Taal: wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken,ingezonden
brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul meningen. Toch
zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden dan anderen.
Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Vandaag het woord aan Inger en Vellah, partners in crime, de oprichtsters van de populaire twitter- en facebookpagina Taalvoutjes. Door hun fans worden ze ook wel liefkozend de taalvrouwtjes genoemd. Hun nieuwe boek Taalvoutjes 2 (waarvoor Milfje zowaar een bijdrage schreef) ligt nu in de winkel.
1. Hoe zijn jullie op het idee gekomen
van Taalvoutjes?
Apart van elkaar plaatsten we al
voutjes, ieder op onze eigen Facebookpagina. Dat waren vooral nog
d/t-vouten en verhaspelingen van gezegdes in de media. Tot op een dag
een vriendin van Vellah suggereerde om hier een publieke pagina voor
aan te maken. Zo gezegd, zo gedaan. In krap een uur hebben we een
naam en een logo bedacht en de pagina ingericht. Voor vrienden en
familie, gewoon voor de grap dus.
2. De FB en twitter van Taalvoutjes
worden massaal gevolgd, en jullie hebben inmiddels twee boekjes en
een scheurkalender met Taalvoutjes uitgebracht. Hoe verklaren jullie
het succes van Taalvoutjes?
Het lijkt erop dat meer mensen, net als
wij, van taal houden. We merken ook dat ons idee om grappige teksten
bij de foto's te bedenken aanslaat en de grap van de voutjes
versterkt. Natuurlijk heeft het gebruik van Facebook zeker ook
meegeholpen: doordat fans onze voutjes massaal gingen delen,
verspreidde ons idee zich als een olievlek.
3. Hoe denken jullie dat het komt dat
mensen taalvoutjes maken?
Dat kan meerdere oorzaken hebben. Aan
de ene kant lijkt het erop dat het taalonderwijs achteruitgaat en dat
hierdoor meer vouten gemaakt worden. Althans, dat wordt vaak beweerd.
Natuurlijk hebben we er geen onderzoek naar gedaan, maar als we soms
voutjes, gemaakt door docenten, binnenkrijgen, kunnen we ons daar wel
iets bij voorstellen. Denk aan een docent die bij het huiswerk
van een leerling schrijft: "Jij red het wel." Of een docent
die een leerling die 'gedanst' schrijft, verbetert met 'gedansd'.
Immers, 'het werkwoord is danzen en de 'z' staat niet in het
kofschip'. Hoe kunnen leerlingen het goed doen als hun docenten het
al niet weten? En er zijn natuurlijk meer voor de hand
liggende redenen. Iemand is dyslectisch, heeft het Nederlands niet
als moedertaal of is gewoon niet zo goed in taal.
4. Denken jullie dat er tegenwoordig
meer taalvoutjes worden gemaakt dan vroeger? Zo ja: wat zou daartegen
gedaan kunnen worden?
Dat is lastig te zeggen. We zien nu
meer geschreven taal in het dagelijks leven, mede door de komst van
sociale media. Daardoor kan het lijken alsof er meer vouten gemaakt
worden dan vroeger, terwijl dat niet zo hoeft te zijn. We hopen in
ieder geval dat we met Taalvoutjes het bewustzijn over taal
vergroten. We horen gelukkig geregeld van fans dat ze steeds meer
opletten op hun taalgebruik sinds ze ons kennen. In de media wordt
tegenwoordig vaak bezuinigd op eindredactie - hoewel dat zeker niet
bij alle kranten zo is - zodat daar wel meer dan vroeger vouten
gemaakt worden. De oplossing? Een goede eindredacteur.
5. Ergeren jullie je wel eens aan
taalgebruik van anderen, of kunnen jullie er altijd om lachen?
Het ligt er heel erg aan wie de
taalvout maakt. In het geval van een allochtoon bijvoorbeeld, die
zijn best doet om goed Nederlands te schrijven: chapeau! Maar als het
gaat om een journalist of een andere professional die beter zou
moeten weten, daar kunnen we ons wel aan ergeren, ja.
6. Wat is jullie lievelingswoord?
Mogen we er ook twee noemen? Dat van
Vellah is recalcitrant en dat van Inger is vermetel.
7. Wier of wiens taalgebruik vinden
jullie inspirerend?
Wij zijn dol op taalvernieuwers, zoals
Ronald Snijders, die een column heeft geschreven voor ons eerste
boek. In zijn boek 'De Alfabetweter' staan de leukste neologismen,
zoals gevangeniswezen: kinderen van wie beide ouders in de gevangenis
zitten. Of wat dacht je van Sinterklaahaas: uitroep van Sinterklaas
als mensen hem niet herkennen wanneer hij zich voorstelt. 'NEE ik ben
~ !!'.
8. Hebben jullie een taalwens, en zo
ja, wat is het?
Onze grootste wens is dat steeds meer
mensen doorkrijgen dat taal echt heel erg leuk is. En we weten niet
of we dit onder de taalwensen mogen scharen, maar we hopen dat we
over een paar jaar van Taalvoutjes kunnen leven.
9. Jullie zijn beiden zeer actief op
sociale media, zowel persoonlijk als professioneel. Denken jullie dat
social media, of digitalisering in het algemeen, onze taal verandert?
Er ontstaan natuurlijk nieuwe woorden,
denk aan 'social media' zelf, of 'liken' en 'twitteren' en de
zogeheten sms-taal wordt steeds meer gebezigd (afkortingen,
combinaties van letters en cijfers enzovoorts). Maar dat is niet
zozeer een verandering als een verrijking (of verloedering, zo u
wilt. Daar zijn de meningen over verdeeld). Digitalisering heeft
misschien als gevolg dat mensen meer op de autocorrectie vertrouwen
en de regels niet meer stampen, maar we zien niet direct dat de taal
daardoor verandert. Het is wel zo dat door de vervaging van grenzen -
mensen staan wereldwijd met elkaar in contact - steeds meer
leenwoorden waar te nemen zijn (daarover hebben we ook een pagina in
ons boek opgenomen). Verandert onze taal daardoor? Wellicht wel. Maar
wij delen niet de vrees van sommige mensen dat het Nederlands zal
verdwijnen; daarvoor is onze cultuur te doordrongen van eigen
identiteit en er zijn gelukkig nog duizenden mensen die zich
hardmaken voor onze taal. Dat bewijzen de fans op onze pagina wel.
Taal is altijd onderhevig aan verandering, daar moet je je niet tegen
verzetten. Anders zouden we nog steeds praten van 'Hebban olla
vogala...' ;-)
10. Wat vinden jullie de
allergrappigste taalvout allertijden?
Ook hier hebben we beiden onze eigen
favoriet. Die van Vellah is toch wel de onderwijsfout met danzen
gedansd en die van Inger is het bord langs de kant van de weg,
met daarop de tekst 'Mais te koop'. Maar er zit een behoorlijke
spatie tussen de letters 'ma' en 'is', zodat het bord een heel andere
betekenis krijgt.
Altijd aardig die taalvoudjes en ik volg ze via Twitter. Wel is het aanbod soms zo groot dat ik verzadigd raak en ik me dan nergens meer over verbaas.
BeantwoordenVerwijderenEn steeds vaker wordt bij reactie-sites, en ook op Twitter, gebruik gemaakt van de spellingchecker (allemaal vrij overgenomen van de open-access-lijst van Open Taal). Velen menen dat hierdoor het spellingvermogen van mensen achteruit gaat, maar ik denk het tegenovergestelde: door steeds te zien wat de goede spelling is, leer je juist het correcte letterbeeld onthouden.
Er is zeker flink bezuinigd op eindredacties, met name bij de digitale media. Toch is mij opgevallen, dat met name het laatste jaar er nog maar zelden foute, of bewust/onbewust dubbelzinnige koppen worden gemaakt. Maar ik kan me vergissen.
Dan de favoriete taalvoud van Inger en waar een foto bijstaat. Ik wil niets afdingen op de grappigheid, maar ik houd het goed voor mogelijk dat hier geen sprake is van een taalvoud, maar van ludiek opzet.