Door Sterre Leufkens
Nedersaksisch
Voor wie denkt: Nedersaksisch? Wasdadan? Nou, dat is de taal
die ze in noordelijke en oostelijke provincies van Nederland, en in het noorden
van Duitsland gebruiken. Het heeft allerlei varianten, die je wel (her-)kent: onder
andere Twents, diverse soorten Drents en Gronings, Stellingwerfs, en in
Duitsland bijvoorbeeld het Oostfries. Alles bij elkaar zijn er zo’n 4,8 miljoen
sprekers: vandaar de titel van de conferentie ‘Nedersaksisch, de slapende
reus’. Slapend, want zoals de eerste sprekers van de dag vertelden is het
gebruik van het Nedersaksisch in de afgelopen decennia nogal afgenomen. Mensen zijn dan ook bang voor het uitsterven van de taal. Ze hopen dat
de EU iets kan doen, want hé, een taal die een grote groep mensen verbindt over
landsgrenzen heen: dat past nog ‘ns mooi bij de Europese gedachte.
Sprekers
Maar liefst 13 deskundigen wierpen hun licht over de
kwestie. Een Duitse Europarlementariër vertelde over politieke mogelijkheden om
de taal te stimuleren. Twentse celebrity Anne van der Meiden vertelde over zijn
bijbelvertaling, en wat die hem geleerd had over zijn taal. Socialemedia-ster
Martin ter Denge betoogde dat we het Nedersaksisch moeten behandelen en
gebruiken als een gewone, moderne taal. Twee studentes vertelden over hun goede
ervaringen met het geven van onderwijs in het Drents. Een RTV-Oost-medewerker
hield een pleidooi voor meer Nedersaksisch in de media. En ikzelf vertelde dat
het geen kwaad kan om je kind in het Twents op te voeden, als dat je moedertaal
is. Veel perspectieven, veel ideeën om het gebruik van Nedersaksisch te stimuleren,
veel warme gevoelens en taaltrots.
Wat kan Europa doen?
Als laatste stonden twee Europarlementariërs op het
programma. De Spaanse Sixto Molina bedierf de trotse pret meteen een beetje,
door aan te geven dat de EU eigenlijk maar weinig kan doen. Er is een handvest minderheidstalen, met een artikel dat nationale overheden allerlei
instrumenten biedt om regionale talen te beschermen en bevorderen. Maar het is
aan overheden wat ze daarmee doen, legde hij uit: het verdrag legt geen
wettelijke verplichtingen op, en een aantal landen heeft het verdrag überhaupt niet
geratificeerd. Landen kunnen dus alsnog doen waar ze zin in hebben, en vooral
laten waar ze geen zin in hebben.
Gelukkig deed Szabolcs Horvath vervolgens wel een opbeurende duit
in het zakje: de EU kan geen taalwetten voorschrijven, maar heeft
wel geld. Dat geld moet wel via projecten geïnvesteerd worden. Wanneer je als ondernemende
Nedersaksiër dus een goed project bedenkt, dan kan de EU dat misschien
wel financieren.
Ik vond het een interessante omkering. Mensen komen naar het parlement met het verzoek: doe iets, EU, om mijn taal te redden. De EU, in de vorm van Europarlementariërs die het belang van minderheidstalen heus hoog inschatten, antwoordt in feite: de macht ligt bij landen, en die kunnen wij nergens toe dwingen. Júllie kunnen wel iets doen. Bedenk een aanpak, bedenk een project, spreek je eigen instanties (media, scholen, lokale en nationale politici) aan, en regel het. Wij staan achter je.
Hoe nu verder?
Het risico van een bijeenkomst als deze is natuurlijk dat
het blijft bij mooie woorden. Warme pleidooien voor
het Nedersaksisch veranderen op zich namelijk niks. Toch had ik het idee dat
de verzamelde Nedersaksen hoopvol naar huis gingen. Er zaten genoeg mensen in
de zaal met goed onderbouwde (ideeën voor) projecten. Als er daar 1 of 2 van
gerealiseerd kunnen worden, dan is dat winst voor het Nedersaksisch. En als ik raspolitica Annie zo bezig zag, dan zit het met politiek
initiatief ook wel snor.
Dus alloh, der an! Trekt den reus de gordienen lös!
Hol 'der' minderheidstaalbeleid?!?
BeantwoordenVerwijderen't Lik der vaeke op dät ij niet wakker wörren wil, maer wi'j blieven an 't bedde skudden.
BeantwoordenVerwijderen