door Marten van der Meulen
Volgens mij vergeten mensen weleens hoe ongelooflijk veel leenwoorden we in het Nederlands hebben. Nee, over Engels heb ik het niet: daar is men zich genoegzaam van bewust. Ik heb het eerder over Frans en Duits. Die talen hebben duizenden verschillende woorden bijgedragen aan de Nederlandse woordenschat, en het is goed om daar af en toe bij stil te staan. Dat is namelijk interessant, én historisch besef geeft, als altijd, inzicht in het heden. Daarom vandaag een greep uit het Duits en Frans in de krantentaal van 1950/1951.
Frans
Ik schreef al eerder over Frans in het Nederlands, en dan in het bijzonder over die taal bij schrijvers als Haasse, Vestdijk en Couperus. De lol bij Frans is voor mij toch vaak de verwondering over onbekende woorden. Dat ik die woorden niet kan plaatsen is om twee redenen goed te begrijpen: ten eerste is er minder aandacht voor Frans in maatschappij en school, en ten tweede zijn Franse woorden qua woordbeeld minder doorzichtig dan Duitse. Ze staan verder van het Nederlands af en zijn daardoor moeilijker te doorgronden.
Enfin (hihi), onlangs keek ik eens in het kader van een Geheim Project, (nou ja, geheim) naar leenwoorden in kranten uit 1950/1951. Waarom die jaartallen? Nou, omdat het VU-DNC (nog steeds een van de nuttigste corpora van het Nederlands) bronnen uit die jaren bevat. Qua Frans leverde dat onder andere de volgende woorden op:
cloqué - blaar
chignon - een bepaald type haarwrong
chevelure - haardos
déconfiture - nederlaag
dejeuneren - ontbijten.
esbattement - kluchtig toneelstuk
frenetiek - als bezeten
kepie - militair hoofddeksel
prove - een bepaalde toelage
Overigens: niets is heilig, want zelfs 'mama' en 'papa' zijn Franse leenwoorden. Maar dat geheel terzijde. Volgens mij geeft dit in ieder geval aan, zoals ik al eerder zei, dat er vroeger Franse woorden in het Nederlands zijn gebruikt die we nu niet of nauwelijks meer gebruiken.
Duits
Over Duits schreven we bij Milfje ook al eerder, en ook op mijn eigen site schreef ik er weleens over. Ongelooflijk veel Duitse woorden vinden we inmiddels prima, maar er zijn nog allerlei andere Verborgen Woorden die we niet eens meer kennen (althans, ik niet). Bezie:
smalfilm - je verwacht het niet: een smalle band film
ank - gereedschap van een goudsmid (levert nogal wat onverwachte hits op)
radikalinski - linkse radicalen
olympiajol - bepaalde zeilboot
apodictisch - onweerlegbaar (oorspronkelijk natuurlijk uit het Grieks)
noodwendig - onvermijdelijk
Goed, dat zijn er niet veel. Laat ik in plaats daarvan een aantal woorden van Duitse origine noemen waarvan jullie echt niet meer wisten dat ze Duits waren:
invloed, hiep hiep hoera, ervaren, aandacht, hamster, kotsen, niks, onzin, panter, postbode, raket, slak, trommel, veter
Geloof je me niet? Zoek maar hier. Ook hier geldt echter vooral dat het Duits een aanzienlijke en inmiddels goeddeels verborgen aanwezigheid in het Nederlands heeft.
Engels
Wat zegt dit nu over het Engels? Dat het allemaal wel meevalt. Er wordt door sommige mensen nogal hysterisch gedaan over 'account managers' en 'babysitters', maar als geheel valt het allemaal reuze mee. Ja, er zijn tegenwoordig Engelse leenwoorden die je vroeger niet had, zoals 'snowboarden' en 'computer'. Maar kijk toch eens naar al dat Duits en dat Frans. De enige reden dat mensen daar niet over vallen is omdat ze niet meer weten dat het er is. Zalig zijn de onwetenden en armen van geest.
Vooral het voorbeeld van dejeneuren vind ik tekenend. Daarbij gebeurt precies wat mensen ook de gebruikers van Engelse woorden verwijten: er is toch al een woord voor? Ja, dat kun je denken, maar dat is niet uniek voor het Engels. Ik denk daarom dat het zinnig is om meer historisch besef van leenwoorden te kweken.
Inburgeren komt uit het Duits.
BeantwoordenVerwijderenDat klopt: we schreven daar een paar jaar geleden al eens over, zie hier http://milfje.blogspot.com/2014/05/de-inburgering-van-inburgeren.html
VerwijderenMisschien niet helemaal à propos, maar ik zou zeggen dat een soortgelijk patroon als jullie in deze blog beschrijven ook opgaat voor de invloed van de verschillende talen die in Indonesië worden gesproken. De vroeg-20ste-eeuwse Nederlands (schrijf)taal gebruikt heel wat koloniale uitdrukkingen, waarvan sommigen nog steeds worden gebezigd, zij het steeds minder; amok, soebatten, senang zijn drie voorbeelden die me zo te binnen vallen.
BeantwoordenVerwijderenOverigens, wat mij betreft zijn de verschillen in betekenis en gebruik tussen leenwoorden en hun origineel nog veel interessanter dan de ontlening zelf. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het Engelse "bureau" waar je (als Nederlander) eerder "commode" zou verwachten. Ook interessant is hoe de vorm van een leenwoord soms min of meer volgens de regels van de originele taal wordt aangepast. Ik denk dan aan de hardnekkige neiging van het Engels om latijnse woorden die op -um of -us eindigen maar meervoud te maken: visum>visa, alumnus>alumni. Visa is geheel ingeburgerd en wellicht begrijpelijk omdat oorspronkelijk vaak meer dan één visum nodig was. Het is onderhand echter ook heel normaal om over een "alumni" te spreken. Heel soms wordt een vrouwelijke "alumni" zelfs een alumnae genoemd. Om de cirkel rond te maken, een blaar in het Frans is al heel lang doorgaans een "ampoule", maar "cloque" wordt ook gebruikt. Op dat laatste woord hoort echter geen accent. Ik zie dat wel vaker met Franse leenwoorden in een Nederlandse tekst, dus misschien is hier ook sprake van een aanpassing van het leenwoord binnen de oorspronkelijke taal---wellicht in een poging om maar meer "branché" (take that!) over te komen.
PS Het summum van een ratjetoe aan Franse, Duitse en Indonesische invloeden is volgens mij het werk van tempo doeloe romancier P.A. Daum (1850-1898) Sommige passages van zijn romans lezen als een Google vertaling van het Duits naar het Nederlands.