vrijdag 19 september 2014

Verhalen over Taal van Van Dale: kopen.

Door een gelukkig toeval mocht ik Verhalen over taal recenseren, een boek dat werd uitgegeven ter viering van 150 jaar Van Dale woordenboek. Het boek voelt als een schoolboek, met een harde en kloeke kaft en stevig papier. Dit is geen boekje dat je even leest en dan in de hoek van de bank werpt. Het is een boek als een woordenboek, gebouwd om bewaard te blijven. Tot zover de vorm. Over de inhoud kunnen we bondig zijn: Verhalen over taal is een fantastisch boek, dat ik werkelijk iedereen kan aanraden. Echt iedereen, omdat het voor elk wat wils heeft. Korte verhalen, anekdotes, taalgeschiedenis, weetjes, beschouwingen, en uiteindelijk natuurlijk vooral ook woorden, woorden, woorden.


Het boek zit je aan het denken over de aard van recenseren. Normaliter heb je een object (boek, concert, restaurant), waarvan je een algemene indruk destilleert, die je kruidt met wat sappige voorbeelden. In dit geval is dat vrijwel onmogelijk. Zelden heb ik een boek gelezen dat zo afwisselend was. Dat is de grote kracht van dit boek: het verveelt geen seconde. Maar dat maakt het dus wel moeilijk om er iets alomvattends over te zeggen: ieder abstractieniveau doet onrecht aan de rijkheid van het materiaal. Typisch een gevalletje “als niet dan toch”, dus here goes.

Ten eerste gaat het boek over de maker van het woordenboek, Johan Hendrikvan Dale. Er wordt over zijn leven verteld, maar ook wordt er verteld hoe we over zijn leven weten: een mooi kijkje in het biografisch bedrijf. Ook de geschiedenis van het woordenboek als produkt wordt nadrukkelijk uitgediept: over de verschillende versies, en hoe die veranderden, maar ook over de Spellingsoorlog van 1995. En over labels, zoals gew. (gewestelijk), en Zuid-Nederlandsch. Het is allemaal niet zo vanzelfsprekend, dat soort labels: het zijn allemaal keuzes, die vaak moeilijk zijn geweest.

Ten tweede staan er geweldige korte verhalen in, van journalisten, van schrijvers, van taalkundigen, van  Tommy Wieringa tot Nicolette Vosmeer, van Vivien Waszink tot Michiel Eijsbouts. Het leukst van alles vind ik toch wel de geschiedenis van lemmata, stukken die door alleskunner en redacteur van het gehele boek Wim Daniëls geschreven zijn. Betekenissen veranderen namelijk, en omdat de Dikke een afspiegeling moet blijven van het taalgebruik van de samenleving veranderen de lemmata mee. Lees bijvoorbeeld over de ontwikkeling van (de) fiets, en pik direct een stukje voorwerp-geschiedenis mee (over de ontwikkeling van het rijwiel). De balans tussen woordgeschiedenis en sociale geschiedenis is lovenswaardig.

Maar dan natuurlijk de woorden. Onderaan iedere pagina staat een trefwoord, met uitleg. Die zijn soms weinig interessant, los van hun eventuele intrinsieke schoonheid (fuif), soms zijn ze exotisch (imponderabiliën). Dan zijn er pagina's met weetjes. Alleen al voor de weetjes zou ik het boek kopen. De langste woorden in de Van Dale zijn 35 letters lang (eentje is het woord voor langewoordenfobie). Er wordt per letter verteld hoeveel lemmata er zijn: de x heeft er het minst (109), de s het meest (25.557). En er zijn heerlijke woorden die je gewoon tegenkomt in de lopende tekst, zoals conculega en versurinamiseerd.

Als er één mogelijk minpunt is, dan is dat het geen rustige leeservaring is, dit boek. Verschillende letterkleuren, allerlei inzetten op de pagina, verschillende achtergronden: het is een potje. Dat past misschien niet zo goed bij Van Dale, dat ommers een Baken van Uniformiteit is, maar het past wel goed bij de inhoud van dit boek, dat een Baken van Pluriformiteit poogt te zijn.

Koop dit boek. Koop het omdat je van woorden geniet. Koop het omdat je Van Dale een warm hart toedraagt. Koop het omdat je een korte spanningsboog hebt (de meeste stukken zijn niet langer dan een pagina). Koop het omdat je wil pronken met taalweetjes. Koop het omdat je van Nederlandse geschiedenis houdt. Koop het omdat je van hardcover houdt. Koop het voor iedereen voor kerst dit jaar. Daar doe je iedereen een plezier mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten