Als er iets leuk was aan het eindbaasvervangingsfeest van de afgelopen dagen, was het wel dat je voortdurend die dot van een constructie hoorde,
die parel onder de non-finiete werkwoordsvormen, die gouden ster in het verder
zo monotone Neerlandse moduslandschap: de conjunctief. Ik ben republikein noch
monarchist en heb gedurende dit/deze blog überhaupt nooit niks geen politieke mening, maar ik word om talige redenen blij van:
Leve de koning!
Qua vorm is het simpel: je neemt de stam
van het werkwoord en plakt er een –e
achter. Dan is het opeens een wens, advies, mogelijkheid, doelgerichtheid, of wat dies meer zij. De aanvoegende wijs heeft dus vele betekenissen en dat is
misschien ook wel het probleem: als een woord of constructie een steeds bredere, vagere betekenis heeft, is dat een teken dat het wel eens op de zwarte lijst van uitstervende woorden kan staan. Maar hé, in het Duits is de
conjunctief nog wel best goed geconserveerd – waarom daar wel? Moeilijke vraag, daar schrijf
ik later weer over.
De aanvoegende wijs komen we in het Nederlands volgens mij nog maar op een
paar plekken tegen. In koningshuisgerelateerde zaken dus: 'Leve de koning'. In recepten: 'Men neme een ei.' (Maar het kan alleen met 'nemen' denk
ik – 'Men raspe een citroen' klinkt alweer te ver over the top.) In een fameus verjaardagslied: 'Zij leve hoog'. (Weer dat 'leven'!) Je ziet het in enkele andere vastgeroeste
zinnen: 'Zegge en schrijve', 'Kome wat komt' (duh), 'Koste wat het kost' (duh).
Tsja, het is weinig hoopgevend: de
aanvoegende wijs lijkt toch echt behoorlijk vastgeroest; helemaal niet 2013. Dat heeft het volgens sommigen dan weer met dat koningshuis gemeen.
Creatief gebruik kán natuurlijk wel, namelijk als je
iets echt archaïsch wilt laten klinken: 'Men type een blog'. 'Men donere mij als de wiedeweerga een oranjetompoes.' Ik kan het in deze vorm alleen maar met 'men' combineren, 'Zij type een blog' gaat al niet. Maar ja, 'men' lijkt me op heur baart ook behoorlijk op z’n
retour.
Na een voegwoord gaat het weer wat beter: 'Ik
treed af, opdat hij aantrede'. Maar ook dit hoor ik zelden - een snelle google leert dat mensen dan liever het hulpwerkwoord 'kan' gebruiken. De toekomst des conjunctiefs ziet er duister uit.
Balen hoor. Milfje is behoorlijk dol op
taalverandering, jeweetzelf. Maar het is natuurlijk wel degelijk jammer als er iets verdwijnt (de oplettende lezer(es) herkent wederom een abdicatiedwarsverband) – het maakt me nostalgisch dat iets wat ik nu weet en kan
gebruiken, niet meer voor toekomstige generaties beschikbaar zal zijn (en
misschien ook wel niet voor mij).
Misschien kunnen we het aanvoegende wijstij
nog keren! Ik roep u aan, opdat u helpe. Bezige de aanvoegende wijs! Voege als
een dolle aan! Houde vol! Conjunctiveer als kenne u geen morgen! Opdat u u niet van de aanvoegende wijs brengen late!
Zo waarlijk helpe men God almachtig.
BeantwoordenVerwijderenHebbe ik 't voor 't zeggen! Dan zou ik de imperatief meervoud gebruiken om de aanvoegende wijs in stand te houden: Voegt aan!
BeantwoordenVerwijderenGelijk heb je!
VerwijderenEen ander verschijnsel waar ik erg van genoten heb gisteren is het performatieve werkwoord: dat beloof ik, Zijne Majesteit is ingehuldigd, ik sluit de vergadering der Staten-Generaal. Heerlijk!
BeantwoordenVerwijderentoch nog een andere vorm: begin van een Hollands kookboek: "men lene een ei"
BeantwoordenVerwijderenMaar het is met de aanvoegende wijs natuurlijk net als met naamvallen: hij wordt herkend door meertalige mensen: vanuit het Duits al genoemd, en natuurlijk het meest als "gym pikkies stijl": herkenning en gebruik vanuit Latijn en oud Grieks.
Ik geloof dat destijds PC Hooft verantwoordelijk was voor het verschil tussen "hen" en "hun", waar ik altijd mee in de war ben, maar omdat hij zijn boeken over de Nederlandse geschiedenis zoveel mogelijk in Latijnse stijl wou maken, hij creëerde dus zelfs naamvallen die er eerst niet waren.
Ten voorbeeld.
hoi
BeantwoordenVerwijderenDe coniunctivus is inderdaad een 'parel', maar als je het hebt over 'die parel onder de non-finiete werkwoordsvormen', heb je het volgens mij over andere vormen van het werkwoord dan de coniunctivus. De coniunctivus is namelijk wél een finiete vorm, alleen is het een andere modus/wijze van spreken (net als de indicativus/aantonende wijs een modus is).
BeantwoordenVerwijderen