maandag 24 oktober 2016

Welke woorden schrijf je aanelkaar?

voordehandliggend (bron

Wij bij Milfje hebben allebei onze sterke en zwakke punten, qua taal dan. Het zwakke punt van Milfje-Marten is absoluut zijn spelling. "Ik ben daar slordig in, ik interesseer me er ook te weinig voor", verklaarde de aanstormde taalkundige geforceerd jolig. Gelukkig haalt Milfje-Sterre veel van zijn fouten eruit. Maar Milfje zou Milfje niet zijn wanneer hen niet eens keek naar wát voor fouten er in de stukjes staan. En daar bleek een interessante groep in te zetten. Milfje-Marten schrijft woorden namelijk vaak aan elkaar die los 'horen'. En dat is eigenlijk best voordehandliggend. 

Wederom... frequentie!

(NB: ik is vanaf nu Milfje-Marten). Het zijn niet zomaar woorden die ik aan elkaar schrijf. Het gaat om combinaties die ik (volgens mijn intuïtie in ieder geval) vaak samen gebruik. We hebben hier dus opnieuw met een frequentie-effect te maken! Laten we eens kijken om welke gevallen het gaat. Op zijn minst zijn het deze woordcombinaties:

- zo ja (in de betekenis: indien ja)
- maar ja
- voor de hand liggend
- op zich
- zeg maar

Ik ben niet de enige die deze woordcombinaties aan elkaar schrijft. Een snelle zoektocht op het Interweb laat zien dat er al een heleboel taaladviezen over deze gevallen zijn, bijvoorbeeld hier, hier en hier. Alle vier de combinaties komen ook rijkelijk voor op Internet: voordehandliggend meer dan 3000 keer, maarja toch zeker 100.000 keer, zoja ook wel 20.000 keer. Fjoew, ik sta niet alleen.

Niet zomaar

Opvallend is wel dat ik niet zo maar alle combinaties van woorden aan elkaar schrijf. "In ieder geval" zou ik nooit aan elkaar schrijven, terwijl ik die woorden toch vaak samen gebruik. Nadere bestudering van bovenstaand lijstje laat zien dat het in alle gevallen gaat om combi's waarbij de klemtoon achteraan ligt: opzích, voordehandlíggend, zojá (alleen zégmaar is een uitzondering). Zou dat iets kunnen verklaren?

Er is soms een relatie tussen spelling en klemtoon, bijvoorbeeld in het Engels. Neem het woord icecream. Dat werd vroeger los geschreven (ice cream), vervolgens met een streepje (ice-cream), en nu aan elkaar (icecream). Voor mensen die nog denken dat spelling geen invloed heeft op taal is er het volgende leuke detail: door deze nieuwe spelling veranderde de klemtoon. Eerst zei men ice créam (klemtoon op cream), maar sinds de nieuwe spelling is het ícecream. Ik had een legendarische docent fonologie in Leiden die altijd zei dat hij dat toch zó raar vond, hij was opgegroeid met ice créam. Gelukkig kon hij er afstand van nemen, en ging hij niet iedereen te lijf die het op een andere manier uitsprak.

Goed, onder invloed van een spellingsverandering kan de klemtoon dus verschuiven. Dat helpt me in mijn zo( )ja-gebeuren alleen geen steek verder: daar is de klemtoon niet verschoven dóór mijn spellingsvariant, eerder andersom. Denk ik: misschien is het wél andersom. Hoe dan ook (ook een kandidaatje misschien, op termijn), dit helpt me niet. 

Aanelkaarschrijven is normaal

Terug naar de echte vraag: dokter, ben ik gek?! Nou nee, eigenlijk is woorden aan elkaar schrijven de normaalste zaak van de wereld. Er zijn zelfs een heleboel woorden in onze taal die ooit los stonden, maar nu gewoon aan elkaar worden geschreven. Een voorbeeld? Neem er 10: vanavond, goedendag, mijnheer, bovendien, tenslotte, desalniettemin, alsjeblieft, dankjewel, godverdomme, waarvandaan. En dit is nog maar het topje van de ijsberg. Een blik op de lijst met aaneenschrijfwoorden van OnzeTaal laat zien hoe vaak dit proces nu nog steeds voorkomt. Ik ben dus alleen maar een proponent van een heel normaal proces. Bovendien is dit een fraai voorbeeld van een arbitraire taalregel: sommige woorden worden aanelkaar geaccepteerd op geen andere gronden dan historisch. 

Maar Milfje wat moet ik doen?

Het komt dus veel voor, mág het dan ook? Het is goed om je te realiseren dat dit een mooi voorbeeld is van een proces van taal-/spelverandering dat bij veel woorden al heeft plaatsgevonden, en dat actief blijft, en dus bij nieuwe woordcombinaties ook plaats kan vinden. Om nu dus te zeggen: tot hier en niet verder, we wéten dat het vaak gebeurde, maar nieuwe wil ik er niet bij, dat vind ik hypocriet. Het gaat hier zelden om woorden die een betekenisverschil opleveren in losse of vaste vorm. Dit is dus een mooi gebied waarbij het mijns inziens prima is om lekker variatie toe te laten. Mijn advies: wees je bewust van betwiste gevallen, en besluit dan lekker zelf waar je voor kiest. Baas in eigen taal!

3 opmerkingen:

  1. Een complicerende factor lijkt me wel dat er in bepaalde gevallen inmiddels bewust gebruik is gemaakt van de variatie tussen los en aan elkaar, door verschillende betekenissen aan de twee opties toe te kennen: ten slotte vs. tenslotte, tenminste vs. ten minste, e.d. Daar "mag" je dus niet (meer) vrijelijk variëren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Helemaal eens. En dat zijn dan nog de ingewikkeldere varianten, waarbij nuance toegevoegd wordt. Zeker in het geval van 'tenminste' en 'ten minste'. Maar wat te denken van 'tweejarige koeien' versus 'twee jarige koeien' of 'veel diarree gevallen in restaurant' versus 'veel diarreegevallen in restaurant'.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Drabkikker, je hebt gelijk: er zijn gevallen waar betekenisverschil is. Daar is variatie niet altijd handig. Maar, bij de gevallen die ik beschrijf is juist geen betekenisverschil, en er is dus ook geen reden om variatie niet toe te staan.
      En Robert: ook jij hebt gelijk hoor, diarreegevallen kan verschil opleveren. Maar nu komen we in het gebied van de spatiefouten, en daar heeft mijn stukje eigenlijk niets mee te maken. Het gaat hier om woordcombinaties die door veelvoorkomendheid aan elkaar worden geschreven.

      Verwijderen