In de discussie over
Engels in het onderwijs gaat het meestal over de taal van de
colleges. Men vindt het zorgwekkend dat steeds meer masteropleidingen
zich uitsluitend van Engels bedienen. Maar daar voorbij is er nog een
probleem: publiceren. Het geval wil dat Milfje aan het nadenken is
over een klein mini- publikatietje over een Nederlandstalig
onderwerp. De eerste gedachte is dan, te publiceren in het
Nederlands. Maar dat is eigenlijk wetenschappelijk gezien helemaal
niet zo handig. Kom, we leggen het dilemma uit, waarin we hoe dan ook
verliezen.
Dit is zeker geen nieuw
dilemma, maar het blijft relevant, zeker ook voor aanstormende
wetenschappers, en zeker wat betreft taal. Want het is niet goed voor
het Nederlands als taal, dat er alleen maar in het Engels wordt
gepubliceerd. Dit kan namelijk leiden tot domeinverlies. De rol van
de Nederlandse taal in het onderwijs wordt steeds meer ondermijnd,
met een langzaam sneeuwbaleffect tot gevolg: de masters worden
Engels, maar om daarop voor te bereiden worden ook de bachelors
Engels, enz. Dit is nog geen reële dreiging, maar het is al wel
gaande. Voor genuanceerde oordelen hierover zie hier. Publiceren louter in het Engels draagt hoe dan ook bij aan het
verlies van Nederlands als taal van de wetenschap.
Maar de wetenschapper kan
zich niet laten leiden door slechts taalliefde. Z/hij bevindt zich
namelijk in de Wetenschappelijke Wereld, en daar zijn meer mensen in
aanwezig. Of we het nu leuk vinden of niet, de meerderheid van de
wetenschappelijk spelers leest geen Nederlands, noch mogen we van ze
verwachten dat ze dat lezen. En jij hebt misschien wel allerlei
interessante dingen te melden, die dan helaas niemand leest. En daar wordt jij natuurlijk niet beter van. Het leuke aan wetenschap is dat je van elkaar kan leren, en dan (hopelijk) tot nieuwe inzichten komt. Dat kan alleen als je kunt interacteren met de gepubliceerde materialen. Misschien is er wel allemaal mooi taalkundig onderzoek gepubliceerd in het Spaans. Ik zou het helaas niet weten.
Dan is er ook de rol van
de geldschieters te overwegen: het NWO bijvoorbeeld, en de
universiteiten. Je bent daar, als wetenschappert, uiteindelijk van
afhankelijk. Zij leveren de banen, en de markt is zeer competitief.
En die hechten nu eenmaal meer waarde aan Engelse publicaties.
Begrijpelijk ook wel: de Engelstalige tijdschriften zijn nou eenmaal
de meest prestigieuze, juist omdat iedereen erin wil publiceren, en omdat het aanbod vele malen groter is. Publicaties en hoe daar mee om te gaan wordt
ook erkend als een probleem in de wetenschappelijke wereld (zie
hier voor een mooi uitgebreid rapport), maar dat is weer een ander punt, dat niet per se over taal
gaat. Waar het op neder komt is dat wanneer je ver wil komen, het
beter is om voor Engels te gaan.
De vraag is nu, of er ook
een constructieve oplossing is voor dit probleem. Die is er ons
inziens opzich wel: vertalen. Nederlandstalige tijdschriften bieden al
hun artikelen (of een selectie) naast Nederlands ook in het Engels aan. Zo blijft het
Nederlands behouden als taal van het wetenschappelijk domein, en kan
toch iedereen het lezen, en is de geldschieter ook nog eens blij.
Interessant genoeg is dit niet zonder precedent in de geschiedenis
der wetenschap. In de 16e en 17e eeuw was er namelijk een
vergelijkbare strijd gaande, om Nederlands kracht te geven als taal
van de wetenschap. Toen echter was er een vreemde taal (Latijn)
gangbaar, en moest het Nederlands nog terrein winnen.
Het zou dus kunnen
werken. De grap is echter dat het toen natuurlijk om veel minder
werken ging, dat het geldschietsysteem anders in elkaar zat, en dat
iets als publikatiedruk nog niet bestond. Maar we hebben nog wel een idee! Je zou ook
populair-wetenschappelijke tijdschriften kunnen uitgeven, die een
overzicht geven van nieuw onderzoek, en dat in het Nederlands kunnen
uitgeven. Zeg maar wat 360 doet voor wereldwijd nieuws. Lijkt me een
gat in de markt: Milfje biedt zich aan als editeur. 360 Wetenschap! Maargoed, gaat
het gebeuren? De overheid zou hier in moeten investeren, als zij
vindt dat het Nederlands behouden moet blijven. Maarja, het kost
allemaal wel klauwen met geld natuurlijk. Geld dat misschien wel
beter kan worden gestoken in het wetenschappelijk onderzoek zelf.
Het is jammer, maar je
moet in zulk soort gevallen pragmatisch zijn. De keuze uiteindelijk
is domeinverlies of isolatie. De argumenten afwegende gaan wij toch
voor Engels. We hopen op jullie begrip. En jullie, lezers? Wat vinden jullie? Constructief
commentaar graag.
Op zich is het natuurlijk een kwaliteit van Nederlanders dat we twee talen beheersen en ook nog eens kunnen vertalen. Dat moet toch ergens productief zijn, een voordeel geven in de Angelsaksische publikatie wereld?
BeantwoordenVerwijderenDe vraag is: zouden Nederlands-onkundigen een publicatie lezen in het domein der neerlandistiek, ook al is ze dan in het Engels gesschreven? Of anders gesteld: kan je van potentieel geïnteresseerde lezers van een artikel over Nederlandse taalkunde niet verwachten dat ze ook het Nederlands machtig zijn? (je kan toch ook geen klassieke talen bestuderen zonder Latijn en Grieks te beheersen?)
BeantwoordenVerwijderenJe hoeft een taal niet te kennen om er een artikel over te lezen. Het overgrote merendeel van artikelen over talen wordt gepubliceerd in het Engels, omdat er in de betreffende taal geen wetenschappelijke traditie is. Dat geldt ook voor Grieks en Latijn. Ik las bijvoorbeeld vorig jaar een artikel over een syntactisch verschijnsel in het Modern Grieks, dat wordt gewoon in het Engels gepubliceerd. De Griekse voorbeelden worden geglosst (een soort lopende vertaling). Ik heb daar toen ook een paper over geschreven, terwijl ik de taal op zich nauwelijks beheers.
VerwijderenOm een artikel te publiceren over een taal moet je hem natuurlijk wel tot op zekere hoogte beheersen. Maar het idee van taalwetenschap is anders dan taalbeheersing: je kijkt naar structuren in talen, en daarvoor hoef je de taal niet echt machtig te zijn.
Latijn en Grieks waren natuurlijk slechte voorbeelden, omdat daarin (ondanks hun lange traditie als 'wetenschappelijke talen') niet echt veel meer wordt gepubliceerd. Maar ik maak me sterk dat de grote meerderheid geïnteresseerden-in-de-neerlandistiek te vinden is in het Nederlandse taalgebied, òf de taal machtig is. Allicht zal er hier of daar wel iemand die geen Nederlands spreekt geïnteresseerd zijn in een artikel over Nederlandse taalkunde (zelf vind ik het ook wel leuk om, via Franse dragers, wat anekdotische kennis te vergaren over aardigheidjes uit pakweg het Baskisch of het Bretoens), maar de vraag is of het nodig is je publicatie op die minderheid af te stemmen: die kunnen het toch stellen met een Engelse samenvatting?
BeantwoordenVerwijderenBedoel je met geinteresseerdden-in-de-neerlandistiek leken of wetenschappers? Ik denk inderdaad dat er niet heel veel niet-Nederlands sprekende leken zijn met een interesse in neerlandistiek, maar niet-Nederlands sprekende wetenschappers zijn er wel degelijk veel. Die hebben misschien geen interesse in Nederlands per se, maar wel in de fenomenen. Stel je voor, dat publicatise over iedere taal alleen verschenen in de eigen taal. Dan zou je geen enkel vergelijkend onderzoek meer kunnen doen! Dat is wat (vergelijkende) taalwetenschap doet: ieder fenomeen in iedere taal is slechts een soort case study, een instantiatie van een groter fenomeen (taal als geheel). Daarom is het uiterst belangrijk dat materiaal, ook over het Nederlands, algemeen beschikbaar is. Die wetenschappers kunnen het zeker niet stellen met alleen een samenvatting.
VerwijderenMet die vergelijkende taalwetenschap heb je natuurlijk een punt. Maar goed: in plaats van een samenvatting een vertaling dan. Ik vind het trouwens bedenkelijk dat een beetje (taal- of andere) wetenschapper tegenwoordig vindt dat kennis van één enkele vreemde taal al een 'kwaliteit' is, maar goed, da's een andere discussie...
BeantwoordenVerwijderenDat begrijp ik niet: wat bedoel je met kwaliteit? Taalwetenschap gaat niet (en is nooit gegaan) over het kennen van veel talen. Dat is de oppervlakte van taal. Taalwetenschap gaat (o.a.) over structuren, over het herkennen van onderliggende patronen/factoren/ideeën. Dat kan prima in één taal.
VerwijderenIk had het hier ook niet over taalwetenschap als dusdanig (ik citeerde zelf enkel een ander forumbericht), maar over kennis in het algemeen. Zei ik ook niet dat dit een heel andere discussie is?
BeantwoordenVerwijderenTer zake dan: het gebrek aan 'wetenschappelijk gewicht' van een taal, is in zekere mate een drogreden, of eerder een self-fulfilling prophecy (dat gewicht heb je zelf immers mee in de hand); bovendien is die 'universaliteit' van het Engels ook maar relatief: er wordt in heel wat domeinen genoeg in andere talen gepubliceerd, waarbij pakweg Frans-, Duits-, Italiaans- of Russisch-onkundigen dus ook op vertalingen zijn aangewezen, toch? (net zoals er ook heel wat Engels-onkundige lezers - ja, ook wetenschappers - zijn, die met een Engelse publicatie dus ook weinig opschieten)