maandag 11 augustus 2014

Hoe Leiden aan zijn naam kwam: via univerbatie!

Sinds een jaar grasduin ik als een dolle in de Nederlandse Verhalenbank. Van alles zit er in: van 200 varianten van Jantje Mosterd tot allerhande moppen. Ook zitten er veel naamsverklarende verhalen in, bijvoorbeeld over bijnamen (zoals flessendieven voor inwoners van Vlissingen, zie dit verhaal), maar vooral ook over de namen van steden. In die laatste categorie kwam ik het volgende verhaal tegen, dat gaat over de afkomst van de naam Leiden. Nu schreven we vorige week ook al over stedennamen, maar laat nou met Leiden iets interessant taalkundigs aan de hand zijn.


Het verhaal gaat erover dat inwoners van de stad Leiden als enige een vrijgeleide krijgen van een reus. Andere reuzen moeten telkens vragen “Zijt gij wel voorzien van een vrijgeleide?”, maar omdat dat zo lang is, korten ze dat steeds meer af. Via “Zij ge voorzien van vrijgeleide” en “Zijt ge van vrijgeleide” wordt het uiteindelijk “Bent u van Leide”. Dat is lekker kort en anders wordt de boel ook zo opgehouden. Uiteindelijk werd dat dus ook de naam van de stad. Of het echt waar is valt op zn minst te betwijfelen (Wikipedia geeft wat plausibere verklaringen), maar het is een leuk verhaal.

Wat het nog leuker maakt is dat het verhaal over een taalkundig proces gaat, en daar deels de plank raakt slaat. Hoe vaker namelijk iets voorkomt, hoe korter/kleiner het wordt. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar dit lijstje met de meest voorkomende woorden in het Nederlands: allemaal kort. Of denk maar eens aan afkortingen die we bij schrijven gebruiken, variërend van z.o.z tot LOL. 

Of luister maar eens naar hoe mensen praten: eigenlijk wordt eik en bijvoorbeeld wordt bevobbeld. Dat doen we de hele tijd, en zowel op woordniveau als op zinsniveau. Officieel moet je bevobbeld zinnen natuurlijk een onderwerp en een gezegde geven, maar in de praktijk doen we dat heel vaak niet. Alleen al de vraag Biertje? is een mooie afgekorte zin. En denk nou niet dat jij als enige wél al die woorden volledig uitspreekt: dat doe je niet. Iedereen spreekt woorden korter uit dan ze geschreven worden. Neem jezelf bevobbeld eens een dagje op en luister het terug. Lachen hoor!

Toch is er ook een groot verschil tussen het verhaal en de taalkundige werkelijkheid. In het verhaal wordt namelijk overlegd en afgesproken hoe ze de uitdrukking kunnen versimpelen. Dat is niet helemaal hoe het werkt. We korten namelijk heel natuurlijk af. Neem de uitdrukking “als het u belieft”. Die uitdrukking is naar alle waarschijnlijkheid op dezelfde manier als bevobbeld korter geworden. Wat opvalt: het zijn de zwakke klinkers van het en bElieft die wegvallen, en dat is helemaal niet zo gek, want die waren toch al zwak. Trouwens, om comme une vraiment nerd af te sluiten: weten jullie hoe dat heet, als een uitdrukking langzaam één woord wordt? Inderdaad, univerbatie. Wist ik ook niet hoor, maar ook Milfje steekt nog eens wat op van die stukjes. Noem nog eens een paar geuniverbatiseerde uitdrukkingen!

3 opmerkingen: