Joop
van der Horst zou, als hij nu moest kiezen, niet opnieuw taalkundige
worden. Hij verklaart de discipline in haar nadagen, in OnzeTaal
oktober 2014. Toch zijn er nog mensen die in dit schemergebied noest
doorploeteren. Het zijn mensen, meestal jong, die toch proberen van
de taalvorsing hun Levenswerk te maken (in ieder geval voorlopig).
Milfje ging op zoek naar deze Dappere Lui, en interviewde, in plaats van de
gevestigde taalschetenwapperts, de Onderzoekers van
Morgen. Met deze week Myrthe Wildeboer, student Research Master
Linguistics aan de Universiteit Leiden.
1.
Waarom studeer je taalwetenschap?
Ik
studeer TW omdat ik taal een heel interessant onderwerp vind. Je kunt
er zoveel mee en het heeft zoveel aspecten: alles heeft met taal te
maken! Ik wilde geen specifieke taal studeren, omdat je dan ook de
cultuur en de literatuur etc. erbij krijgt en daar was ik niet zozeer
in geinteresseerd. Het gaat me meer om de pure taal.
2.
Heb je specifieke interesses binnen de taalwetenschap?
Ik
ben heel erg geïnteresseerd in de fonetiek van taal (=fysische en
fysiologische eigenschappen van de spraakklanken) en in
meertaligheid. Daarnaast is psycho/neuro-linguistiek denk ik mijn
grote passie. Ik vind het gewoon fascinerend hoe het brein werkt en
hoe taal in het brein werkt. Met meertaligheid is het heel
interessant om te zien hoe de verschillende talen in het brein
gestructureerd zijn.
3.
Wil je de wetenschap in? Zoja, wat wil je doen, zo nee, wat wil je dan
wel doen?
Dit
vind ik een moeilijke vraag... Ik zou best wel de wetenschap in
willen, alleen denk ik dat dat best wel moeilijk zal zijn, aangezien
je daar met subsidies e.d. werkt. Ik vind onderzoek doen heel erg leuk
(vandaar ook de ResMA), dus als er een mogelijkheid is tot onderzoek
dan zou ik 'm wel aangrijpen.
4.
Bereid de ResMA je voor op je toekomstige carriere?
Poeh...
Ik zou zeggen ja en nee. Ja, want in de ResMA heb je een hoop
vrijheid, dus je kunt echt de vakken/specialisaties kiezen waar je
eigen interesses liggen. Maar zoals de naam al doet vermoeden, is het
wel voornamelijk gericht op onderzoek. En ik kan me voorstellen als
je een andere functie in je hoofd hebt, dat de ResMA je niet zozeer
voorbereidt daarop. Je leert in de ResMA bijvoorbeeld kritisch
artikelen lezen, eigen inzichten beargumenteren en beredeneren en het
interpreteren van onderzoeksresultaten, ofwel de academische
vaardigheden.
Het belangrijkst vond ik dat je in de ResMA vooral
leert hoe je een onderzoeksvoorstel moet schrijven. Voor veel vakken
moet je als eindopdracht een onderzoeksvoorstel schrijven, en zoals
ze zeggen: oefening baart kunst, dus op een gegeven moment word je
daar vaardig in. Één van deze onderzoeksvoorstellen zou je zelfs
kunnen uitbreiden tot je scriptie. Dat is ook heel fijn, want het
begin is er dan al. Maar praktijkgerichte vaardigheden zoals zelf
taalstoornisdiagnosen stellen, taaladvies geven, etc. leer je niet.
Daar moet je echt een specifieke masteropleiding voor volgen.
5.
Is er een docent(e) die jou bovenmatig heeft geinspireerd?
Ik
moet zeggen dat ik Vincent van Heuven een bijzonder goede docent
vond. Hij mag dan wel wat eigenzinnig zijn, hij weet ontzettend veel!
En hij weet het ook goed over te brengen op studenten. Dat is toch
wel het belangrijkste voor een docent. Hij is inmiddels met pensioen,
maar hij gaf vakken als ‘Experimentele fonetiek’, ‘Klank en
klankstructuur’ en ‘Statistiek’. Bij de eerste twee vakken gaat
het vooral om de opbouw en de verschillen tussen verschillende
klanken. Vincent gaat gerust in de klas zinnen opnemen als: “De
hond blaft naar de student”, om de fonetische eigenschappen uit
te leggen. De ResMA geeft bij het inschrijven van de opleiding de
optie om aanbevelingsbrieven mee te sturen. Vincent was zo aardig om
een aanbevelingsbrief voor mij te schrijven. Voor alle ondersteuning
en begeleiding ben ik hem dankbaar.
6.
Onderwijs of onderzoek?
Welke
richting ik zelf op zou willen? Of welke richting ik beter vind? Ik
volg nu toevallig twee vakken over lesgeven. En ik ben er nog niet
helemaal over uit of dat daadwerkelijk iets voor mij is. Ik zou graag
beide opties open willen laten, haha!
7.
Waar ga je je scriptie over schrijven?
Ik
denk dat ik mijn scriptie ga schrijven over 'neural aspects of
code-switching production'. En ik zou dan een EEG onderzoek willen
doen met Papiamento-Nederlands of Spaans-Nederlandse deelnemers. In
het Papiamento en in het Spaans staat het bijvoeglijk naamwoord
achter het zelfstandig naamwoord, terwijl dat in het Nederlands
andersom is. Mijn tweetalige deelnemers zouden dus beide constructies
kunnen gebruiken. Ik wil mijn deelnemers manipuleren op een manier
dat zij een Spaanse/Papiamento constructie (bijvoeglijk naamwoord
erachter) gaan gebruiken voor het Nederlands of een Nederlandse
constructie (bijvoeglijk naamwoord ervoor) voor het
Spaans/Papiamento. Door middel van EEG ga ik dan kijken wat er in de
hersenen gebeurt net voordat deelnemers beginnen te spreken. Die data
wil ik vergelijken met data van deelnemers die de juiste constructie
voor de juiste taal gebruiken.
8.
Wat is het interessantste dat jij weet over taal?
Het
interessantst vind ik dat taal voortdurend in beweging is. Het
verandert met de dag en dus kunnen we er eindeloos onderzoek naar
doen en discussies over voeren. En dat vind ik er zo mooi aan. Taal
is heel divers, het bestaat overal en op wat voor manier dan ook. Ik
ken geen ander vakgebied dat zo allesomvattend is en tegelijkertijd
belangrijk voor ieder persoon in de wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten