Dit najaar, bij u in de bioscoop: het Nieuwe Groene Boekje! Een van de taalevents van het jaar, maar wel eentje die gepaard gaat met een beetje spanning. Wat zullen ze nu weer veranderen? Wij doken eens in de bestaande spelling. We vroegen onze fanschare wat men de irritantste spellingsregels vond. Direct kwam een van de heikele punten van de nieuwe spelling van 1995 uit de ergernissenkast: de tussen-n. Van fluitekruid en pannenkoek, of fluitenkruid en pannekoek? Oké, dan gaan we dat eens lekker bespreekbaar maken. Wat is nou eigenlijk de regel? En wat is de (on)zin ervan?
Door Sterre Leufkens
De Echte Regels
Daar komen ze, de echte regels volgens de spellingsleidraad bij het Grrroene Boekje. Hier staan ze echt, maar we hebben het even samengevat. We beperken ons tot zelfstandig naamwoorden, dus kwesties als ideeëloos negeren we voor nu (want ja, het is dus eigenlijk NOG ingewikkelder).
De tussen-n treedt in werking bij samenstellingen. Samenstellingen bestaan uit twee delen. Bijvoorbeeld in slette(n)bak, hebben we deel 1 'slet', en deel 2 'bak'. Dit levert de volgende regels op:
- Als deel 1 een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud altijd eindigt op een -n, dan krijg je een tussen-n. Dus: mensenvlees.
- Als deel 1 een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud altijd eindigt op een -s, dan krijg je geen tussen-n. Dus: kastanjeboom.
- Als deel 1 een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud op een -n én een -s kan eindigen, dan krijg je geen tussen-n. Dus: gedachtespinsel, groentesoep.
Sinds 2005 zijn er drie uitzonderingen. Hou vol, we zijn halverwege.
1. Deel 1 eindigt zonder meervoud sowieso al op een -n. Dan hoef je die niet nog toe te voegen. Dus: christendeugd.
2. Deel 1 is versteend, oftewel, het is geen woord (meer) waar je een meervoud van kunt maken. In dat geval: geen tussen-n. Hier is een lijstje van, met daarop bijvoorbeeld petekind (want wat zijn peten?) en elleboog (ellen?). Best een leuk lijstje eigenlijk om lekker uit je hoofd te leren!
3. Er zijn samenstellingen die niet uit twee delen bestaan, maar stiekem een woordgroep zijn, compleet met roestige naamvalsuitgangen. Ook daar: geen tussen-n, tenzij de naamval dat vereist. Dus: inderminneregeling.
In 1995 was er nog een vierde uitzondering, die wegens intense weerstand tien jaar later verdween. Hij ging zo: als deel 1 een dier is en deel 2 een plant, dan krijg je geen tussen-n. Dus: paardebloem. Maar: fluitenkruid, want een fluit is geen dier.
Maar waarom?
Vóór 1995 moest je je in tussen-n-kwesties op betekenis baseren: één hond in een hok, dus hondehok, een lading bessen in het sap, dus bessensap. Maar ja, dat levert problemen op bij koninginnesoep (0 koninginnen in de soep, mag ik hopen, of is dit nu koningssoep?), fluitenkruid (0 figuurlijke fluiten in het kruid), en vooral bij ondoorzichtige samenstellingen (0 ellen in een boog). Bovendien is betekenis een vloeibaar iets: als het hok voor 2 honden is, is het dan een hondenhok? Variatie, onduidelijkheid, en chaos alom.
Om daar een eind te maken, leek het de Taalunie-commissie beter om de regels voortaan niet meer op betekenis, maar op vorm te baseren. Het is tenslotte makkelijk te bepalen of het meervoud van een woord op -n of op -s eindigt; we zijn het daar allemaal over eens.
Waarom niet?
Op zich is het best een slim plan om niet per se voor de betekenis, maar voor de vorm te kiezen. Maar helaas werkt het niet zo goed. Dat zien we ten eerste aan de reeks uitzonderingen. Allemaal gevallen waarin de meervoudsregels tóch geen eenduidige oplossing bieden.
Dat is ook best verklaarbaar. De tussen-n die we soms toevoegen, is namelijk helemaal geen meervouds-n. Het is een geval van epenthesis, wat Grieks is voor inlassing. In verband met uitspreekbaarheid is het simpelweg prettig om een klank in te lassen (zo zeggen we ook duur-der en niet duur-er). Welke dat is, maakt niet zo veel uit, maar een 'stomme e' is altijd snel gemaakt, dus dat is een fijne optie tussen twee medeklinkers in. Dat we daar dan ook een -n- bij willen schrijven, dat is misschien wel omdat we achter een stomme -e sowieso vaak een -n gebruiken: bij meervouden. Volgens de enige echte Nederlandse grammatica is het de ondoorzichtige uitkomst van een lang proces van verschuivingen, het verdwijnen van naamvallen, spellingswijzigingen en andere chaos.
En nu?
Zoals altijd met spelling mag je het helemaal zelf beslissen. Er is niemand die zegt dat je het Groene Boekje moet volgen (behalve als je een ambtenaar bent), en bovendien levert fluitekruid/fluitenkruid geen betekenisverschil op. Maar zoals altijd: het is vaak handig om je aan de regels te houden, en als je dat niet doet, om uiteraard goed geïnformeerd te zijn. Onze tip: als iemand commentaar heeft, begin gewoon over epenthesis en het verdwijnen van naamvallen vanwege de isolationering van de Nederlandse taal, en dan hoor je niemand meer.
En nu?
Zoals altijd met spelling mag je het helemaal zelf beslissen. Er is niemand die zegt dat je het Groene Boekje moet volgen (behalve als je een ambtenaar bent), en bovendien levert fluitekruid/fluitenkruid geen betekenisverschil op. Maar zoals altijd: het is vaak handig om je aan de regels te houden, en als je dat niet doet, om uiteraard goed geïnformeerd te zijn. Onze tip: als iemand commentaar heeft, begin gewoon over epenthesis en het verdwijnen van naamvallen vanwege de isolationering van de Nederlandse taal, en dan hoor je niemand meer.
Ik heb destijds gehoord of gelezen dat het de bedoeling was om inderdaad één regel te introduceren: altijd een tussen-n schrijven als je een 'stomme e' hoort. Daar werd bezwaar op gemaakt vanwege het woord 'koninginnendag'. De indruk zou kunnen ontstaan dat we meer dan één koningin tegelijk hadden en dat mocht niet. Toen die uitzondering eenmaal was toegestaan, was het hek van de dam en kregen we een tsunami van uitzonderingen over ons uitgestort.
BeantwoordenVerwijderenInteressant, dat verhaal kende ik nog niet. Dat koningshuis, dat is toch invloedrijker dan je zou denken hè!
VerwijderenIk denk dat deze regel eigenlijk ook in de samenvatting had moeten worden meegenomen (uitzonderingsregel 8.E): "Als het linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die in de gegeven context uniek is, schrijven we -e.". Dit is waarom we zonnebril zouden moeten schrijven en niet zonnenbril (maar hoe uniek is onze zon?)
BeantwoordenVerwijderenWilfred
Dat is waar Wilfred, die had er ook bij gemoeten. Dank voor de aanvulling.
VerwijderenPrecies, om die reden is het zonnestelsel en sterrenstelsel. Dit soort uitzonderingen is er precies de oorzaak van dat sommige mensen afhaken zodra het over spellingregels (dus niet: spellingsregels :) ) gaat.
BeantwoordenVerwijderenIk snap niet wat je bedoelt, Henny. Bedoel je dat er te veel uitzonderingen op de gewone tussen-n-regels zijn, en dat mensen daarom afhaken? Of dat de uitzonderingen 'logischer' zouden moeten zijn?
VerwijderenBedankt voor de verduidelijking, want ik had de nieuwe spelling wel al gezien, maar snapte de logica erachter nog niet. Wel vind ik de nieuwe regels wel op elke mogelijke manier een verslechtering:
BeantwoordenVerwijderen1. Ze gooien de regels compleet om waardoor mijn taalgevoel niet meer klopt.
2. Als het de bedoeling was om de spelling te versimpelen hadden ze beter in allen gevalle geen tussen-n kunnen doen of juist wel.
Maar waarde Anoniem, een spelling van twintig jaar oud kun je toch amper 'nieuw' noemen? Dan heb je het over de barre tijden waarin wij nog maar net gewend waren aan cd'tjes draaien, toen wij nog tv-programma's opnamen op de videorecorder en premier Kok een paars kabinet leidde.
VerwijderenDe auteurs van het Groene Boekje hadden voor zover ik begrijp niet zozeer versimpeling voor ogen, als wel eenduidigheid. Voor de tussen-n-regel hadden ze inderdaad net zo goed kunnen opteren voor 'schrijf nooit een n'. In dat geval zou er een storm van protest zijn opgestoken. Wat doen we dan met 'arrestantenarrestatie' en 'handenarbeid'?
Als je regels wilt opstellen, ligt de uitzondering al op je te wachten. Je kunt in plaats daarvan kiezen voor de laat-maar-waaienmethode; daar is best veel voor te zeggen. Het gekke is dat taalgebruikers juist blijven schreeuwen om regulering van de spelling, om zich vervolgens bijzonder druk te maken om de rariteiten ervan.
Overigens zijn de regels allerminst 'compleet omgegooid' in 1995. 'Hij wordt geslagen' is nog steeds met -dt. Het voornaamste is dat de voorkeursspelling is afgeschaft: voor 1995 was 'kado' nog toegestaan, nu is alleen 'cadeau' nog maar goed. Als jouw specifieke taalgevoel daardoor niet meer klopt, is dat niet een erg sterk argument voor aanpassing van de regels, vind je niet?