maandag 15 april 2019

Het Frans van Hella Haasse


Ik lees best eens af een toe een boek dat tot de Nederlandse Literatuur behoort. Omdat taalwetenschapper-zijn een vloek/zegen is die je altijd met je meedraagt, ontkom ik er helaas ook dan niet aan op het taalgebruik van de Schrijvers te letten. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar het gebruik van het Frans. Wie namelijk weleens een ouder boek leest, die ziet dat daar opvallend veel Frans in kan voorkomen. Zo ook in een werk van Hella Haasse.


Meer Frans 

Eerder schreef ik al twee keer over het Frans van Couperus, die woorden gebruikte als diablerië en palafroet, maar vooral ook pélérine en réticule. Bij Vestdijk vond ik weer andere woorden, waaronder liefdespreliminairen, jocrissenstreek en bourgeois satisfaits (dat zijn mensen die geen oog hebben voor problemen van anderen en daarom FvD stemmen). Overigens leidden mijn opmerkingen over Vestdijk tot misschien wel de hoogste eer die ik tot nu toe bereikte: een vermelding in de Vestdijkkroniek, maar dat geheel terzijde. Wat hoe dan ook opvalt is dat er, voorzichtig gesteld, in sommige werken van Nederlandse auteurs Franse woorden voorkwamen die nu niet of nauwelijks meer worden gebruikt. Dat is opvallend.

Oiseau bleu

Sinds ik met mijn lieftallige eega in huis woon, lees ik wat meer Haasse dan vroeger. Zij (mijn eega) is namelijk fan, en heeft dus vrijwel het complete oeuvre in huis. Laatst las ik al De wegen der verbeelding en het vreemde Sterrenjacht, en nu was Huurders en onderhuurders aan de beurt. 

In Huurders en onderhuurders viel mij dus het een en ander op aan Franse woorden. Laat ik wat voorbeelden geven:
Vaak bleef zij, wanneer er geen logées in huis waren, tot na middernacht een sigaret zitten roken in een bergère bij de open haard. Voor de ramen op de eerste verdieping hingen nu gebouilloneerde vitrages van ondoorzichtige zijden voile. (p.33
Wat doet de domme gans, excusez le mot. (p.84)
De ontvlogen oiseau bleu van Jasper Simpels geluk keert terug in de gedaante van een vorstelijke vuurvogel...(p.86)
Nou, dat kom je tegenwoordig niet meer tegen. Gebouilloneerde krijgt zelfs het gevreesde rode bibberlijntje dat wordt toegekend aan overtreders van de spellingchecker. Alleen excusez le mot komt nog een enkele keer voor: zo gebruikte Tatjana van Zanten het in haar roman Supergelukkig (2012), weet ik toevallig. Maar verder? Zelden, althans in de literatuur.

Wat en waarom

Nu kan het zo maar zijn dat u deze woorden dagelijks gebruikt. Voor mensen die dat niet doen zal ik even de woorden verklaren: een bergère is een 'van oorsprong Franse gestoffeerde stoel met armleuningen'. Met gebouilloneerd loop ik zowaar tegen dezelfde problemen aan dat ik eerder bij palafroet al had: het woord komt zó zelden voor dat zelfs internet niet kan helpen. Nu zegt Van Dale dat bouillon ook 'luchtbel' kan betekenen, maar of dat hier iets mee te maken heeft... Of heeft het met boulon, 'bout', te maken? Oiseau bleu lijkt in eerste instantie simpelweg 'blauwe vogel' te betekenen, is de benaming voor een type hibiscus, maar lijkt me toch ook een andere lading te hebben hier. Of is het misschien puur idiosyncratische beeldspraak van Haasse? Ook hier is, vreemd genoeg, weinig over te vinden.

Kortom: Haasse gebruikte in deze novelle toch minstens twee Franse woorden/uitdrukkingen die zó uit zwang zijn dat de betekenis nauwelijks te vinden is. Dat laat een paar interessante dingen zien. Ten eerste dat ons begrip en gebruik van taal snel verandert. Ik kende deze uitdrukkingen niet, terwijl dit boek slechts 14 jaar voor mijn geboorte verscheen (in 1971). Ten tweede dat het gebruik van het Frans überhaupt afneemt in het Nederlands. Dat is niet zo vreemd: er wordt namelijk minder les in de taal gegeven, en de status van Frans als internationale taal is lager dan die was. Dat kun je jammer/onzinnig/vervelend/schitterend vinden, maar de feitelijkheid ervan staat volgens mij niet ter discussie. 

Ten slotte moeten we het nog maar eens hebben over al dat Frans tegen de achtergrond van de vermeende verengelsing nu. Nu zulke Franse woorden minder voorkomen maar Engelse wellicht meer (dat is nauwelijks echt onderzocht), kun je je afvragen of het een niet ten koste van het ander gaat. Duidelijk is sowieso dat de manier waarop gebruik van het Engels belachelijk wordt gemaakt niet nieuw is: collega Alan Moss wees me bijvoorbeeld op dit juweeltje van Justus van Effen waarin juist het gebruik van Frans belachelijk wordt gemaakt. Justus van Effen, de Japke-d. Bouma van de 18e eeuw.

Keizer koning admiraal, een spelfout maken we allemaal

Kortom: het loont de moeite om literatuur te lezen, ook (of juist) van vroeger. Al is het maar omdat die het taalgebruik van het heden in perspectief zet. Ik kan het overigens niet laten toch even op te merken dat ook in dit boek van de Grande Dame van de Nederlandse literatuur een spelfout te vinden is:
... behalve juffrouw Graving waren dat de winnars van prijzen voor poëzie... (p.145)
Dit is natuurlijk helemaal niet erg: het kan de beste overkomen. Ik acht Haasse's werk er geen centje minder om. Zo'n spelfout zegt namelijk helemaal niks over de kwaliteit van een literair werk, en het is dan ook ronduit belachelijk daar stennis om te schoppen, al staat zo'n foutje nog in het Boekenweekgeschenk. Maar dat opnieuw geheel terzijde. Opdat u Haasse leze!

7 opmerkingen:

  1. Wat een fijn stuk!
    oiseau bleu: wellicht te vergelijken met bluebird of happiness in het Engels?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De blauwe vogel is een toneelstuk van Maeterlinck https://nl.wikipedia.org/wiki/De_blauwe_vogel, ook de bron van naam van de mytylscholen

    BeantwoordenVerwijderen
  3. In 'L'oiseau bleu' van Maeterlinck staat de blauwe vogel symbool voor het geluk. Bij Hella Haasse klinkt het dan dat het verdwenen geluk terugkeert als een feniks.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. 'Bouillonné' (in het Frans met dubbele n) kan 'opgedoft, (op)gepoft' betekenen. Bijvoorbeeld: opgedofte / (op)gepofte mouwen. Hier gaat het blijkbaar over glasgordijnen die op een soortgelijke manier zijn opgebonden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Marcel Meijer Hof16 april 2019 om 09:58

      In aanvulling: Bouillonner, bouillonnet - met golfjes versieren/versierd. J.B. Wolters, Groningen, Den Haag; Fransch Woordenboek , C.R.C. Herckenrath - 1906.
      Ik denk dat bedoeld worden vitrages samengesteld uit verticale stroken, van verticaal gerimpelde voile. Als ik mij goed herinner waren deze geliefd bij ‹ would-be freules › , als ik dat zo mag uitdrukken, in de jaren vijftig.

      Verwijderen
  5. Ik kan me niet voorstellen dat winnars een spelfout is van Haasse, ik denk eerder dat het hier gaat om een zet- of drukfout.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De kans lijkt me hoger dat dit een zetfout is dan de dt-fout in Siebelink, maar ik weet te weinig van modern boekdrukken om dat echt te beoordelen. Toch was mijn punt dat iedereen faalbaar is, ook Grote Schrijvers.

      Verwijderen