maandag 16 april 2018

De constructie van een mop

Door Marten van der Meulen

Vorige week schreef Sterre een stukje over pragmatiek in kindermoppen. Ik ging daardoor nadenken over grappen, en over hoe ze zijn opgebouwd. Toen realiseerde ik me: eigenlijk zijn er ook veel moppen die inzicht geven in het onderbewust leren van genreconventies. Uhhh... wat?! Echt, let maar eens op. Zoals Sterre ook al schreef: grappen ontleden is dodelijk voor de humor, maar helaas, dat moet maar. Het geeft namelijk enorm veel inzicht in taal.



De kenmerken van een genre

Je kunt de manier waarop mensen taal gebruiken op allerlei manieren indelen. Bekend zijn bijvoorbeeld geografische (hoe spreken mensen op een bepaalde plek) en sociale afbakeningen (hoe spreken mensen met een bepaald sociaal kenmerk). Maar je kunt ook kijken naar bijvoorbeeld de mate van formaliteit: wat is er anders aan de manier waarop je een gesprek voert met je partner op je kussen ten opzichte van de kersttoespraak van de koning? Je kunt dan ook kijken naar verschillende genres. Een bekende vergelijking is die tussen krantenartikelen en wetenschappelijke artikelen. Die twee groepen teksten zijn verschillend qua omstandigheid. Ze hebben bijvoorbeeld een andere functie, een ander publiek, en vaak een andere beschikbaarheid. Je kunt vervolgens kijken naar talige kenmerken. Krantenteksten bevatten bijvoorbeeld veel meer bijwoorden van tijd en plaats (gisteren, daar etc). Je kunt ten slotte ook nog kijken naar de structuur van teksten. Welke opeenvolging van informatie is er vaak? En hier worden moppen interessant.

Moppen zijn een genre op zich. Dat genre heeft een aantal kenmerken. Er is bijvoorbeeld eerst een inleiding, maar het eindigt altijd met een clou. De bedoeling van die clou is om mensen aan het lachen te maken. Moppen zijn over het algemeen heel kort: vaak minder dan 50 woorden. Binnen het genre van moppen kun je dan nog onderscheid maken tussen raadsels (waarbij in ieder geval symbolische respons van een publiek verwacht wordt), vertellende moppen (met een situatieschets: een Belg, een Duitser en een Nederlander zitten in de kroeg) en allerlei meer. 

Spelen met genre

Die genrekenmerken zijn een indicatie: het zijn geen harde eisen. Zo gaat dat met genres. je hebt bijvoorbeeld altijd teksten in een genre die met de conventies spelen. In poëzie gebeurt dat, in kunst, in toneel. De clou wordt bijvoorbeeld weleens verteld aan het einde, zoals in de film Memento, die volledig achterstevoren wordt verteld. Enfin. Bij moppen heb je ook gevallen waar met die genreconventies wordt gespeeld. Die moppen zijn vaak flauw, en leveren misschien geen gegarandeerd buldersalvo op. Maar ik weet nog dat ik ze leuk vond, toen ik ze voor het eerst hoorde. En dat ik mensen beoordeelde op of ze ze ook grappig vonden. Als het niet grappig is, dan is het in ieder geval wel knap. Verschillende talige of situationele elementen worden namelijk voor het voetlicht gebracht. Let maar eens op.

Het onopgeloste raadsel

Wat is het verschil tussen een dood vogeltje?

Een klassiek raadsel, denk je aanvankelijk. Wat is het verschil tussen X en Y? Er zijn eindeloze variaties op. Maar dan: de constructie klopt al niet, want je hebt maar één verschilmaker. Bovendien: voor een verschil heb je een vergelijking nodig, en dus minstens twee objecten. Huh?!

Z'n ene pootje is even lang.

Ah die zin jongens, die is toch heerlijk. Vintage Chomsky: correct volgens de regels van de Nederlandse grammatica, maar volslagen onzinnig qua betekenis. Genreconventie becommentarieerd, boem! Er zijn ook variaties op deze mop bekend, het verschil tussen een krokodil bijvoorbeeld. Ook leuk.

De bakker en z'n brood

Komt een man bij de bakker, zegt-ie tegen de bakker: "Mag ik één brood?"
Zegt de bakker: "Bruin of wit?"

To zover weinig aan het handje. We hebben duidelijk te maken met een oude ABC-mop: een stelling, een wedervraag, en BAM! Slam dunk touch down doelpunt one hundred and eeeeeeeighty! Het antwoord op de vraag of de man het brood bruin of wit wil, is grappig. Maar hoe dan?!

Zegt de man: "Maakt niet uit, ik ben toch op de fiets."

Aha! Opnieuw een volledig onzinnig antwoord! Want wat kan het feit dat de man op de fiets is nou voor invloed hebben op de keuze voor brood? Hier wordt gespeeld met het idee van de clou. De clou van een clou is dat het een relatief onverwacht antwoord is op het voorgaande (so far so good), waar mensen om kunnen lachen. Maar niks van dat alles. Louter verdwazing. Heerlijk.

Fijn dat het kan

Een jood, een moslim en een christen lopen een bar in.

Klassieke opening. Inhoudelijk verwacht je dat ze alle drie iets gaan zeggen dat voortkomt uit de manier waarop ze worden geïdentificeerd/gestereotypeerd. Structureel verwacht je dat de eerste twee iets vergelijkbaars zeggen, en dat de derde iets tegendraads opmerkt, wat dan dus de punchline is. Maar niks van dat alles:

Zegt de barman: "Wat geweldig dat we in een maatschappij leven waarin mensen van verschillende religies gewoon een drankje met elkaar kunnen doen in het openbaar."

Ja ja, het was eigenlijk een sociaal commentaar! Als je hier al om moet lachen, dan is het om de slimme manier waarop de vorm aan de kaak wordt gesteld. Als je er niet om moet lachen, dan kun je in ieder geval waardering proberen op te brengen voor de subversieve vertelvorm. De '3 mannen lopen een bar in'-vorm is overigens ook meermaals vervormd door geniale komiek Bill Bailey. Hij legt de nadruk o.a. op het aantal, en op het idee van '3 mannen'. Geweldig, en precies een voorbeeld van waar ik het over heb. (En voor de generatief syntactische taalkundigen onder jullie is hier nog een variant: Three syntacticians walk into A'.)

Enfin, dit over moppen en genreconventies. Kennen jullie hier nog voorbeelden van? Ik sta er enorm voor open. 

9 opmerkingen:

  1. Wat mij altijd opvalt is dat de eerste zin vaak inversie kent, zoals in die titel van Kluun: 'Komt een man bij de dokter.' Waarom? Om te signaleren: dit wordt een mop? Of zie ik iets voor de hand liggenders over het hoofd?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hmm volgens mij niet zozeer inversie als wel ellips van een dummy-onderwerp er. Toch? Maar waarom dat gebeurt, geen idee. Misschien om spreektaligheid te simuleren?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het lijkt me niet dat deze constructie per se spreektaligheid wil simuleren, want moppen zijn bij uitstek een spreektalig genre. Bovendien is dit verschijnsel nu juist alleen iets dat je in verhalen vindt. Je kunt bijvoorbeeld het niet als antwoord geven op een vraag, ook niet in spreektaal.
    - Waarom ben je zo boos?
    - Heb ik vannacht niet geslapen.
    Overigens is noemt Taalportaal dit 'narrative inversion' (puntje voor Gaston) maar zegt vervolgens dat het een 'expletive construction' is (puntje voor Milfje).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Interessant, dank! Toch vraag ik me af hoe dat dan met 'er' zit. Misschien is er iets over te zeggen vanuit informatiestructuur: wat is het verschil tussen 'Er komt een man bij de dokter' en 'Een man komt bij de dokter'?

      Verwijderen
    2. Hier zijn vast tal van studies naar gedaan, die ik niet ken, maar ik denk dat dat 'Er' nodig is om het onderwerp te introduceren. 'Een man komt bij de dokter' wringt semantisch, omdat 'een man' onbepaald is, en dus niet naar een specifieke man hoort te verwijzen, maar tegelijk die onbepaalde man als onderwerp wordt gebruikt, en daarmee specifiek wordt gemaakt. Dat vermijd je door 'Er' tot onderwerp te maken, waarmee 'een man' een nadere aanduiding wordt van het onderwerp; dat kan blijkbaar beter. Het is niet specifiek voor moppen; je kunt ook niet zeggen: 'Een vuiltje zit in mijn oog.' of 'Een paard staat in de gang.' of 'Ein Lind steht in jenem Tal.' ('Es steht ein Lind in jenem Tal' is uit 1542). Het is volgens mij ongrammaticaal, in elk geval in spreektaal.

      Verwijderen
  4. Een ander voorbeeld is de vraag die om een (symbolische) reaktie vraagt, waarna die reaktie dan weer gebruikt wordt voor de clou.

    -Wat is het verschil tussen een brood en een krokodil?
    -Ehm, weet ik niet.
    -Nou, dan zal ik jou maar niet naar de bakker sturen voor een brood.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja dat is zeker een leuke subcategorie, had ik nog niet aan gedacht!

      Verwijderen
  5. Hans Bennis heeft iets geschreven over het feit dat openingszinnen van moppen vaak beginnen met het werkwoord (V1-zinnen) https://pure.knaw.nl/portal/files/462216/15016.pdf.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik had al vermoed dat iemand zou zijn geweest. Dank! Dat is een mooi onderwerp voor de Nieuwsbrief Neerlandistiek voor de Klas :D

      Verwijderen