C
cicë
/tsits/
zn. <spreekt.> Tepel, borst. Bijv. 'Meid,
moge ik je tieten [cicat] eten!'
Noot:
Dat uitdrukking të
hëngsha cicat
'moge ik je tieten eten' bevat een werkwoordsvorm in de optatief
(hëngsha,
van
ha
'eten').
Dergelijke formules komen in het dagelijks taalgebruik veelvuldig
voor, zowel bij wensen zoals rrofsh
sa malet 'moge
je leven zolang als de bergen' als bij verwensingen zoals het
alomtegenwoordige të
qifsha robt 'moge
ik je familie neuken' (vergelijkbaar in frequentie met 'fuck' of
'godverdomme') en, mijn favoriet, të
qiftë Kina nënën
'moge China je moeder neuken'.
cubar
/tsu'bar/
zn. Iemand die achter vrouwen aan loopt, die alleen maar op seks uit
is. Bijv. 'Het
verbaast me niets dat onze zoon een rokkenjager [cubar] is: hij heeft
het niet van een vreemde.'
Noot:
Volgens Mehmet Elezi's Fjalor
i Gjuhës Shqipe (Woordenboek
van de Albanese Taal),
een
soort 'tegenwoordenboek' van het officieel door het communistische
regime gesanctioneerde Fjalor
i Gjuhës së Sotme Shqipe
(Woordenboek
van de hedendaagse Albanese Taal)
waarin een enorme hoeveelheid Ottomaanse leenwoorden en
dialectwoorden uit taalpuristische overwegingen ontbreken, is cubar
afgeleid
van het woord cub,
met
dezelfde betekenis. Elezi geeft een vrij lange lijst synoniemen,
allemaal in het betekenisveld 'rokkenjager/hoerenloper': granues
(< grua,
pl.
gra
'vrouw'), brac
(<
waarsch. Venetiaans borsariol
of
brazzo
'kruimeldief'),
dyertar
(< derë,
pl.
dyer
'deur'),
femnist
(< femër
'vrouw',
niet te verwarren met feminist),
hamshadel
(<
hamsh
'hengst' + dal
'naar buiten gaan'),
kurvar (<
kurvë
'hoer'),
lucatës
(<
luc
'piemel'),
zinaçi (<
Ottomaans Turks zina
'buitenechtelijke relatie'). -ar,
-ues, -tar, -ist, -ës, -çi zijn
alle productieve nominalisatiesuffixen voor agentia, -çi
is
een leensuffix uit Ottomaans Turks.
cuculaq
/tsutsu'lac/
zn. <reg.>, zie klitor,
karth.
Bijv. 'Wat
is dat klitje [cuculaq] van je lustig, alleen een lul krijgt hem
rustig!'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten