Translate Milfy!

woensdag 30 april 2014

Taalpolitie en het verdwijnen van das


U heeft het misschien überhaupt gemist, maar het was onlangs de Dag van de Duitse Taal. Hurra! Ter gelegenheid van die dag verscheen o.a. dit stukje, waarin beweerd wordt dat taalkundigen dat gedoe met der/die/das af zouden willen schaffen, en alleen das over willen houden. Sterker nog: “het ministerie van Justitie in Berlijn heeft alle overheidsinstellingen al bevolen om alleen nog onzijdige formuleringen te gebruiken.” Taal en justitie en gender – voer voor Milfje!


Op tv hebben we al de modepolitie, en als je ziet met welke enorme verve men tegen ‘taalfouten’ tekeer kan gaan, kun je je best voorstellen dat er iemand eens een taalpolitie instelt. Stel je voor: een speciaal politieonderdeel dat met het Groene Boekje in de hand onze teksten doorspit, en bij iedere de-die-een-het-had-moeten-wezen een boete naar uw adres opzendt (ojee, contaminatie, 200 euro!). Okee okee, dat is een onwaarschijnlijk scenario, maar er zijn in de geschiedenis wel degelijk pogingen gedaan tot taalpolitiek en navenante handhaving.

Het ding daarmee is dat het zelden lukt. Je kunt als dictator, overheid of politieagent wel bedenken hoe mensen moeten praten, bijvoorbeeld in welke taal, maar ze doen het niet. Althans, niet op plekken waar je het niet kunt controleren. Dat zag je bijvoorbeeld al bij merkverwatering: je kunt nog zo hard roepen dat je geen fotoshoppen mag roepen, je doet er h e l e m a a l niets aan. 

Wat je wel kunt doen, is het onderwijs in een bepaalde taal organiseren. Dat zorgt ervoor dat alle mensen die taal in ieder geval goed gaan beheersen, en ook gebruiken in officiële gelegenheden. Eigenlijk is dat wat er in Nederland gebeurt (zonder dat ik daarmee wil zeggen dat dat dictatoriaal of onwenselijk is): op school wordt je de standaardtaal geleerd, en daarom beheerst heel Nederland, ook Friesland, Brabant, Twente en Limburg, het Standaardnederlands in meer of mindere mate. Ondertussen blijven mensen thuis wel gewoon hun moedertaal of dialect spreken.

In bijvoorbeeld de Sovjetunie gingen ze een stapje verder: daar werd op enig moment het Cyrillisch alfabat overal verplicht, iedereen moest Russisch leren op school, en in sommige gebieden werd het impliciet of expliciet verboden om je thuistaal (bijvoorbeeld je dialect of je minderheidstaal) te gebruiken. Dat is nooit helemaal gelukt – de andere talen bestaan nog steeds, hoewel de variatie in Rusland wel is afgenomen. Ook is er sterke russificatie: de andere talen hebben veel elementen uit het Russisch overgenomen.

Er zijn maar weinig gevallen bekend waar een gebod om een andere taal dan je moedertaal te gebruiken echt heeft gewerkt. Het bekendste geval is Hebreeuws/Ivriet, een moderne variant van het Oud-Hebreeuws waar o.a. de Torah in is geschreven. Toen Israël werd gesticht, probeerde men nationale eenheid te creëren door gezamenlijk op die taal over te gaan. Dat is gelukt: iedereen in Israël spreekt nu die taal, ondanks alle verschillende moedertalen van de bewoners. De reden dat het in dit geval zo goed lukte, is waarschijnlijk dat de mensen het zelf heel hard wilden. Er was geen overheid die straf uitdeelde, maar mensen vonden het zelf een goed idee.


Taal is cultuur, en identiteit, dus heel belangrijk voor politici om eenheid en eigenheid te benadrukken. Let wel: het zijn dus politici en andere machthebbers die dit soort dingen proberen af te dwingen of in vriendelijker gevallen te stimuleren. Taalkundigen zul je zelden of nooit taalpolitiek horen bedrijven – ze weten veuls te goed dat het niet werkt als de sprekers het niet zelf willen. Maar vooral: ze willen niet bepalen hoe taal moet werken, veel liever kijken ze HOE taal werkt. Het Duitse geval is dus merkwaardig, en ook mild ongeloofwaardig. En wat betreft das-gebruik: gender-neutraliteit is wel ff wat anders dan alle lidwoorden vervangen door das. Behalve als je een enorm autoritaire staat bent gaat dat je niet lukken. 

3 opmerkingen:

  1. Werd het cyrillische alfabet echt overal in de Sovjet-Unie verplicht? In Estland, Letland en Litouwen niet, heb ik de indruk. Die talen lijken in de twintigste eeuw niet in het cyrillisch te zijn geschreven.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het ligt inderdaad genuanceerder. In de link onder 'Sovjetunie' kun je het precies nalezen: in Centraal Azië, de Caucasus en rond de Wolga werd eerst nog een ander alfabet ingevoerd, gebaseerd op Romaanse letters. In een gedeelte van die gebieden werd later weer een 'variant van' Cyrillisch verplicht. Litouwen is een apart verhaal (zie ook die link), en van Estland en Letland denk ik ook dat je gelijk hebt dat, als Cyrillisch al verplicht werd, dat nooit volledig is gelukt.

      Verwijderen
    2. Ook Georgisch en Armeens mochten hun eigen alfabetten blijven gebruiken, en het Jiddisch werd zolang het een officiële status had geschreven in het hebreeuwse schrift. Tot dan toe ongeschreven talen en talen die eerst in het arabische schrift werden geschreven kregen inderdaad eerst een latijns alfabet. Later werden er voor al die talen cyrillische normen ontwikkeld, waarbij er werd gekozen om voor talen die nauw verwant zijn de cyrillische normen zo verschillend mogelijk te maken (goed te zien wanneer je de verschillende alfabetten voor turkse talen met elkaar vergelijkt).

      Verwijderen