus geen keuze voor 1 van beide principes - woorden veranderen, en wat werkt, dat blijft. Als gebruiker kun je aan een van de principes de voorkeur geven, maar of je daarin succesvol bent, is zeer de vraag.
Laat ik nog een schepje bovenop de verwarring doen: 'hansopje' is geen bekend woord ten zuiden van de rijksgrens. 'Rompertje' wel, maar dat is echt zo'n geïmporteerd AN-woord dat de doorsnee moeder niet spontaan zal gebruiken als ze weer eens een wasmachine vult met een stapeltje betreffende kledingstukken. Gangbaar in Vlaanderen is 'kruippakje'. En je ziet al meteen dat het niet bruikbaar is voor de versie voor volwassenen. Voor Vlaanderen lijkt 'hansop' dan best wel geschikt (zonder -je, want zo klein is het nu ook weer niet), tenzij mensen gaan vinden dat het te 'Hollands' klinkt. Daar scoor je ook weer niet mee. 'Onesie' dan toch maar proberen te adopteren? Zooo Engels klinkt dat uiteindelijk ook weer niet.
BeantwoordenVerwijderenIk vind dat er een duidelijk verschil is tussen een rompertje en een hansop. Een rompertje heeft geen lange mouwen en broekspijpen en is een soort onderkleding voor baby's, vooral bedoeld om in een stuk ook de luier goed vast te zetten met de drukknoopjes. Een hansop is doorgaans een pyjama, wel met mouwen en een lange broek, dat vind ik heel iets anders. Een hansop kan ook een kruippakje zijn, maar dat is dan echt geen rompertje. En je zou verwachten dat rompertje van het Nederlands woord romp komt, maar het is een Engels leenwoord. Het Engelse romper betekent hetzelfde en het zou van to romp komen, stoeien. Toch wel heel stug, want een rompertje bedekt toch juist de romp van een baby. Een rompertje is een nieuw woord en dateert van begin jaren 80. De firma Gerber zou toen het woord onesie hebben gemunt voor het kledingstuk en het is nog steeds een trademark. Maar kennelijk is onesie nu ook de algemene benaming van het kledingstuk uit een stuk voor volwassenen. Dan denk ik gelijk aan een jumpsuit, dat is ergens hetzelfde. Oorspronkelijk is een jumpsuit de overall van een parachutist, vandaar het woord jump. Enzovoorts ... Allemaal gevonden met wat googelen. En er is nu ook een populaire snuiter uit Brabant bekend die zogenaamde 'huispakken' maakt en verkoopt. Ook een soort van moderne onesies, maar die bestaan -dacht ik- nog wel uit twee stukken. Een vluchtige blik op internet wijst uit dat met onesies ook huispakken worden bedoeld. Dan bestaat er dus al een Nederlandse vertaling voor onesie, een huispak..
BeantwoordenVerwijderenHa DirkJan, dank voor de uitgebreide reactie. Huispak en onesie zijn volgens mijn zoektocht niet hetzelfde, omdat ze uit 1 resp. 2 delen bestaan toch? Dus dan is huispak geen dekkende vertaling. Maar jumpsuit en onesie lijken wel hetzelfde, o tempora o verba!
VerwijderenIk had tot deze blog van jou nog niet van een onesie gehoord. Het is dus oorspronkelijk een merknaam voor rompertjes en de naam zegt het al, het gaat om gecombineerde kleding uit een stuk. Met wat gegoogel vind ik dat zo'n vijf jaar geleden een aantal Noorse jongens joggingbroeken aan truien gingen naaien. En dat werd een succes dat overwaaide naar Engeland en Amerika. Een soort, opvallende en vaak bedrukte jumpsuits werden populair, in eerste instantie bij mannen en was het ook bedoeld als 'streatwear'. Daarna kwamen onesies voor vrouwen en werd het met ruimer vallende pakken ook, 'loungewear', een soort pyjama voor in huis en dan lijkt het toch weer wat anders dan een getailleerde jumpsuit. En dan lijkt het woord huispak een goede Nederlandse vertaling. Maar door de als ordinair bestempelde huispakken van Roy Donders lijkt het woord besmet voor de meer designvolle, trendy onesies. Bovendien bestaan ze uit twee delen, dus zonder het kenmerk van een onesie. Maar je zou de onesie als verzamelwoord nog steeds met recht een huispak kunnen noemen. Op internet wordt een onesie ook vaak een huispak genoemd. Ik zou zeggen, een onesie is een soort huispak, maar niet ieder huispak is een onesie.
VerwijderenBij het woord rompertje denk ik gelijk aan het verband met de romp, maar het komt dus van het Engelse to romp, stoeien en zou mogelijk niets met ons lichaamsdeel romp te maken hebben. Een romper is in het Engels ook een speelpakje voor kleine kinderen en ook een turnpakje voor meisjes. Maar is nu de link dat het om de romp wordt gedragen, of omdat het om pakjes gaat om in te spelen en mee te stoeien? Ik kan via het WNT en diverse Engelse woordenboeken geen antwoord vinden. Wel vind ik in de Van Dale nog het woord stoeipakje, ook een soort sexy romper(tje) voor vrouwen en dan verwijst het weer naar het Engelse stoeien en niet naar het lichaamsdeel romp. Ik kan de missing link niet vinden, voorzover die bestaat, en geef het op.
VerwijderenSuper leuk, zijn ze nog steeds te koop?
BeantwoordenVerwijderen?
Verwijderen