donderdag 12 juni 2014

Uh...

Je zult het vaak merken: ben je net een beetje lekker een spannende anekdote aan het vertellen, word je bruut onderbroken door iemand anders, die dan vervolgens zelf een verhaal gaat vertellen! Hoe zorg je nou dat jij aan het woord blijft!? Daar zijn verschillende manieren voor: je kunt bijvoorbeeld HARDER GAAN PRATEN (geef toe, je las die woorden harder voor), maar je kunt ook tijd rekken door uh of ehm/uhm te zeggen. Euh staat sinds kort zelfs eindelijk in de Van Dale. De definitie: "ter aanduiding van een aarzeling bij het spreken". Dat is wat te simpel, er is namelijk meer aan de hand met deze woorden, want dat zijn het zeker: je kent zelfs de betekenis, want je past het de hele tijd toe.

Ten eerste: eh of ehm wordt heus niet altijd gestameld uit onzekerheid - het heeft een duidelijke gespreksfunctie. Als je even niet op een woord kunt komen, kun je ook gewoon even stil zijn. Maar als je dat doet, dan heb je een kikke dans dat d’ander heur kans schoon ziet en al begint te praten. Dat komt omdat stilte (in ieder geval in onze cultuur) een duidelijke indicatie is dat je spraakbeurt is afgelopen. Het gebruik van uhm is dus een manier om de beurt te houden, om te zorgen dat die ander jou niet in de rede valt. Let er maar eens op in politieke discussies: goede debaters doen er alles aan om zo min mogelijk stiltes in hun spraak te laten vallen, zodat anderen onmogelijk kunnen inbreken. Er zijn ook andere strategieën, maar dit is een van de meest opvallende.

Maar is er hier sprake van een woord? Is het niet gewoon een klank? Een moeilijke vraag, want wat is een woord eigenlijk? Uhm is natuurlijk geen typisch standaardgeval van een woord, maar het heeft er wel een paar kenmerken van, omdat het, jazeker, een betekenisdragend element is. Nu zul je die betekenis vast niet direct kunnen noemen, maar je kent hem wel degelijk, zoals onderzoek uitwijst. Het volgende testje werd gedaan: er stonden twee objecten op een tafel, 1 heel bekend object, en 1 gek ding. Een spreker ging het woord voor 1 van de twee objecten gebruiken, maar zei af en toe ‘uhm’. De hoorder bleek in dat geval meteen naar het onbekende object te kijken: de kans is immers groter dat de spreker niet op dat infrequente woord kan komen, dan op het woord voor dat frequente ding.

Op die manier interpreteren je hersenen dus precies wat zo’n aarzeling betekent. Dat was eigenlijk al eerder aangetoond, in dit onderzoek door Clark en Fox Tree. Het blijkt dat sprekers na een uh of uhm even pauze houden – waarschijnlijk om even na te denken over wat het woord nou ook alweer was. Die pauzes zijn gemeten, en wat blijkt: die na een uhm zijn significant langer dan de pauzes na uh. Blijkbaar weten sprekers al ongeveer hoe lang hun aarzeling gaat duren, en kiezen ze daar het geschikte woordje bij. Dat is natuurlijk spectaculair: je weet niet welk woord je wil gaan zeggen maar je weet wel hoe lang je erover gaat doen om het op te zoeken?!

Een vraag die wel wordt gesteld (bijvoorbeeld op goeievraag.nl, maar ook bij OnzeTaal) is of je eh/ehm nou moet afleren. Nouja, je kunt het proberen. Ik sprak laatst nog met iemand die helemaal geen uh of uhm zei, maar in plaats daarvan bepaalde lettergrepen langer maakte: dat is ook een strategie. En zoals de reacties bij OnzeTaal laten zien schaadt overdaad, want mensen vinden het maar irritant. Veelvuldig gebruik gaat afleiden van de boodschap, en dat kan niet de bedoeling zijn (tenzij in de politiek, maar dat telt nu niet). Wat betreft de radio is het ook goed om je te realiseren hoe stuurlui je eigenlijk bent op de wal: het is niet makkelijk om zomaar een eind in de rondte te ehm… pielen.


De publieksopdracht is tweelobbig. Steek de hand eens in eigen/partners/schoonmakers/baas’ boezem en kijk eens hoe vaak j/z/hij die woordjes zegt. Doe dat, en probeer ook eens te letten op andere strategieën die mensen employeren om aan het woord te blijven. Je zult zien: ehhh is misschien niet het mooiste woord, maar het is zeer functioneel. Wie het kleine niet eert...

3 opmerkingen:

  1. Het onderzoek dat jullie parafraseren werd uitgevoerd door Hans Rutger Bosker, nu op het Max Planck Instituut voor Psycholinguistiek. Hier is een nieuwsberichtje over zijn verdediging:

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. dank, we konden niet meer vinden waar we erover hadden gelezen, dus bij deze de credits.

      Verwijderen
  2. Het is een wat filosofische vraag, maar ik heb toch sterk de neiging om een geluid als "eh" of "ehm" eerder als een signaal dan als een woord te beschouwen. Als een woord moet worden gedefinieerd als het kleinste betekenisdragende element in onze verbale uitingen, dan heeft het uitsluitend die funktie van aarzeling of (gepretendeerd) nadenken. Het heeft geen zelfstandige betekenis zoals woorden die voor een bepaald concept staan. Het signaal betekent "laat me even nadenken, dan ga ik daarna weer met mijn woorden door". Je zou de uitroep ook kunnen vervangen door een gebaar waarmee je de aandacht probeert vast te houden.
    Dat Van Dale het nu wél als een woord beschouwt (het "eh" zien we niet terug in een signalen- of gebarenboek, maar in een woordenboek) moet te maken hebben met de ontdekking dat de klank onderdeel is van gesproken of geschreven communicatie en als zodanig onderworpen is aan de regels die we voor taal hebben bedacht. Zo moet je eh en ehm b.v. op een bepaalde manier schrijven en uitspreken; je mag misschien een beetje variëren, maar de funktie van het signaal moet relief geven aan de woorden die eromheen staan.
    De betekenis van een woord als "eh" is dus niet in- maar extrinsiek.
    En dat mag van mij best :-)

    BeantwoordenVerwijderen