vrijdag 31 oktober 2014

Taal^Toekomst ...Myrthe Wildeboer

Joop van der Horst zou, als hij nu moest kiezen, niet opnieuw taalkundige worden. Hij verklaart de discipline in haar nadagen, in OnzeTaal oktober 2014. Toch zijn er nog mensen die in dit schemergebied noest doorploeteren. Het zijn mensen, meestal jong, die toch proberen van de taalvorsing hun Levenswerk te maken (in ieder geval voorlopig). Milfje ging op zoek naar deze Dappere Lui, en interviewde, in plaats van de gevestigde taalschetenwapperts, de Onderzoekers van Morgen. Met deze week Myrthe Wildeboer, student Research Master Linguistics aan de Universiteit Leiden.


1. Waarom studeer je taalwetenschap?

Ik studeer TW omdat ik taal een heel interessant onderwerp vind. Je kunt er zoveel mee en het heeft zoveel aspecten: alles heeft met taal te maken! Ik wilde geen specifieke taal studeren, omdat je dan ook de cultuur en de literatuur etc. erbij krijgt en daar was ik niet zozeer in geinteresseerd. Het gaat me meer om de pure taal.

2. Heb je specifieke interesses binnen de taalwetenschap?

Ik ben heel erg geïnteresseerd in de fonetiek van taal (=fysische en fysiologische eigenschappen van de spraakklanken) en in meertaligheid. Daarnaast is psycho/neuro-linguistiek denk ik mijn grote passie. Ik vind het gewoon fascinerend hoe het brein werkt en hoe taal in het brein werkt. Met meertaligheid is het heel interessant om te zien hoe de verschillende talen in het brein gestructureerd zijn.

3. Wil je de wetenschap in? Zoja, wat wil je doen, zo nee, wat wil je dan wel doen?

Dit vind ik een moeilijke vraag... Ik zou best wel de wetenschap in willen, alleen denk ik dat dat best wel moeilijk zal zijn, aangezien je daar met subsidies e.d. werkt. Ik vind onderzoek doen heel erg leuk (vandaar ook de ResMA), dus als er een mogelijkheid is tot onderzoek dan zou ik 'm wel aangrijpen.

4. Bereid de ResMA je voor op je toekomstige carriere?

Poeh... Ik zou zeggen ja en nee. Ja, want in de ResMA heb je een hoop vrijheid, dus je kunt echt de vakken/specialisaties kiezen waar je eigen interesses liggen. Maar zoals de naam al doet vermoeden, is het wel voornamelijk gericht op onderzoek. En ik kan me voorstellen als je een andere functie in je hoofd hebt, dat de ResMA je niet zozeer voorbereidt daarop. Je leert in de ResMA bijvoorbeeld kritisch artikelen lezen, eigen inzichten beargumenteren en beredeneren en het interpreteren van onderzoeksresultaten, ofwel de academische vaardigheden. 

Het belangrijkst vond ik dat je in de ResMA vooral leert hoe je een onderzoeksvoorstel moet schrijven. Voor veel vakken moet je als eindopdracht een onderzoeksvoorstel schrijven, en zoals ze zeggen: oefening baart kunst, dus op een gegeven moment word je daar vaardig in. Één van deze onderzoeksvoorstellen zou je zelfs kunnen uitbreiden tot je scriptie. Dat is ook heel fijn, want het begin is er dan al. Maar praktijkgerichte vaardigheden zoals zelf taalstoornisdiagnosen stellen, taaladvies geven, etc. leer je niet. Daar moet je echt een specifieke masteropleiding voor volgen.

5. Is er een docent(e) die jou bovenmatig heeft geinspireerd?

Ik moet zeggen dat ik Vincent van Heuven een bijzonder goede docent vond. Hij mag dan wel wat eigenzinnig zijn, hij weet ontzettend veel! En hij weet het ook goed over te brengen op studenten. Dat is toch wel het belangrijkste voor een docent. Hij is inmiddels met pensioen, maar hij gaf vakken als ‘Experimentele fonetiek’, ‘Klank en klankstructuur’ en ‘Statistiek’. Bij de eerste twee vakken gaat het vooral om de opbouw en de verschillen tussen verschillende klanken. Vincent gaat gerust in de klas zinnen opnemen als: “De hond blaft naar de student”, om de fonetische eigenschappen uit te leggen. De ResMA geeft bij het inschrijven van de opleiding de optie om aanbevelingsbrieven mee te sturen. Vincent was zo aardig om een aanbevelingsbrief voor mij te schrijven. Voor alle ondersteuning en begeleiding ben ik hem dankbaar.

6. Onderwijs of onderzoek?

Welke richting ik zelf op zou willen? Of welke richting ik beter vind? Ik volg nu toevallig twee vakken over lesgeven. En ik ben er nog niet helemaal over uit of dat daadwerkelijk iets voor mij is. Ik zou graag beide opties open willen laten, haha!

7. Waar ga je je scriptie over schrijven?

Ik denk dat ik mijn scriptie ga schrijven over 'neural aspects of code-switching production'. En ik zou dan een EEG onderzoek willen doen met Papiamento-Nederlands of Spaans-Nederlandse deelnemers. In het Papiamento en in het Spaans staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord, terwijl dat in het Nederlands andersom is. Mijn tweetalige deelnemers zouden dus beide constructies kunnen gebruiken. Ik wil mijn deelnemers manipuleren op een manier dat zij een Spaanse/Papiamento constructie (bijvoeglijk naamwoord erachter) gaan gebruiken voor het Nederlands of een Nederlandse constructie (bijvoeglijk naamwoord ervoor) voor het Spaans/Papiamento. Door middel van EEG ga ik dan kijken wat er in de hersenen gebeurt net voordat deelnemers beginnen te spreken. Die data wil ik vergelijken met data van deelnemers die de juiste constructie voor de juiste taal gebruiken.

8. Wat is het interessantste dat jij weet over taal?

Het interessantst vind ik dat taal voortdurend in beweging is. Het verandert met de dag en dus kunnen we er eindeloos onderzoek naar doen en discussies over voeren. En dat vind ik er zo mooi aan. Taal is heel divers, het bestaat overal en op wat voor manier dan ook. Ik ken geen ander vakgebied dat zo allesomvattend is en tegelijkertijd belangrijk voor ieder persoon in de wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten