vrijdag 19 juli 2013

10^Taal voor... Froukje Henstra


Taal: wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken, ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Vandaag Froukje Henstra, promovenda in Leiden binnen het VICI-project "The Codifiers and the English Language: tracing the norms of standard English" en docente Engels. 

1. Wat betekent taal voor jou?

Taal is allereerst mijn werk: ik probeer dagelijks pubers bij te laten inzien dat hun taalgebruik en hun taalbegrip er toe doen, en dat het ook leuk kan zijn om daaraan te werken. Voor ik lerares Engels werd was taal ook al mijn werk, als promovenda bestudeerde ik o.a. de taalnormen van het Engels van de achttiende eeuw en de invloed van sociale netwerkstructuren op taal . Hoe kun je met brieven als bron historische netwerkstructuren reconstrueren en onderzoek doen naar taalinvloeden binnen het netwerk? Dat proefschrift heb ik afgemaakt naast mijn werk als docent, dus dat is al min of meer een “taalhobby”. Ik zou wel willen zeggen dat taal mijn hobby is, maar eigenlijk ben ik daarvoor veel te weinig met taal bezig buiten mijn werk. Maar ik probeer wel regelmatig te lezen; tegenwoordig lees ik veel young adult fiction, series zoals Hunger Games, City of Glass, Percy Jackson and the Olympians, etc. Niet alleen omdat ik die boeken dan kan aanraden aan leerlingen, maar ook omdat ik uiteindelijk toch het meeste plezier en vooral ontspanning beleef aan het lezen van spannende boeken, met een tikje fantasy. Voor een volwassen academica lees ik bedroevend weinig echte literatuur. Maar goed, ik was dan ook altijd meer een taalkundemeisje.

2. Wat vind je van spellingsregels?

Ik vind het bestaan van regels wel prettig, en duidelijk, maar zou het dan prima vinden als ze niet te vaak werden herzien. Inmiddels vind ik de regels voor het Nederlands behoorlijk ingewikkeld – vooral op het gebied van koppeltekens, trema’s, hoofdletters en los-of-aan-elkaarschrijven (is dit goed? Ik denk het niet dus…). Ik vind spellen in het Engels veel makkelijker, ik maak ook minder vaak fouten, terwijl de orthografie van het Engels verder verwijderd is van de klank van woorden dan in het Nederlands. Werkwoordspelling vind ik dan nog het belangrijkste. Je hoort het niet in de uitspraak, en je kunt natuurlijk uit de context van de zin ook wel halen welke werkwoordstijd er eigenlijk bedoeld wordt in de zin “Wat gebeurd er?”, maar toch vind ik het belangrijk om op dat gebied wel aandacht aan je taal te besteden. Vooral d/t-fouten vind ik gewoon echt lelijk staan en onderbewust trek ik toch tien punten van je ingeschatte IQ af als ik dat regelmatig voorbij zie komen.

3. Erger je je aan het taalgebruik van mensen?

Ik gaf al toe dat ik stiekem ergernis voel en een waardeoordeel vel als iemand d/t-fouten maakt. En dat vind ik van mezelf dan weer stom, want als taalkundige heb ik best geleerd over de relatieve onzin van dit soort regels. En toch hè… Waar ik me echt aan erger is het gebruik van “welke” in zinnen als “Treinen welke rijden in de nacht volgend op…”(op alle NS borden te lezen), en “De mensen welke te laat kwamen kregen een uitbrander”. Het is correct maar ik vind het lelijk, het is overdreven formeel en het voegt niets toe, behalve dat het lijkt alsof je probeert je zin “moeilijker” en “mooier” te laten klinken.

4. Waarom denk je dat mensen zich ergeren aan taalgebruik?

Om zich beter te voelen dan een ander. Het is toch een beetje dat gevoel van “Ik heb dit vroeger ook moeten leren, waarom kun jij het niet onthouden en ik wel?”. Misschien zit er ook wel wat wrok in over dat anderen zich blijkbaar wel kunnen loswrikken van de geleerde regels, terwijl jijzelf er tijd en aandacht aan besteedt. Sommige mensen vinden het denk ik ook wel lekker om zich slimmer te voelen dan een ander. De ergernis komt denk ik dan vanuit de “minachting” van de ander voor de door jou zo hooggeachte taalregels. Ik betrap mezelf er ook op hoor, dat ik denk “Zo moeilijk is dat toch niet?” bij regels die ik zelf heel goed weet. Aan de andere kant vind ik ook dat mensen zeuren als ik ergens een “oude spelling” heb gebruikt of iets verkeerd doe met die vermaledijde koppeltekens en hoofdletters.

5. Nederlands of Engels?

Engels! Ik lees liever boeken in het Engels, ik vind dat ik me beter kan uitdrukken in geschreven Engels, zelfs een groep toespreken doe ik liever in het Engels. Ik denk dat het komt omdat ik getraind ben in schrijven in het Engels, niet in Nederlands (niet meer na de middelbare school althans). Ik druk me op papier in het Nederlands snel nogal formeel uit, maar academisch Nederlands beheers ik ook niet goed. Ik voel me niet gemakkelijk bij schrijven in het Nederlands (ik doe ook al enorm lang over het beantwoorden van deze vragen). Openbaar spreken in het Engels is makkelijker voor me omdat er een soort extra filter zit tussen mij en de wereld: de Engelse taal. Stotteraars kunnen vaak wel vloeiend zingen, voor mij is Engels spreken net dat kleine stukje meer afstand tussen mij en wat ik zeg wat het spreken makkelijker maakt. Ik vind mijn stem in het Engels ook veel minder stom en schel klinken. Zit allemaal tussen mijn oren natuurlijk…

6. Wat is je lievelingswoord?

Dat heb ik niet echt. Toen ik op de middelbare school zal heb ik een periode met mijn beste vriendinnetjes zoveel mogelijk werkwoorden vervangen door “bevatten” en “vertoeven”. Vonden we hilarisch: “Ik bevat een nieuwe jas”, “Heb je je huiswerk al vertoefd?” of “X heeft met Y vertoefd! Nou jaaaaa, nu bevat ze een koortslip”, etc. Doodvermoeiend voor onze ouders en klasgenoten geloof ik. Mijn moeder zegt dat ze aan mijn toon en woordkeus nog steeds kan horen wanneer ik mijn beste vriendinnetje van toen aan de telefoon vertoef. Misschien is vertoeven toch wel mijn lievelingswoord.

7. Heb je een taalwens, en zoja, wat is het?

Ik zou willen dat de eindexamens Engels veel meer gingen lijken op wat we de kinderen het hele jaar leren: niet alleen lezen en trucjes om vragen te beantwoorden uit je hoofd leren, maar spreken, lezen, schrijven, luisteren, kennis van land en volk, en dan liefst in een contextrijke situatie. Maar ja, dat is niet zo praktisch… Verder zou ik het leuk vinden als kleine talen en regionale talen in de toekomst bewaard blijven, talen als Fries (mijn tweede moedertaal die ik helaas sinds mijn vijfde niet echt meer spreek en alleen nog begrijp), Bretons, Gaelic, en al die iniminitaaltjes in verre buitenlanden die ik niet van naam ken.

8. Wier of wiens taalgebruik vind jij inspirerend?

Nog zo’n moeilijke vraag. Ik ben niet zo’n literatuurverslinder, heb geen grote liefde voor van Kooten en de Bie uit huis meegekregen, en ik merk dat ik bij caberetiers en liedjesschrijvers vaak meer op de inhoud let dan op taalgebruik. En als ik iets heel moois hoor onthoud ik vaak de naam niet. Maak ik kan er niet omheen om nu Maarten van Rozendaal te noemen. Liedjes als Mooi, die zijn inderdaad “om te janken zo mooi”. En Annie M.G. Schmidt, daar ben ik ook dol op!
9. Welke taal zou je nog wel eens willen leren en waarom?

Dat zijn er een heleboel! Op volgorde van wat ik het liefste wil leren:
Zweeds/Russisch/Chinees/Fins/Spaans/Arabisch. Niet echt haalbaar allemaal, daarvoor ben ik veel te slecht in uit mijn hoofd leren.

10. Ken je nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?

Vorige week zou ik nog gezegd hebben van niet, maar iemand vertelde me vorige week deze drie grapjes (hardop lezen). Had ik al gezegd dat ik heel slecht ben in grapjes vertellen?:

Hoe heet de bekendste crimineel van Brabant? (Witte Tonnie)

Welk dier staat het vaakst in de wei in Brabant? (Witte geit)

Wat is de meest voorkomende meisjesnaam in Brabant? (Whitney)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten