Taal:
wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften,
polemieken,ingezonden
brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul meningen. Toch
zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden dan anderen.
Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Ton van der
Wouden, onze interviewee van vandaag, studeerde Nederlands in Leiden
en promoveerde in Groningen op een proefschrift over ontkenningen.
Hij werkt nu bij het Meertens Instituut in Amsterdam. Leuk detail: bijna al zijn artikelen zijn online!
1.
Wat betekent taal voor u?
Taal
is datgene wat de mens onderscheidt van alle andere dieren, en daarom
alleen al geweldig interessant. Bovendien verdien ik er mijn boterham
mee: sinds mijn studie ben er ik iedere dag professioneel mee bezig.
Al sinds 1985 ben ik werkzaam als taalkundige, op heel veel
verschillende manieren: ik heb meegewerkt aan de totstandkoming van
het Corpus Gesproken Nederlands – toen de grootste
gecomputeriseerde verzameling spontane spraak van enige taal ter
wereld – ik ben hoogleraar Nederlandse taalkunde in Duitsland
geweest, ik heb een boek geschreven over het Nederlands van België
en eentje over ontkenningen, en nu werk ik mee aan een grote
grammatica van het Nederlands – en het verveelt me geen moment.
2.
Wat vindt u van spellingsregels?
Een
heel gedoe. Volgens Joop van der Horst uit Leuven zijn consequente
spellingen een uitvinding van drukkers, die daarmee hun afzetmarkt
vergrootten: daarvoor schreef iedereen ongeveer wat hij in zijn eigen
dorp hoorde en zei, om het maar even simpel
te zeggen. Het boek kon zich daarmee ontwikkelen tot de perfecte
leesmachine: uit onderzoek weten we dat zeker geoefende lezers
sneller lezen als de spelling correct is. Vervolgens is men die
spellingsregels ook op school gaan onderwijzen, wat er mede voor gezorgd heeft dat de verschillen tussen de
dialecten kleiner geworden zijn. Op perverse wijze is vervolgens de
misvatting ontstaan dat wie slordig spelt, ook wel slordig zal
denken. In de handen van personeelsfunctionarissen en dat soort
mensen wordt spelling zo een (oneigenlijk) selectiemiddel, bij banen
en bij van alles. Als je die baan wilt hebben, moet je je haar kammen
voor het sollicitatiegesprek, en min of meer foutloos schrijven in je
sollicitatiebrief.
3.
Ergert u zich aan het taalgebruik van mensen?
Zeker!
Een ergernis die ik koester, is die tegen de uitdrukkinger is
sprake van. Van mijn oude leermeester Ton Harmsen heb ik geleerd
dat je die alleen gebruikt als er echt ergens over gesproken wordt,
of als een sterke ontkenning: geen sprake van betekent dan
zoiets als “het gebeurt niet, en we hoeven er zelfs niet over te
praten, discussie is uitgesloten”. Maar als taalkundige zie ik heel
goed dat mensen de uitdrukking er is sprake van ook wel eens
gebruiken als ze er is bedoelen. En dat vind ik ook wel weer
fascinerend: waarom kiezen die mensen voor die langere uitdrukking
als ze ook gewoon er is kunnen zeggen?
Gewichtigdoenerij en mode spelen vast een rol, maar ik denk dat ook
bewuste vaagheid een rol speelt. Als politicus kun je makkelijk
roepen dat er sprake is van een tsunami van regeltjes en
dan wek je de suggestie dat je inderdaad heel stoer van mening bent
dat er veel regeltjes zijn. Maar als je dan geconfronteerd wordt met
cijfers die bewijzen dat er juist minder regeltjes komen, dan kun je
altijd volhouden dat je alleen maar hebt willen zeggen dat ‘de
mensen’ erover praten dat er te veel regeltjes zijn.
4. U
bent de grote kenner van partikels in Nederland. Waarom zijn
deze zo interessant?
Jullie
vergeten Ad Foolen uit Nijmegen! Maar van partikels – van die
kleine, onopvallende woordjes als hè en ‘ns die
de communicatie kruiden en organiseren – weten we nog maar (dat
waren er weer twee!) heel weinig, al is duidelijk dat ze een hele
belangrijke rol spelen. Ga zitten! kan ik alleen
maar zeggen als ik de baas ben. Anders moet ik dat bevel verzwakken
met een geruststellend partikel als maar (ga maar
zitten), met een gezellig (maar ook een beetje ongeduldig)
partikel als nou (ga nou zitten, of liever
nog ga nou zitten joh). En dan zijn er nog verschillen
binnen het Nederlands: boven de grote rivieren zeg je alweer en
daar beneden kun je ook weeral gebruiken. En in
België gebruiken ze net, precies en juist net/precies/juist
een beetje anders dan ik dat als Hollander doe.
5.
Waar bent u op dit moment mee bezig? Partikels in dialecten?
Nee,
dat stel ik nog even uit! Ik werk nu met een aantal collega’s aan
het Taalportaal (www.taalportaal.org),
een grote internet-grammatica van het Nederlands en het Fries. Die is
in de eerste plaats bedoeld voor wetenschappers, dus hij is
geschreven in het Engels (sorry hoor). Maar daarin proberen we alles
wat er bekend is over de klanken, de woorden en de zinnen van de twee
landstalen toegankelijk te maken.
6.
Naar welk onderdeel van het Nederlands mag van u meer onderzoek
worden gedaan?
Partikels!
7.
Heeft u een taalwens, en zoja, wat is het?
Ophouden
met zeuren over de verloedering van het Nederlands: onze taal is
springlevend, en gaat dus met zijn tijd mee.
8.
Wier of wiens taalgebruik vindt u inspirerend?
Ik
kan iedere keer geweldig genieten van de teksten van drs. P.
9.
Welke taal zou u nog wel eens willen leren en waarom?
Fries,
want dat is de andere taal die we in het Taalportaal beschrijven.
10.
Kent u nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?
Linda
de Pinda, ken je dat? Veel talen hebben reduplicatie: je neemt
een woord, en je plakt dat zelfde woord er precies of ongeveer
achteraan, en dan krijg je een nieuwe betekenis. In het Maleis
betekent orang “mens”, en orang
orang betekent “mensen”. In het Nederlands kun je
reduplicatie gebruiken voor contrast: een meisjemeisje is
een heel meisjesachtig meisje, en met Wil je oploskoffie of
koffie-koffie? kun je verschil maken tussen oploskoffie en
“echte koffie”. Reduplicatie kun je ook doen met voornamen: je
neemt een naam, zet er de achter, en dan weer de
naam, zonder de eerste medeklinker(s) maar met een p: Olga-de-Polga,
Steven-de-Peven, Simon-de-Pimon. Het gaat het best met namen van
twee lettergrepen met de klemtoon op de eerste lettergreep, desnoods
met geweld (Marruk-de-Parruk), en je krijgt extra punten als
het tweede deel een bestaand woord is, zoals bij Linda-de-Pinda.
Even oefenen, en dan kun je het ook, dus kennelijk zit er systeem in.
Maar dat systeem is niet compleet: wat krijg je als de naam al met
een p begint? Petra-de-Petra is
niet leuk. Wat dan wel? Ik houd me aanbevolen voor suggesties van de
lezers.
Petra-de-Metra
BeantwoordenVerwijderenbij ons wonen:
BeantwoordenVerwijderenmonique de fliek, floor de poor en kakki de flakki
en vroeger ook nog twan de pan (maar die is weggelopen)