Misschien heeft u het al vernomen:
Kees van Kooten gaat het Groot Dictee der Nederlandse Taal schrijven. Van Kooten is
voor mij een enorme taalheld, zeker in combinatie met die andere grootheid Wim
de Bie. Het is nooit leuk als een held van een voetstuk valt, en het deed mijn
hartje dan ook best zeer toen ik las dat Kees zich behoorlijk kan ergeren aan
het ‘foutieve’ gebruik van irriteren. Misschien klimt hij er terug op als hij
dit stukje leest…
Goed, de questie. Een standaard
overgankelijk werkwoord heeft twee ‘deelnemers’: 1 deelnemer die de actie in
het werkwoord uitvoert, en 1 die het ondergaat. Bijvoorbeeld bij ‘Miep zoent Ada’ is Miep de uitvoerende, in de taalkunde Agens genoemd. Ada is in dit
geval de ondergaander, oftewel Patiens. In het Nederlands is de Agens meestal
subject, wat zo veel wil zeggen als dat het een eerste naamval krijgt en bepaalt
hoe je het werkwoord vervoegt. De Patiens is lijdend voorwerp, dus krijgt een
accusatiefnaamval en doet er niet toe voor de vorm van het werkwoord.
Er zijn werkwoorden waarbij dat
wat subject lijkt te zijn, niet de agens is. Bijvoorbeeld: ‘De reizigers wordt
verzocht uit te stappen’. De agens is hier niet uitgedrukt, er is een of andere
entiteit die dat ‘verzoeken’ uitvoert, maar die staat niet in de zin. ‘De
reizigers’ staan wel in de zin, op de positie waar normaliter die agens staat.
Daardoor ervaren veel taalgebruikers dat als subject, en zullen ze ook werkwoordsvervoeging toepassen: ‘De reizigers worden verzocht
uit te stappen’. Daar kun je je aan ergeren, maar je kunt ook verwoorden wat er
gebeurt en dat is dit: er ontstaat een conflict tussen het semantisch subject
(de agens, de betekenis van de zin) en het grammaticaal subject (dat wat qua
zinsbouw het subject is). Dat gebruikers dit doen, laat zien dat ze
bij het gebruiken van de grammatica, rekening houden met de betekenis van
woorden, en dat is alleen maar knap, dunkt me.
Dat soort herinterpreteren gebeurt
wel vaker: een soortgelijke situaties is “het meisje die ik zag”. Ook hier gaan
bij veel mensen ergernisbelletjes af, maar het is lang niet dom: het gaat hier
om een verschil tussen grammaticaal geslacht en semantisch geslacht: meisje is
grammaticaal onzijdig (dat), maar inhoudelijk hartstikke vrouwelijk (die).
Goed, terug naar ergeren. Dat is
een gek werkwoord, aangezien de agens en de patiens hetzelfde moeten zijn: 'IK erger
ME aan een derde deelnemer'. Het lijkt alsof ik zowel uitvoerende van de
ergernis ben, als ondergaander. Dat is nogal abstract. Het woord ‘irriteren’
werkt wéér anders: 'IETS irriteert MIJ', oftewel het subject is datgene dat
irriteert (al doet het dat misschien helemaal niet expres, dus een echte Agens
is het niet), en ik onderga het. Ook dit is een atypisch geval, omdat het niet
zo’n fijne ‘iemand-doet-iets-bij-iemand’-structuur heeft. Bovendien lijken die
woorden, ‘ergeren’ en ‘irriteren’ in betekenis erg op elkaar. Deze dingen bij
elkaar zorgen ervoor dat verwarring ontstaat en mensen een contaminatie gaan
gebruiken: ‘Ik irriteer me aan jou’. Wederom, je kunt er kwaad om worden, maar
je kunt ook benoemen wat er gebeurt: de
structuur van ‘ergeren’ en ‘irriteren’ wordt gecombineerd, waardoor een
semantisch eenduidiger situatie ontstaat.
En weet je, het hele
erger/irriteer-gebeuren is absoluut niet het enige geval van een dergelijke
semantische uitwisselbaarheid: een vergelijkbaar geval is 'zich
beseffen/realiseren'. Die werkwoorden betekenen ook vrijwel hetzelfde en
hebben een ingewikkelde structuur, en daar worden dan ook veel “fouten” mee
gemaakt (‘ik besef me’). Maar hier lijkt dus de crux van het “probleem” te
liggen: dit soort fouten wordt niet gemaakt met wederkerende werkwoorden zoals 'zich
wassen', 'zich aanbieden' of 'zich aankleden'. Waarom niet? Misschien wel
omdat er geen inwisselbaar werkwoord is dat vrijwel hetzelfde betekent!
Of je je eraan ergert moet je zelf
weten, maar wat je echt niet moet doen is zeggen dat mensen dom zijn als ze dit
doen. Onzorgvuldig misschien wel, als ze op school geleerd hebben dat dit
‘fout’ is en ze merken het niet. Maar het herstructureren van een constructie
om deze logischer, eenduidiger, minder ondoorzichtig te maken, is m.i. alleen
maar slim en een uiting van taalgevoel. Ik hoop dat Kees een dictee schrijft
waarin het echt niet gaat om het Groene Boekje uit je hoofd stampen, maar juist
om taalgevoel!
Tsja, de taalwetenschappers versus de rest. We gaan het in die discussies ben ik bang toch altijd weer verliezen.. Taalnormen tegenover het taalgebruik en de taalveranderingen blijven fascinerend. Heel leuk stuk!
BeantwoordenVerwijderenDankjewel Kim! Maar precies die strijd blijven wij aangaan: meer kennis is meer begrip is meer acceptatie. Het is tegen de klippen en de bierkaai op enzo, maarja, we houden vol. Keihard taalidealisme!
VerwijderenIk ben nog steeds van mening dat, behalve de verwoesting van Carthago, het verwisselen van de woorden ergeren en irriteren een fout is. Als iemand het in zijn spraak doet, uit onzorgvuldigheid of om elke andere reden, kan ik me dit voorstellen maar in schrift vind ik het ronduit fout.
BeantwoordenVerwijderenMaar goed, dat ben ik. Ik lijk op mijn werk ook de enige persoon die het verschil tussen hen en hun weet en juist gebruikt :P
Leuk stukje mop!
Dank voor je reactie Jantien, leuk dat je ons volgt terwijl je het niet met ons eens bent! Dat waarderen we erg.
VerwijderenIk ben het eigenlijk wel met je eens dat het verwisselen 'fout' is, als je 'fout' tenminste opvat als 'niet volgens de norm zoals opgesteld door de Taalunie / een of ander gezaghebbend instituut'. Het punt hier is meer dat er een reden is dat juist deze 'fout' gemaakt wordt (terwijl niemand zegt 'ik loop me naar school'. Er is een verklaring voor deze verwisseling, die aangeeft dat de 'foutenmaker' taalgevoelig is. Iemand die dit in schrift gebruikt is wellicht onzorgvuldig omdat z/hij de regel niet kent of gebruikt, maar dat maakt haar/hem nog geen slecht taalgebruiker.
Overigens is ook Milfje van mening dat Carthago kapot moet ;).
Ha Jantien, eloquent verwoord! Volgens de huidige taalnormen heb je natuurlijk gelijk, en is de verwisseling een "fout". Maar de grap is, zoals we ook in eerdere posts al hebben aangestipt, dat fouten niet willekeurig zijn: er is een reden dat mensen bepaalde woorden "foutief" gebruiken, en andere niet. Dat is de strekking van dit stukje, en uberhaupt van het blog: "waarom" is onzes inziens altijd interessanter dan alleen maar zeggen dat iets fout is.
BeantwoordenVerwijderenWat betreft hen/hun: dat is ook een razendinteressant fenomeen, waarom bijvoorbeeld Cor van Bree veel heeft geschreven.
Wat een lekker schizofreen schrijversduo ben ik!
VerwijderenWaarom zouden de reizigers een "semantisch onderwerp" zijn? Ze doen niks, ze handelen niet. Het verzoek overkomt hen. Hun. Hen.
BeantwoordenVerwijderenAls het "semantisch onderwerp" een psychologisch construct is van iemand die de uitgedrukte handeling ("verzoeken") uitvoert, dan ontbreekt zo'n "semantisch onderwerp".
De enige reden waarom taalgebruikers "De reizigers" opvatten als subject van de zin, is omdathet op de eerste plaats staat en er daarna iets van een werkwoord(constructie) volgt. Dat zou ik eerder kwalificeren als "formeel subject" (volgens uit de waargenomen taalvorm) dan "semantisch" (volgend uit de betekenis van de zin c.q. het werkwoord).
Wie per se aan "De reizigers" de kwalificatie "semantisch subject" wil toekennen, zal hun (niet hen) ook een uitgedrukte actie moeten toeschrijven. Dat zou dan een actief werkwoord zijn als "luisteren naar het verzoek om..." of "ondergaan het verzoek om...". Of een passieve equivalent daarvan: "worden op de hoogte gesteld van het verzoek om...". De congruentietoets maakt duidelijk dat "De reizigers" dan inderdaad onderwerp is van 'worden', anders dan in de zin "De reizigers wordt verzocht om...".
Zo zie je maar: interpretatie van zinnen is even interacties (bottom-up én top-down) als tekstinterpretatie.
Beste hminkema, dank voor uw reactie!
VerwijderenIk onderschrijf uw analyse volledig en het is ook precies wat ik hierboven bedoelde: 'de reizigers' is geen semantisch subject, maar wordt syntactisch wel zo ervaren (vanwege de positie in de zin) - het is zoals u zegt het formeel (of grammaticaal) subject. Wellicht staat het er hierboven wat minder duidelijk dan u het hier opschrijft, maar we zijn het eens!