Door Sterre Leufkens
De waan van de dag: een nimmer opdrogende bron van neologismen. Die meeste taalcreaties zijn samenstellingen (participatiesamenleving, treitervlogger, je kent het wel), maar soms duikt er tot Milfjes eindeloze vreugde opeens een nieuw woorddeeltje op. Eerder schreven we al over achtervoegsels -gate (nipplegate, Mabelgate), -ista (fashionista) en -ati (Illuminati, Twitterati). Vandaag uw onverdeelde aandacht voor het voorvoegsel plof-: een nieuw stukje morfologie naar de mensen toe!
We kennen 'plof' natuurlijk allemaal als onderdeel van woorden als ontploffing en plofkraak, waarin het verwijst naar een explosie, en specifieker naar het geluid daarvan (volgens J. de Vries een 'doffe slag', ik kan je uit eigen ervaring vertellen dat een plofkraak anders klinkt, maar goed). Ontploffen betekent dan weer 'met een knal uit elkaar barsten', en dat zal de betekenis zijn die geleid heeft tot de term 'plofkip'. Plofkippen, jullie weten het al maar ik leg het nog maar even uit, zijn kippen die vetgemest worden totdat ze net niet uit elkaar barsten maar wel door hun pootjes zakken, die op die manier veel vlees van dubieuze ethische kwaliteit opleveren.
Er zijn in onze wereld meer zaken van dubieuze kwaliteit, en dat leidt ertoe dat 'plof' inmiddels een nieuw leven is begonnen als voorvoegsel. Taalkundige Jack Hoeksema ontdekte in 2014 al de plofprof: "het tegendeel van de intellectuele, veel boeken lezende en liever pijprokende dan CV-poetsende proffen van vroeger". Net als de plofkip is zo'n professor 'haastig geproduceerd'. Hoeksema schrijft erbij dat hij meer ploffertjes verwacht, en jawel: later volgden de plofvis (smakeloze kweekvis die je in restaurants wel eens krijgt, zie hier), plofproza (Hoeksema's eigen term voor kiloknallerproza), de plofdodo, en de plofstudent: ook weer haastig geproduceerd (want doet BA en MA in 4 jaar, veel te kort voor ware kennisvergaring), het kost niks, maar z/hij is dus ook van dubieuze kwaliteit.
De betekenis van 'plof' is dus uitgebreid. Aanvankelijk ging het om 'volgestoptheid' (zo vol dat het ontploft), nu is daar 'goedkope massaproductie' bijgekomen (credits naar morfologe Jenny Audring voor de observatie). Mensen, de mogelijkheden zijn eindeloos, want hoeveel goedkope massproductie en laag-kwalitatieve toestanden zijn er wel niet? Dit nieuwe voorvoegsel heeft een grootse en meeslepende toekomst! Denk eens aan alle domeinen: spullen natuurlijk (plofkleding, plofkoe en ander vlees, plofauto's, plofsoftware), maar ook politiek (plofpresident, plofwet, plofparlement, plofland), arbeid (plofcontract, plofwerkgever), kunst en letteren (plofschilder, plofblog), het houdt niet op.
Ploffen jullie je nieuwe vondsten hieronder in de commentaren?
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenMarten Toonder liet bijfiguren uit de Bommelsaga wel eens op een ploffietsje door Rommeldam rijden.
BeantwoordenVerwijderenPlofkennis miste ik, maar die blijft niet lang hangen natuurlijk.
BeantwoordenVerwijderenIk hou het bij de plofsluis (Houten - Nieuwegein).
BeantwoordenVerwijderenPlofpartij (Haalt de kiesdrempel niet)
BeantwoordenVerwijderenPloftieten (Siliconenlek)
Plofplofkraak (Het geld ligt op straat)
Op Geenstijl wordt plofkip ook gebruikt ter aanduiding van een vrouwelijke zelfmoordterrorist.
BeantwoordenVerwijderenGS kent ook de variant Ploflim
VerwijderenEen plofballonnetje (iets te ambitieus proefballonnetje)
BeantwoordenVerwijderenEen plofkont, in elk denkbaar opzicht het tegengestelde van een bofkont.
BeantwoordenVerwijderenAch, een (inmiddels overleden) oom van mij had ruim 30 jaar geleden al de bijnaam "plofkont". Nooit enig idee gehad wat men daarmee bedoelde.
VerwijderenIk mis de 'plofklas'. Dat zijn klassen die volgens de leraar te groot zijn. Zie het artikel in het AD: http://bit.ly/2mSAflh
BeantwoordenVerwijderenAlleen in Nederland lijkt het te ploffen. Hier in Vlaanderen hoor ik het niet...
BeantwoordenVerwijderenIk ben echt verploft, nee toch?
BeantwoordenVerwijderen