maandag 24 maart 2014

Was Latijn de beste taal ooit? Nee.

Dit weekend las ik een stuk in de/het NRC waarvan mijn haren overeind gingen staan: een interview met de Duitse classicus Wilfried Stroh op pagina 34 van Weekend. Hierin komt de volgende passage voor: “Bedenk wel dat moderne talen inwisselbaar zijn. Ze zeggen hetzelfde met andere woorden. Maar het Latijn werkt met heel andere begrippen en gedachtenstructuren”. Er staan nog veel meer buitengewoon krasse dingen in over taalverandering en Latijn als enige echte wereldtaal, maar daar gaan we nu even niet op in. De vraag die we aanpakken is: is Latijn een fundamenteel andere taal dan de talen van nu?


Het antwoord is easypeasy: nee. Latijn is namelijk verwant aan heel veel andere talen, zowel jonger (Italiaans, Spaans, maar ook Nederlands) als ouder (Hittitisch, Punisch). In die zin is Latijn een arbitrair punt op een doorlopende schaal. Het is sowieso al vrij merkwaardig dat wij met zn allen zeggen: deze taal, op dit moment, dat is de Juiste Taal (we doen dat ook met bv. Nederlands), maar daar zijn allerlei sociale redenen voor. Het is absurd om te zeggen: dit ene punt in de taal zorgt ervoor dat er we andere gedachtenstructuren kunnen uitdrukken.

Waarom namelijk zou Latijn als enige taal andere gedachtenstructuren hanteren dan alle andere talen? Opzich is dat een buitengewoon interessante vraag - er bestaat namelijk een theorie, de Sapir-Whorf Hypothese geheten, die stelt dat (enorm ingekort en kort door de bocht) ons denken wordt beinvloed of zelfs bepaald door de taal die we spreken. Als dat klopt, dan is het inderdaad zo dat je anders denkt wanneer je de ene taal spreekt (bijv. Latijn) dan wanneer je een andere spreekt (bijv. Nederlands). Er is veel onderzoek naar die hypothese en men denkt dat er in in ieder geval een kern van waarheid in zit (zie dit voorbehoud), maar de vraag blijft: waarom zou alleen Latijn zeer bijzondere gedachtestructuren opleveren? Beter kun je zeggen dat iedere taal op een bepaalde manier andere gedachtestructuren oplevert.

Je zou hier interessant onderzoek kunnen doen, door te kijken of bijv. de hersengolven van twee mensen die Latijn met elkaar spreken anders zijn dan die van twee mensen die Nederlands praten. Dat heeft Stroh, voor zover uit het artikel blijkt, niet gedaan. Hij zet Latijn op een enorm voetstuk, en daar is hij niet de enige in. Maar dat is helemaal niet terecht: wat maakt Latijn beter dan andere talen? In taalkundig opzicht niets - of Stroh moet iets bedoelen dat ik niet doorheb. Het zijn vooral de buiten-talige ideeën die we associeren met Latijn (wetenschap, klassieke schoonheidsidealen etc.) die we blijkbaar nog steeds idealiseren. Maar, en we hebben het al eerder gezegd: er is niets in de taal waardoor Latijn beter zou zijn dan andere talen. Er is trouwens niets in geen enkele taal nergens niet dat een taal beter maakt dan een ander

Dan is er nog de andere zin in het citaatje. Moderne talen zijn inwisselbaar omdat ze hetzelfde zeggen in andere woorden, maar dus niet op een fundamenteel andere manier. Maar is niet juist een veelgehoorde uitspraak dat bij vertaling altijd iets verloren gaat? En vooral: waarom zou Latijn dan als enige taal niet inwisselbaar zijn? 

Zelfs als je het mild interpreteert, en zegt: akkoord, er is inderdaad weinig verschil tussen Duits en Engels en Nederlands (maar zie boven), dan negeer je nog steeds de 5000+ andere wereldtalen, waarin talige ideeën worden uitgedrukt waarvan wij ons niet eens bewust zijn. Uit deze opmerking blijkt potentieel een enorme Europese bias: heb je weleens een niet-Europese taal bekeken? Japans? Of Quecha? Of Itonama? Of Figuig?

Even een voorbeeldje, waarbij we hulp vragen aan de classici in onze lezersschare. Misschien kunnen zij aangeven of de volgende Latijnse woorden fundamenteel anders zijn dan de Nederlandse vertalingen (het zijn eenvoudige voorbeelden, maar ze dekken de lading denk ik wel).

ambulo – ik loop
hortus – tuin
ambulo in horto – ik loop in de tuin

Misschien is wat Stroh bedoeld dat wij die ablativus (in horto) niet meer uitdrukken, dat dát een fundamentele relatie is die wij niet uitdrukken in onze taal. Akkoord, het Nederlands heeft geen naamvallen - maar bereikt dezelfde betekenis met een voorzetsel. Er zijn bovendien heel veel talen die wél naamvallen hebben (sommige wel meer dan 40), vaak nog een stuk exotischer dan de ablativus. En of dit invloed heeft op onze gedachten is dus geenzins zeker...

Betekent dit dat Milfje Latijn stom vindt? Nee, absoluut niet! Latijn als taal heeft veel invloed gehad op het Nederlands (invloed die goed noch slecht was), en ik vind het een prachtvolle taal. En Stroh schijnt een schitterend boek te hebben geschreven over de taal. Maar betekent dat dat de taal anders is, beter dan andere talen? Nee. Mooier, akkoord, maar dat is een smaakkwestie, en de gustibus non est disputandum.

1 opmerking:

  1. 'Moderne talen zijn inwisselbaar omdatze hetzelfde zeggen in andere woorden, maar dus niet op een fundamenteel andere manier. ' Die mens moet dringend eens proberen poëzie te vertalen ;)

    BeantwoordenVerwijderen