Verreweg de meeste woorden zijn arbitrair. Dat
betekent dat er geen relatie is tussen de klank en de betekenis. De reden dat
wij een paard een paard noemen is op geen enkele manier af te leiden uit dat
beest. Engelsen gebruiken het woord horse,
en dan betekent hetzelfde. Dat is een afspraak.
De klank die uit onze mond komt is volslagen willekeurig. Kinderen
vragen soms “Waarom heet een tafel een tafel?” Nou, daar is niet echt een reden
voor, behalve dat we dat zo hebben afgesproken, dat is zo gegroeid: het is een
conventie.
Er zijn echter traditioneel gezien ook een paar
categorieën van woorden waarbij er wel een bepaalde relatie is tussen de klank
en de betekenis. Ten eerste is daar de onomatopee: daarover schreef ik ook al
eerder in dit
stukje. Hoewel onomatopees dus wel een zekere relatie hebben tot de wereld zijn
ze ook tot op zekere hoogte geconventionaliseerd: ze zijn aangepast aan de
taal. Daarom zegt bij ons een hond woef maar
in het Japans wan wan: het zijn
verklankingen van het geluid naar de regels van een taal.
Dan is er ook nog klanksymboliek. Zo zijn er
woorden die op een abstract niveau een bepaalde concrete eigenschap suggereren.
Klinkt ingewikkeld, is doodsimpel: zo worden woorden die met sl beginnen bijvoorbeeld geassocieerd
met een glijdende beweging, die in de klank zit: slurpen, slobberen, slokken. Maar die relatie is niet absoluut:
het woord slagboom heeft dan weer
weinig te maken met die klank. En die sl-klank
betekent dan ook weer niet hetzelfde in alle talen.
Nog interessanter (vind ik) is het volgende
voorbeeld. In veel talen bevatten woorden voor kleine dingen eerder de klinker ‘i’
dan bijvoorbeeld ‘o’. Blijkbaar wordt de i geassocieerd met kleine dingen,
volgens sommigen omdat de klank ‘i’ ook
dichter bij het geluid van kleinere dieren komt, en vice versa. Je kunt dat
mooi horen als mensen zeggen dat iets piepklein
is (sowieso heeft piep een
onomatopeske achtergrond): dan gaat hun intonatie omhoog, mensen laten het
woord klinken alsof het klein is. Andersom heeft het woord groot een open klinker. Maar ook hier geldt dat als je verder dan
het Nederlands gaat kijken, je al snel op afwijkende woorden uitkomt. Het
Engels bijvoorbeeld, toch een dichtverwante taal, heeft al small (open klank) en big (dichte
klank). En dan zit je nog dicht bij huis.
Ook in de categorie klanksymboliek vinden we het
kiki-bouba-effect. Het werd voor het eerst geconstateerd door Wolfgang Kohler.
Die deed wat experimenten net als dat kiki-bouba-spel op de site, en kwam
erachter dat we blijkbaar bepaalde vormen eerder met een bepaalde klank
associeren. Is dat niet grappig? Later (in 2001) werd hier meer onderzoek naar
gedaan, en bleek dat mensen ook bepaalde klanken met bijvoorbeeld smaken
associeren. Zoet bijvoorbeeld schijnt meer een i-klank op te roepen bij mensen. Synesthesie heet dat, ik kende dat
alleen van mensen die kleuren zien bij muziek, maar blijkbaar komt dat veel
meer voor. En uit dit
artikel blijkt ook nog eens dat 95% van alle mensen een relatie ziet tussen
bepaalde vormen en bepaalde klanken. Te gek! Is er dus TOCH een relatie tussen
klank en betekenis. Dus doe de test op de site van de Fat Duck, en kijk hoe
gemiddeld jouw idee van kiki/bouba is!
De ('Saussureaanse') gedachte dat de relatie tussen vorm en betekenis 'arbitrair' is, wordt weliswaar in cursussen Inleiding in de taalwetenschap rondom de wereld met grote ernst verkondigd alsof het een diepe waarheid betreft waar de 'leken' geen weet van hebben, maar is eigenlijk natuurlijk een brevet van onvermogen. Het leidt zelden tot goede wetenschap om te zeggen dat iets 'arbitrair' is – je bent dan meteen uitgepraat.
BeantwoordenVerwijderenNiet dat ik nu meteen zou kunnen uitleggen waarom een boom met alle geweld in het Frans 'arbre' moet heten, maar volgens mij is het eerlijker om te zeggen 'ik weet dat niet' dan te zeggen 'dat is arbitrair' en daar dan diepzinnig bij te kijken.
Zo!
Arbretrair!
Verwijderenprecies! en dat maakt dit onderzoek natuurlijk ook zo belangrijk en leuk. misschien was vroeger ALLES iconisch, maar zijn we daar door taalverandering vanaf geraakt...
VerwijderenWaarmee dan maar weer bewezen zou zijn dat taalverandering eigenlijk taalverloedering is.
VerwijderenÁls je tenminste van mening bent dat volledige iconiciteit ideaal is...
VerwijderenWat een gaaf spelletje! Interessant dat de (toch zeer rondvormige) citroen in het spectrum uitkomt aan de kant van de Kiki. Ik ben benieuwd hoe het zou gaan met een sinaasappel. En met een Elstar en een Granny Smith. Qua vorm zitten die allemaal wel aan de Bouba-kant, maar de smaak trekt ze soms misschien wel richting Kiki. Oe spannend, synesthesie met klanken, vormen én smaken!
BeantwoordenVerwijderenIk ken overigens iemand die het onderzoek met Kiki en Bouba ook met Nederlandse kinderen heeft gedaan. Zij noemde ze Tekka en Modo.
grappig die Nederlandse woorden: vooral Tekka is een stuk minder hoog, maar nog wel heel erg voorin. Toch vraag ik me af of ze dan een beetje andere resultaten heeft gekregen. Heeft ze het aangepast om de woorden waarschijnlijker te maken in het Nederlands?
VerwijderenWat betreft de citroen: inderdaad plaatsen mijn twee proefpersonen het op basis van smaak direct aan de kiki-kant. Vond ik grappig, blijkbaar troeft de smaak de vorm!