vrijdag 23 mei 2014

Tien^Taal voor... Dries Debackere

Taal: wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken, ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal.Vandaag geven we het woord aan Dries Debackere: de uitgever van De Taalsector, een sectorpublicatie die nieuws voor en door taalprofessionals brengt. De naam is door Dries gekozen omdat hij hoopt/denkt/wil dat de huidige taalwereld evolueert in de richting van een echte taalsector, zoals er een voedingssector is, en een automobielsector, en een IT-sector.


  1. Wat betekent taal voor jou?

Taal is het instrument waar ik mee werk, zoals de verf waar de schilder mee schildert. Dat mag saai klinken, maar er zit veel muziek in de taalsector ;-).

  1. Wat is je lievelingswoord?

Rijpen. Zoals fruit rijpt. Of bier. Tot de verschillende smaken mooi in balans zijn. Dat vind ik boeiend. En ook geesten die rijpen. Dat vind ik nog veel boeiender. Zo zie ik op dit moment de geesten van steeds meer taalprofessionals rijpen in de richting van een echte taalsector. Een sector naar het model van de andere sectoren of branches, maar dan voor iedereen die zich professioneel met taal bezighoudt: tekstschrijvers, technisch schrijvers, taal- en spraaktechnologen, vertalers, taaldocenten, geletterdheidswerkers, tolken, (taal)beleidsmakers, taalonderzoekers en verder iedereen die met taal- en taalgerelateerd werk zijn brood verdient.

  1. Erger je je aan het taalgebruik van mensen?

 Neen.

  1. Waarom denk je dat mensen zich ergeren aan taalgebruik?

Ik weet het niet, ik ben waarschijnlijk nog te jong om het te kunnen begrijpen ;-).

  1. Je bent beheerder van De Taalsector, een website waarop 'taalprofessionals' op de hoogte kunnen blijven van alles wat relevant is voor hen: nieuws, vacatures, kennis, contacten, etc. Waarom ben je hiermee begonnen?

Ik ben tien, vijftien jaar vooral buiten de taalsector actief geweest, maar vond het na een tijdje wel prettig om af en toe een artikeltje over taalwerk te schrijven, bij voorkeur vanuit een meer zakelijk perspectief. Die artikeltjes plakte ik dan in een Word-document en de pdf stuurde ik per e-mail rond. Ik ben niet op een dag opgestaan met een visie over een taalsector. De visie is ook bij mij gerijpt en ze rijpt nog elke dag. Op een dag googelde ik “taalsector” en ik kreeg nul hits. Ik heb toen de domeinnaam geregistreerd en we waren vertrokken. We zullen wel zien waar we landen. Het laatste jaar kom ik met mijn visie gaandeweg wat nadrukkelijker onder de mensen.

  1. Sommige mensen beweren dat het Nederlands in Vlaanderen (de zogenaamde tussentaal) en het Nederlands in Nederland steeds verder uit elkaar groeien, zodat ze uiteindelijk niet meer onderling te verstaan zijn. Denk je dat dit waar is? Zo ja: is dat erg?

Op 13 maart stonden er in Gent zowel Nederlanders als Vlamingen op het podium om een LIA (Language Industry Award) in ontvangst te nemen of te overhandigen. Ik had niet de indruk dat de zaal onder- of boventiteling nodig had om te verstaan wat er gezegd werd. Voor de rest zie ik dat de taalsector momenteel schitterende diensten en producten ontwikkelt die het mogelijk maken om taaldiversiteit en taalvariatie echt als een troef en een rijkdom te zien eerder dan als een probleem.

Overigens zijn er ook respectabele mensen die beweren dat alle Europese talen en dialecten al sinds de Romeinen steeds meer op elkaar beginnen te gelijken. Kwestie van de dingen een beetje in perspectief te blijven zien ;-).

  1. Heb je een taalwens, en zoja, wat is het?
Je raadt het nooit. Ik wens iedere taalprofessional een sterke sector toe. Met een soort koepel of platform of federatie of … die PR voert voor alle taalwerk en alle taalberoepen, die de belangen verdedigt die alle segmenten van de taalsector gemeenschappelijk hebben, die een aanbod aan permanente vorming ontwikkelt en heel veel kleine acties onderneemt om de waarde van alle taaldiensten en taalproducten te verhogen. Er moet niets in de plaats komen van wat er al is, maar méér en vooral samen. Samen ben je sterker, samen ben je aantrekkelijker, samen ben je zichtbaarder, samen weet je meer. Ik heb dat niet zelf bedacht, hoor ;-).
  1. Wier of wiens taalgebruik vind jij inspirerend?

Inspirerend vind ik zowel het kindje dat zijn eerste woordjes zoekt als de gesprekspartner die het echt goed kan zeggen, die zijn gedachten goed bij elkaar heeft en ze helder geformuleerd krijgt. Veel inspiratie alom ;-).

  1. Welke taal zou je nog wel eens willen leren en waarom?

Toen de taalapp Vogala voor een LIA genomineerd werd, bedacht ik dat ik graag vlot Middelnederlands zou kunnen spreken. Maar dat was dan al wat later op de avond en op café.

  1. Ken je nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?
Ken je het spel van het woordenboek? Je kijkt in het woordenboek en haalt er een woord uit dat je niet kent en waarvan je denkt dat de andere spelers het ook niet kennen. Je zegt het woord en vraagt wat het betekent. Iedereen verzint dan een definitie en schrijft ze op een papier. En jij schrijft de definitie uit het woordenboek over (min of meer woordelijk). Dan lees je alle definities voor. Wie de woordenboekdefinitie raadt, krijgt een punt. Je kunt ook punten geven aan wie de meest geloofwaardige definitie verzon.  
Tip: speel het spel ook eens met een dialectwoordenboek, of met een taaldatabank waaruit je naargelang van je gezelschap alleen Belgisch-Nederlandse of alleen Nederlands-Nederlandse woorden kunt selecteren. Weet je wat een sukadelap is? Een boterkoek? En zouden we het spel van het woordenboek ook online kunnen spelen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten