Het Dozenspel

Vorig jaar postten we in de aanloop naar de zomer veel over spelletjes. Nu hebben we er al veel gehad, maar eentje zeker nog niet: Het Dozenspel! Wie kent het niet? Het is bekend onder vele namen, dus misschien weet je nog niet dat je het kent, maar ik wed dat je het wel eens hebt gespeeld. Zie hier de regels en wat taalkundige info erbij, alsof het niks is.

FASE 1

Neem een doos, hoed, pan, of andere bak (wat voor containende unit je neemt maakt alleen uit voor de naam van het spel). Geef alle deelnemers een aantal briefjes. Speel je met 4 tot 8 mensen, geef ze er dan allemaal 3, als je met meer speelt kun je beter 2 briefjes p.p. doen. Iedere deelnemer schrijft (zonder dit aan anderen te laten zien) een naam van een voor iedereen bekend persoon op ieder briefje, vouwt de briefjes op en stopt ze in de doos. Verdeel de spelers over teams van 2 (als je met een oneven aantal bent kun je 1 team van 3 maken, of iemand wegsturen maar dat is echt zielig).

FASE 2

De eerste deelnemer pakt een papiertje uit de unit en gaat de persoon die daarop staat omschrijven. Haar teamgenoot moet raden om wie het gaat. Als de persoon geraden is, houdt de speler dit briefje bij zich. Als het niet geraden wordt, moet het briefje terug in de bak. De speler krijgt 1 minuut om op deze manier zo veel mogelijk briefjes te vergaren, daarna is het volgende team aan de beurt. Deze ronde stopt wanneer alle briefjes op zijn. Schrijf op hoe veel briefjes ieder team heeft behaald, en doe ze allemaal (opgevouwen) weer terug.

In deze fase is natuurlijk de grote vraag wat je voor regels hanteert bij de omschrijvingen. Op het interwebz circuleert de regel ‘geen woorden met hoofdletter’, dus als je Gordon omschrijft mag je niet zeggen ‘die van Gerard Joling’. Uiteraard zijn er twijfelgevallen: is ‘jood’ met een hoofdletter of niet? Tijd om het Groene Boekje te raadplegen heb je niet, dus ik zeg: lekker doen en achteraf vechten voor wat je waard bent.

FASE 3

Volgens hetzelfde procedé als net (1 minuut per team, raden = houden) ga je nu de persoon o het briefje uitbeelden. Hierbij mag je niet wijzen, maar verder mag alles. Net als in fase 2 eindigt dit wanneer alle briefjes verdeeld zijn en schrijf je dan op hoeveel ieder team heeft gescoord. Vouw de briefjes weer allemaal op en doe ze terug.

FASE 4

Nu omschrijf je de persoon op het briefje in 1 woord. Je teamgenoot mag maar 1 keer per briefje raden – is het fout, dan pak je de volgende. Ik doe altijd dat je in deze ronde 5 briefjes mag proberen, maar je kunt ook voor een limiet van 30 of 15 seconden gaan. Een minuut is in dit geval echt te lang, dan kan iemand alle briefjes winnen.

Wederom worden aan het eind van de ronde alle behaalde briefjes opgeteld, opgeschreven en bij de scores van de eerdere rondes opgeteld. Dit geeft de eindscore en dus het winnende team. Spannond!