Translate Milfy!

vrijdag 21 februari 2014

10^Taal met... Ton van der Wouden

Taal: wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken,ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Ton van der Wouden, onze interviewee van vandaag, studeerde Nederlands in Leiden en promoveerde in Groningen op een proefschrift over ontkenningen. Hij werkt nu bij het Meertens Instituut in Amsterdam. Leuk detail: bijna al zijn artikelen zijn online!


1. Wat betekent taal voor u?

Taal is datgene wat de mens onderscheidt van alle andere dieren, en daarom alleen al geweldig interessant. Bovendien verdien ik er mijn boterham mee: sinds mijn studie ben er ik iedere dag professioneel mee bezig. Al sinds 1985 ben ik werkzaam als taalkundige, op heel veel verschillende manieren: ik heb meegewerkt aan de totstandkoming van het Corpus Gesproken Nederlands – toen de grootste gecomputeriseerde verzameling spontane spraak van enige taal ter wereld – ik ben hoogleraar Nederlandse taalkunde in Duitsland geweest, ik heb een boek geschreven over het Nederlands van België en eentje over ontkenningen, en nu werk ik mee aan een grote grammatica van het Nederlands – en het verveelt me geen moment.

2. Wat vindt u van spellingsregels? 

Een heel gedoe. Volgens Joop van der Horst uit Leuven zijn consequente spellingen een uitvinding van drukkers, die daarmee hun afzetmarkt vergrootten: daarvoor schreef iedereen ongeveer wat hij in zijn eigen dorp   hoorde en zei, om het maar even simpel te zeggen. Het boek kon zich daarmee ontwikkelen tot de perfecte leesmachine: uit onderzoek weten we dat zeker geoefende lezers sneller lezen als de spelling correct is. Vervolgens is men die spellingsregels ook op school gaan onderwijzen, wat er mede voor gezorgd heeft dat de verschillen tussen de dialecten kleiner geworden zijn. Op perverse wijze is vervolgens de misvatting ontstaan dat wie slordig spelt, ook wel slordig zal denken. In de handen van personeelsfunctionarissen en dat soort mensen wordt spelling zo een (oneigenlijk) selectiemiddel, bij banen en bij van alles. Als je die baan wilt hebben, moet je je haar kammen voor het sollicitatiegesprek, en min of meer foutloos schrijven in je sollicitatiebrief.

3. Ergert u zich aan het taalgebruik van mensen? 

Zeker! Een ergernis die ik koester, is die tegen de uitdrukkinger is sprake van. Van mijn oude leermeester Ton Harmsen heb ik geleerd dat je die alleen gebruikt als er echt ergens over gesproken wordt, of als een sterke ontkenning: geen sprake van betekent dan zoiets als “het gebeurt niet, en we hoeven er zelfs niet over te praten, discussie is uitgesloten”. Maar als taalkundige zie ik heel goed dat mensen de uitdrukking er is sprake van ook wel eens gebruiken als ze er is bedoelen. En dat vind ik ook wel weer fascinerend: waarom kiezen die mensen voor die langere uitdrukking als ze ook gewoon er is kunnen zeggen? Gewichtigdoenerij en mode spelen vast een rol, maar ik denk dat ook bewuste vaagheid een rol speelt. Als politicus kun je makkelijk roepen dat er sprake is van een tsunami van regeltjes en dan wek je de suggestie dat je inderdaad heel stoer van mening bent dat er veel regeltjes zijn. Maar als je dan geconfronteerd wordt met cijfers die bewijzen dat er juist minder regeltjes komen, dan kun je altijd volhouden dat je alleen maar hebt willen zeggen dat ‘de mensen’ erover praten dat er te veel regeltjes zijn.

4. U bent de grote kenner van partikels in Nederland. Waarom zijn deze zo interessant?

Jullie vergeten Ad Foolen uit Nijmegen! Maar van partikels – van die kleine, onopvallende woordjes als  en ‘ns die de communicatie kruiden en organiseren – weten we nog maar (dat waren er weer twee!) heel weinig, al is duidelijk dat ze een hele belangrijke rol spelen. Ga zitten! kan ik alleen maar zeggen als ik de baas ben. Anders moet ik dat bevel verzwakken met een geruststellend partikel als maar (ga maar zitten), met een gezellig (maar ook een beetje ongeduldig) partikel als nou (ga nou zitten, of liever nog ga nou zitten joh). En dan zijn er nog verschillen binnen het Nederlands: boven de grote rivieren zeg je alweer en daar beneden kun je ook weeral gebruiken. En in België gebruiken ze netprecies en juist net/precies/juist een beetje anders dan ik dat als Hollander doe.

5. Waar bent u op dit moment mee bezig? Partikels in dialecten? 

Nee, dat stel ik nog even uit! Ik werk nu met een aantal collega’s aan het Taalportaal (www.taalportaal.org), een grote internet-grammatica van het Nederlands en het Fries. Die is in de eerste plaats bedoeld voor wetenschappers, dus hij is geschreven in het Engels (sorry hoor). Maar daarin proberen we alles wat er bekend is over de klanken, de woorden en de zinnen van de twee landstalen toegankelijk te maken.

6. Naar welk onderdeel van het Nederlands mag van u meer onderzoek worden gedaan? 

Partikels!

7. Heeft u een taalwens, en zoja, wat is het? 

Ophouden met zeuren over de verloedering van het Nederlands: onze taal is springlevend, en gaat dus met zijn tijd mee.

8. Wier of wiens taalgebruik vindt u inspirerend?

Ik kan iedere keer geweldig genieten van de teksten van drs. P.

9. Welke taal zou u nog wel eens willen leren en waarom? 

Fries, want dat is de andere taal die we in het Taalportaal beschrijven.

10. Kent u nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje? 

Linda de Pinda, ken je dat? Veel talen hebben reduplicatie: je neemt een woord, en je plakt dat zelfde woord er precies of ongeveer achteraan, en dan krijg je een nieuwe betekenis. In het Maleis betekent orang “mens”, en orang orang betekent “mensen”. In het Nederlands kun je reduplicatie gebruiken voor contrast: een meisjemeisje is een heel meisjesachtig meisje, en met Wil je oploskoffie of koffie-koffie? kun je verschil maken tussen oploskoffie en “echte koffie”. Reduplicatie kun je ook doen met voornamen: je neemt een naam, zet er de achter, en dan weer de naam, zonder de eerste medeklinker(s) maar met een pOlga-de-Polga, Steven-de-Peven, Simon-de-Pimon. Het gaat het best met namen van twee lettergrepen met de klemtoon op de eerste lettergreep, desnoods met geweld (Marruk-de-Parruk), en je krijgt extra punten als het tweede deel een bestaand woord is, zoals bij Linda-de-Pinda. Even oefenen, en dan kun je het ook, dus kennelijk zit er systeem in. Maar dat systeem is niet compleet: wat krijg je als de naam al met een p begint? Petra-de-Petra is niet leuk. Wat dan wel? Ik houd me aanbevolen voor suggesties van de lezers.

2 opmerkingen:

  1. bij ons wonen:
    monique de fliek, floor de poor en kakki de flakki
    en vroeger ook nog twan de pan (maar die is weggelopen)

    BeantwoordenVerwijderen