donderdag 9 oktober 2014

Een nieuw controniem: aftrap!

Via een anonieme bron werd Milfje op de hoogte gesteld van een ons onbekend controniem. Het gaat om het woord aftrap. Wij kenden dat alleen als “begin van een voetbalwedstrijd”, of in bredere betekenis als “begin van wat dan ook” (denk aan een campagne van de Bond Tegen de Bond Tegen Vloeken). Maar nu werd mij uitgelegd dat een aftrap ook het eind van een bezigheid kan betekenen. In een boek over zegswijzen bij de marine komt de volgende definitie voor:

        Aftrap: Signaal voor het einde van het eerbewijs; einde van een oefening; enz.
        Ook: Het was aftrap plezier maken = het plezier was over.

Een schitterend voorbeeld, want inderdaad hondsambigu (hoera nieuw woord)! De betekenis van aftrappen als ervandoor gaan geeft Van Dale overigens ook, maar, zoals zij het vermelden,wordt het alleen nog "gewestelijk" gebruikt (een neutrale term voor "in bepaalde dialecten"). Kom, vertel eens vlug: wie gebruikt het nog wel eens?

Nu heb ik even geïnformeerd bij een bron van me bij de marine (bedankt Thomas!), en deze betekenis wordt nog steeds gebruikt! Hoera voor de marine, hoera voor taal! Misschien zitten er in jargon wel meer controniemen verborgen, wie noemt er nog eens eentje?



1 opmerking:

  1. "Ik trap het af" in de betekenis van ervandoor gaan hoor ik nog regelmatig in West Zeeuws-Vlaanderen.

    BeantwoordenVerwijderen