Translate Milfy!

woensdag 5 maart 2014

De Universiteit van Nederland over taal met... Abram de Swaan? Huh?

Wij Milfje zijn zeer gecharmeerd van alle webklassen op internet. Er zijn tegenwoordig allerlei colleges die je lekker in je leerstoel kunt volgen en dat is hartstikke tof. Een van die collegereeksen is Universiteit van Nederland, waarin een door de Volkskrant uitgenodigde wetenschapper over hot topics uit zijn (ik heb nog geen vrouw gezien, maar dat kan aan mij liggen) vakgebied komt vertellen. Ik volg het met plezier en zat al tijden te hopen op een taalwetenschappert. Wat schetst mijn verbazing: deze week is de beurt aan Abram de Swaan, die mag gaan vertellen over hoe en waarom talen van elkaar verschillen


Abram de Swaan is taalsocioloog, wat wil zeggen dat hij heus wel iets over taal weet. Maar uit aflevering 1 blijkt al dat hij de melk heeft horen klotsen, maar niet weet waar de tepel hangt. Abram haalt een oeroude theorie van stal: een theorie die stelt dat alle talen op elkaar lijken, omdat ze allemaal van 1 oertaal afkomstig zijn. Die theorie is buitengewoon omstreden in taalwetenschapland, om niet te zeggen verworpen. Tuurlijk leuk als iemand erover vertelt, maar wel leuk als dat iemand is die de hele discussie kent en bespreekt.

We snappen eigenlijk vooral niet waarom Abram de Swaan dit komt vertellen. Toegegeven, hij is eindbaas sociologie van Nederland en een goed wetenschapper, maar hij is zeker geen taalkundige. Neem dan iemand als Nicoline van der Sijs, of Marc van Oostendorp, of Helen de Hoop, of Cor van Bree, of Milfje Meulskens, of Hans Bennis: allemaal toonaangevende taalkundigen met veel meer verstand van deze zaken.

Nou kunnen wij wel 100 stukjes wijden aan de fauxen pas die Abram hier en in deel twee bezigt (en dan komen er nóg drie, hou me tegen), maar wij vermoeden dat er onder onze lezers taalkundigen zat zijn die hier ook iets over kunnen zeggen. Wat viel jou op? Welke controverse laat Abram onbesproken, wat presenteert hij als kennis waarvan jij denkt: nounou! Deel het hieronder, of op feesboek of op twitter!

9 opmerkingen:

  1. misschien zouden jullie sociologisch moeten duiden waarom mensen als Abram over taalwetenschap willen schrijven?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Media werken nu eenmaal op basis van kaartenbakken (inmiddels digitaal, natuurlijk). Als een Volkskrantjournalist AdS ooit in de bak taal heeft gestopt, is er wel een heel nijvere stagiair nodig om dat nog recht te zetten. Of hij moet het zelf doen natuurlijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geweldig leuk dat de Universiteit van Nederland aandacht aan taal besteedt. Dat moeten ze zeker vaker doen! Er zitten een hoop interessante kanten aan taal, dus met deze paar minicolleges zijn we zeker nog niet uitgepraat.

    De Swaan is een aangename, rustige spreker. Je kunt goed naar hem luisteren; sterker nog, ik zou best meer college's van 'm willen zien, over sociologie bijvoorbeeld. Of hij de beste woordvoerder is om een groter publiek iets over taalevolutie en vergelijkende taalkunde te vertellen valt —op grond van dit eerste filmpje— te betwijfelen.

    Jammer bijvoorbeeld dat het publiek niet echt hoort hoe enorm onstreden de ideeën zijn die De Swaan zonder veel omhaal introduceert. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk (want: geen bewijs) of alle talen inderdaad teruggaan op één voorganger (monogenese) of meer (polygenese). Uitgaan van monogenese is simpeler, maar met de recente vondsten over de spraakanatomie van Neandertalers komt dit idee op de tocht te staan — belangrijke ontwikkelingen waarin het publiek van de UvN zeker geïnteresseerd zou zijn.

    De feiten kloppen helaas ook niet altijd. Greenberg deed eerst Afrika, toen PNG, en daarna Amerika, en zijn latere werk is controversiëler dan zijn eerdere werk (De Swaan heeft ze in een andere volgorde, en rept niet over het omstreden aspect van Amerind). Anders dan wat De Swaan zegt deed Greenberg géén proto-World constructie — dat deed zijn student Merrit Ruhlen, in wiens werk je woorden zoals puti, mana, etc. kunt vinden. Ook dat werk is overigens enorm omstreden. Waarom die zogenaamde oerwoorden vervolgens gelinkt worden aan een Palestijnse scheppingsmythe is onduidelijk en leidt nogal af: gelooft hij dit echt?

    Verder leert het publiek in dit minicollege helaas helemaal niets over de laatste twintig jaar aan ontwikkelingen. Het is alsof De Swaan's laatste update dateert van 1990. (Greenberg's laatste vergelijkende werk is van 1987 en wat De Swaan samenvat van Ruhlen's ideeën lijkt gebaseerd op wat begin jaren negentig verscheen.) Sindsdien is er enorme vooruitgang geboekt in het toepassen van bioinformatische methoden (e.g. McMahon & McMahon, Pagel, Dunn, Gray, etc.) en zijn er veel beter ontwikkelde theorieën over de evolutie van taal (e.g. Croft, Hurford, Mufwene, Sperber, Kirby, etc.). Nee, er zijn in die twintig jaar geen oerwoorden bijgevonden, maar dat komt vooral door de groeiende realisatie dat die er hoogstwaarschijnlijk niet zijn — omdat de "lexical replacement rate" te snel gaat en waarschijnlijk taal te oud is om gedeelde woorden over te houden.

    Dit zijn nog maar een paar van de dingen die me in een lunchpauze opvielen. Het publiek krijgt een leuk college (ik hoop dat ze het interessant vinden) en het lijdt geen twijfel dat De Swaan op het gebied van de taalsociologie één van de beste hoogleraren in het land is (het criterium van de UvN) — maar oertaal heeft helemaal niets te maken met taalsociologie en dat is wel te merken aan de nogal oneven behandeling van het onderwerp. Volgende keer beter!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bart de Boer mist nog in het rijtje van mensen die hier iets zinnigs over zouden kunnen zeggen. En hij kan het op een leuke manier: hij heeft meegewerkt aan een aflevering van Het Klokhuis over taalevolutie.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Klopt als een bus! Zie ook hier: http://milfje.blogspot.nl/2013/09/dieren-hebben-geen-taal-maar-ze.html.

      Verwijderen
  5. Jan van der Meulen5 maart 2014 om 21:25

    Huh? Altijd zo open-minded, Milfje en nu zou een socioloog niet over taal mogen spreken? Psycholoog ook niet, antropoloog evenmin? Taal is binnen de sociale wetenschappen toch sinds mensenheugenis een volkomen legitiem en vruchtbaar onderwerp van allerlei theorie en onderzoek? Zeg maar, van diep in de hersenen tot ver in de wereld? Abram de Swaan heeft daar een schitterende bijdrage aan geleverd, net zoals hij allerlei andere grote thema's, van verzorgingsstaat tot genocide, van medisch regiem tot mondialisering, op even erudiete als oorspronkelijke manier heeft onderzocht en doordacht. Daarbij schrijft en spreekt hij prachtig. Heeft hij ook altijd gelijk? Welnee, natuurlijk niet, tegenspraak is geboden, kom maar op met je argumenten. Dus Milfje, voel je bevoorrecht en ga luisteren naar Abram de Swaan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat alles moge waar zijn, maar het probleem dat hier aangesneden wordt is volgens mij dat woorden als 'schitterend', 'erudiet' en 'oorspronkelijk' bepaald niet van toepassing zijn op De Swaan's verhaaltje over oertaal en taalevolutie in dit eerste minicollege.

      Verwijderen
    2. Beste Jan,

      Ik ben het met je eens wat betreft de lof voor Abram de Swaan - hij ís een fantastisch (taal-)socioloog en ik vind het geweldig dat ze hem voor UvN gevraagd hebben. Maar ik ben het fundamenteel oneens met de onderwerpkeuze. Niet omdat een taalsocioloog het niet over taal zou mogen hebben - natuurlijk mag dat, en De Swaan heeft absoluut verstand van talige onderwerpen. Maar over dit specifieke onderdeel van de taalwetenschap weet Abram de Swaan gewoon aantoonbaar minder dan sommige taalwetenschappers. (Mark D. geeft het hierboven al aan, maar in het kort: de monogenesetheorie wordt door taalevolutionisten gezien als niet te falsificeren, wat natuurlijk een zwakte is voor een wetenschappelijke theorie. Bovendien zijn er de afgelopen jaren nieuwe methodieken en theorieën ontwikkeld, die een heel ander licht op de zaak werpen.) Het is niet zozeer dat De Swaan ongelijk heeft, als wel dat hij niet up-to-date is w.b. dit onderwerp. Er zijn genoeg mensen die dat wél zijn, en ik vind dat die personen dit onderwerp zouden moeten behandelen.

      Verwijderen
  6. Neanderthalers hadden vrij ingewikkelde technieken. Het schijnt zes maanden te duren om de techniek voor het maken van stenen messen te leren, waar het voor technieken door Sapiensen slechts drie maanden vereist is. Daarnaast waren de Neanderthalers in staat om lijm te maken. Het is niet voor te stellen dat zoiets lukt en doorgegeven wordt zonder te beschikken over taal. Zie bijv. https://www.nwo.nl/onderzoek-en-resultaten/cases/lijm-maken-hoe-flikten-neanderthalers-dat-toch.html

    BeantwoordenVerwijderen