donderdag 15 februari 2018

Alles wat wij willen zeggen over de koppen van de NOS

Door Sterre Leufkens

Geef het maar toe, lezer: ook jij slaat op een onbewaakt moment, wanneer je eigenlijk dat rapport zou moeten schrijven of eindelijk dat mailtje sturen, weleens aan het surfen. De NOS-website of app blijkt tot de vaste plekken te behoren die mensen tijdens het werk-ontwijken wel eens bezoeken. Dat is mooi, want dat betekent dat veel van jullie het volgende fenomeen wel zullen herkennen: de wij-jullie'isering van de NOS-koppen. 


Voordat ik dit stukje ging schrijven dacht ik van alles over koppen. Een traditionele kop geeft in één zin of zinsdeel weer wat de belangrijkste boodschap (het belangrijkste nieuws) van het stukje eronder is. Mijn aanname was dat koppen lekker kort moeten zijn, wegens ruimtegebrek en omdat een kortere kop krachtiger is. Typische koppen zouden dan ook in telegramstijl moeten zijn (geen overbodige lidwoorden enzo). Bovendien moeten ze zo neutraal mogelijk zijn - een doorsnee kop moet niet de mening van de auteur bevatten over wat ze relevant vindt aan de tekst, haar gevoelens bij het schrijfproces, of wat dan ook. De schrijver en de lezer komen in die hele kop niet voor. 

Goed, tot zo ver mijn verouderde kopideeën. Dit alles blijkt namelijk achterhaald, zoals je in dit verhelderende stuk van Schrijfvis kunt lezen, gebaseerd op onderzoek. Lange koppen blijken juist vaker gelezen te worden dan korte, en, welke schetst mijn verbazing, mensen klikken juist sneller op een kop waarin ze persoonlijk worden aangesproken. Ik deel dat persoonlijk niet (althans niet bewust) - ik krijg juist jeuk op een onbereikbaar plekje op m'n rug van koppen als deze:

We willen het met je hebben over de uitkering voor politici (hier)

Hierin noemen de NOS-journalisten zichzelf expliciet (we), en spreken ze direct de lezer (je) aan. Zo'n kop is 1. niet kort en 2. schrijvers en lezers zijn expliciet aanwezig. Het is bijna alsof je opeens in gesprek bent met de journalisten. Alsof ze op de deur van je kantoor komen kloppen, en zeggen: 'Hee we willen niet storen maar we willen het even met je hebben over de uitkering voor politici! Heb je een minuutje?'

Dat gespreksachtige verklaart misschien mijn ergernis: ga anders even weg uit mijn kantoor, de uitkering van politici interesseert me niet. Maar zoals altijd met ergernissen kun je ze beter niet je cholesterol laten beïnvloeden. Het is leuker om je af te vragen: wat gebeurt hier precies, en waarom?

Laten we eens wat meer voorbeelden bekijken. De NOS blijkt vaak dezelfde (soort) constructies te gebruiken om het 'gesprek' te openen. Behalve dat ze het met ons willen hebben over een en ander, vinden ze bijvoorbeeld ook regelmatig dat we dingen moeten (of willen) weten:

Dit is wat je moet weten over het regeerakkoord (hier)

Alles wat je wilde weten over het eigen risico (hier)

Dit is wat jullie wilden weten over het presidentsdebat (hier)

Wat jullie wilden weten over de tbc-gevallen in Vaassen (hier)

Zoals jullie zien spreken de journalisten soms 1 lezer aan (je) en soms alle (jullie). Dat laatste creëert meteen een soort groepsgevoel: brave burgers vernamen dat er tbc-gevallen waren in Vaassen, waren razend benieuwd hoe dat nou allemaal zat, sloegen aan het internetten en hup, daar komt de NOS to the rescue.

Dat 'wat jullie willen weten' is trouwens ook interessant in dit opzicht. Het is niet zomaar de NOS die ons uitlegt hoe het zit, eenrichtingsverkeer, nee: 'wij' willen zelf iets weten, en de NOS beantwoordt onze vraag. Ook hier wordt het frame van een gesprek gecreëerd, een dialoog. 

Maar soms wordt het nog bonter. Dan zijn we opeens één groep, de lezers samen met de journalisten:

Jij zoekt, Google telt. Dit zochten we het vaakst in 2017 (hier)

We zochten massaal naar David Bowie (hier)

In deze voorbeelden gaat het om de groep 'Nederlanders' - dat zijn degenen die onderzocht zijn, zoals je in de bijbehorende artikelen kunt lezen. Hier verdwijnt het onderscheid tussen schrijver en lezer: we zijn tenslotte allemaal Nederlanders die massaal David Bowie googelden toen hij overleed. 

Dit type formuleringen past perfect in een theorie over nieuwsapps, die op ons zusterblog De Onderkast prachtig uitgelegd wordt. Volgens die theorie checken mensen een nieuwsapp niet alleen om zich over het nieuws te informeren, maar ook uit FOMO: fear of missing out. Het nieuws, dat zijn de dingen die onze groep (Nederlanders, in het geval van de NOS) bezig houden. Wie bij de groep wil horen, moet dus op de hoogte zijn van het nieuws. Het nieuws checken is een manier om erbij te horen, om ons Nederlander te voelen, samen, verbonden. 

De NOS leest blijkbaar ook De Onderkast, want de koppen spelen hier mooi op in. Vermoedelijk heeft de communicatieadviseur ter plaatse hier een mooie presentatie over gegeven aan de koppenmakers. Wij van de NOS moeten maatjes zijn met de mensen! De huiskamer in! We zijn zelf tenslotte ook nieuwsconsumenten, wij zijn ook wij!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten