Zoetjes mijmerend stond ik na een 's zaterdags kookfestijn de keuken schoon te maken, toen ik plotseling werd getroffen door een enkel, rood objectje op mijn fornuis. Nu zou ik Milfje niet zijn, wanneer de observatie niet onmiddellijk en onherroepelijk gepaard ging met een Taalkundige Observatie. Het betrof hier namelijk iets, waarvan ik nog nooit een enkelvoud had overwogen. Het past dus binnen een schitterende categorie woorden in onze taal: de zogenaamde categorie der plurale tantum.
Het ging hier om een een enkele verschijning van linzen. Ik wist tot op die dag niet dat het enkelvoud daarvan een linze heet! Ik dacht dat linzen helemaal geen enkelvoud was, en dus een plurale tantum. Goed, het woordenboek liet zien dat dat dus niet waar is, maar taal is niet alleen wat in het woordenboek staat. Ik durf dus zomaar te stellen dat linzen de facto, in het taalgebruik van de gewone man/vrouw, wel degelijk een plurale tantum is (Latijnse dubbelpunten).
Ach, de plurale tantum. Ik weet nog goed dat ik er voor het eerst mee in aanraking kwam, in de 1e klas Latijn. In lectio decima van het onvolprezen boek Redde Orationes, getiteld "de milite romano", kwam ik het woord arma tegen. Hierachter stond in de woordenlijst de tantaliserende afkorting "pl. t.". Niets in mijn jongensleven had mij hierop voorbereid: wat was dit mysterieuze ding?
Plurale tantum dus: meervoud only, een zelfstandig naamwoord waarvan alleen een meervoud bestaat. De bekendste voorbeelden in het Nederlands zijn hersenen, ingewanden en financiën. Het Engels heeft er ook veel, vooral voor dingen die een soort tweeledigheid ten toon spreiden, zoals scissors, glasses en pants. Boeiend, vind ik, dat wij voor die Engelse plurale tanta wel gewoon een enkelvoud gebruiken (bijvoorbeeld schaar, en niet scharen).
Wie kent er nog meer? In welke talen? Wat zijn woorden die misschien technisch wel een enkelvoud hebben, maar waarvan dat woord nooit wordt gebruikt (zoals linze)?
Ook leuk: de singulare tantum! Slechts enkelvoud! Daarvan zijn er heel veel saaie (zoals namen van steden oid), maar ook aardigere, zoals huiswerk. Wie kent er meer?
Ik gebruik wel 'gluut' als enkelvoud van 'gluten', terwijl 'gluten' officieel juist zelf een enkelvoud is. Bijna iedereen gebruikt het tegenwoordig als meervoud. Op internet kom je ook veel vaker "de gluten" tegen dan "het gluten". Het lijkt erop dat gluten van een singulare tantum nu een plurale tantum aan het worden is! Nog even en 'gluut' komt gewoon in het woordenboek. Raar spul, gluten... en taal trouwens ook.
BeantwoordenVerwijderenGrappig, maar ook begrijpelijk dat mensen het als meervoud interpreteren: gluten gaat de weg van raven > raaf!
Verwijderenhttp://www.dbnl.org/tekst/bree001hist01_01/bree001hist01_01_0012.php
Naast gluten staat (staan) pollen. Het pollen. Raar maar (officieel) waar.
VerwijderenHier (https://books.google.nl/books?id=2rcNAwAAQBAJ&pg=PA243&dq=gluten+glutina&hl=en&sa=X&ei=fm8lVaznDIHdsgGCmoDwCw&ved=0CDQQ6AEwAQ#v=onepage&q&f=false )staat glutina als meerv. van gluten. Overigens het is HET plurale tantum.
VerwijderenIemand klaagde ooit tegen mij over pijn in haar bekken, 'vooral in m'n linkerbek'.
VerwijderenHagelslag!
BeantwoordenVerwijderenstormgeloei!
BeantwoordenVerwijderenNog een paar pluralia tantum: mazelen, waterpokken, Gedeputeerde Staten, middeleeuwen, lurven, hurken, Tropen, notulen, kosten.
BeantwoordenVerwijderenSingularia tantum: goud, heelal, nageslacht, taalkunde
singulare tantum die wat mij betreft niet verklaarbaar/logisch is uit de betekenis: "beleid"
BeantwoordenVerwijderenHet lijkt me -itt andere singularia tantum- betekenistechnisch goed mogelijk om daar een meervoud van te hebben maar ik ken het niet. Beleidsrichtingen misschien?