Hoera,
de Milfje Meulskens Facebookpagina heeft honderd likes! En wat
ik ook zo leuk vind, is dat ik die zin 10 jaar geleden nog niet had kunnen
begrijpen, laat staan uiten, laat staan vermoeden dat ‘liken’ zo’n begrip zou
worden. Taal is dynamisch, dat blijkt maar weer. Om al deze heuglijke feiten te
vieren, trakteer ik jullie hier op een beschrijving van de 4 allermooiste
nieuwemediataalinnovaties (spaties invoegen waar je maar wilt).
4. Ken je het weblog Geenstijl.nl? Zo ja, dan
ken je het waarschijnlijk van de politiek incorrecte en soms ook grove
berichten en reacties. Ga er maar eens een kijkje nemen en ik weet vrij zeker
dat je je binnen 10 minuten ergens kwaad over maakt. Maar even los van de
inhoud: geenstijl.nl heeft een heel eigen idioom ontwikkeld, ook wel sociolect
genoemd (vergelijkbaar met een dialect, maar dan gesproken door een sociale
groep i.p.v. in een regio). En dat in schrijftaal! Op lexicaal (=woord-)niveau
hebben ze allerlei innovaties: tacohoest (Mexicaanse griep), bontkraagje
(Marokkaan), aluhoedje (iemand die in complottheorieën of pseudowetenschap
gelooft). Heel karakteristiek is de spelling: heaumeaux (homo’s), daudt (dood),
geyl en neuqen (ja kom dat snap je zelf ook wel). Geenstijl heeft ook een afwijkende
grammatica; zo gebruiken ze vaak constructies met het hulpwerkwoord ‘doen’
(‘doe eens weggaan!’) en spreken ze soms in de derde persoon (*stiekem weglopen
doet*, waarbij de sterretjes aangeven dat de persoon dit daadwerkelijk
uitvoert). Wat je ook van de reaguurders (hé, nog een taalgrap!) vindt, ze
hebben meer gevoel voor stijl dan hun webnaam doet vermoeden.
3. Liken. Het is zo oud als de wereld om iets
leuk te vinden, maar het is zo nieuw als Facebook om een knopje te hebben om
dat te uiten. In het Engels heet dat knopje ‘Like’, in het Nederlands heb je
hier geen werkwoord voor dus doen we het met ‘Vind-ik-leuk’. Dat is trouwens
een voorbeeld van een verschil tussen Engels en Nederlands. Het Engels staat
vaker dan het Nederlands toe dat een werkwoord en het bijbehorende zelfstandig
naamwoord dezelfde vorm hebben (als je indruk wilt maken op je vrijmibo: dat
heet conversie of nul-derivatie). Zo kun je ‘address’ gebruiken als naamwoord ‘the
address’ en als werkwoord ‘to address’. In het Nederlands is het naamwoord
‘adres’, maar dat moet je aanpassen om het als werkwoord te gebruiken:
‘adresseren’. Dat zie je ook op Facebook: ‘like’ kun je als werkwoord maar net
zo goed als naamwoord gebruiken (wow, Milfje’s got a hundred likes!), terwijl
dat in het Nederlands toch wat gek is: ‘Wowie, Milfje heeft honderd
vind-ik-leuks!’ Toch handig, zo’n leenwoord.
2. Een erg leuke innovatie in nieuwemediacommunicatie
is sms-taal: het gebruik van allerlei afkortingen om te zorgen dat je tekst in
de 160 tekens van 1 sms past, of in geval van Twitter in 140 tekens. Afkortingen
gebruiken we al veel langer, bijvoorbeeld in brieven, telegrammen en
contactadvertenties. Hoe denk je dat we o.a. aan d.w.z. en s.v.p. zijn gekomen?
Niks nieuws onder de zon dus, oftewel nulle novum sub sole (NNSS, gebruik dat
maar eens in een sms). Maar in sms-taal wordt wel op een specifieke, nieuwe
manier afgekort.
Er zijn namelijk een aantal afkortstrategieën,
die elk hun eigen regels kennen. Een strategie is bijvoorbeeld het weglaten van
de klinkers uit een woord: ‘Tot vlgnde wk!’ Dat is goed leesbaar, maar niet als
de eerste letter van het woord een klinker is: die mag je niet weglaten (daar
blijkt maar weer uit dat het begin van een woord vaak belangrijker is dan het
einde!). Een nieuwe strategie (die je in telegrammen nog niet zag, maar nu in
sms-taal wel) is het gebruik van cijfers, zoals in ‘w88’. Je moet de taal
waarin je sms’t of twittert goed beheersen om te weten wat wel of niet kan –
een reden om te beweren dat iemand die veel sms-taal gebruikt, haar/zijn taal
goed beheerst.
Er wordt trouwens veel onzin beweerd over sms-taal, bijvoorbeeld dat er afkortingen
gebruikt worden als JBA (‘je bent afgekeurd’). Het zal best dat iemand dat wel
eens gebruikt heeft, maar dat is dan waarschijnlijk tussen twee vrienden voor
wie dat een begrijpelijke afkorting is. Het is niet iets waar alle jongeren van
op de hoogte zijn. Er zijn maar een paar van dit soort eersteletterafkortingen
die vaak gebruikt worden: LOL (‘laughing out loud’), OMG (‘oh my god’) en WTF
(‘what the f*ck’). Ik vind het grappig dat die afkortingen nu ook als afkorting
uitgesproken worden: je hoort mensen wel eens ‘oh em gee!’ zeggen. Dan is
schrijftaal opeens geen reflectie meer van spreektaal, maar andersom.
1. YOLO! Voor wie het nou nog niet weet: YOLO
staat voor ‘You Only Live Once’ en is door Drake en Lil Wayne (=repperts) tot
levensmotto uitgeroepen in onderstaand liedje. Vervolgens gingen allerlei
internetters het gebruiken als excuus (je moet het gedaan hebben want YOLO) voor
de gekste dingen: bungeejumpen, met je collega naar bed gaan, Haren kort en klein slaan, of ontbijten. Vooral dat
laatste type gebruik heeft voor een slecht imago gezorgd: als je nu YOLO zegt,
zien mensen je als een sneue puber (‘swag’ werkt ook zo). Ik ben het als grap
gaan gebruiken en kom er nu niet meer vanaf, maar goed, YOLO.
In Amerika vroeg ik laatst een collega: "can you minute this meeting" en men was verrast want hier werkte dit principe niet om het zelfstandig naamwoord ook als werkwoord te gebruiken. Iedereen snapte wel meteen wat ik bedoelde. Dat is dat typische fenomeen dat je snapt hoe de taal (in dit geval Engels) werkt en je past het toe, maar je valt door de mand omdat het zo zou kunnen, maar "echte Amerikanen" doen het niet.
BeantwoordenVerwijderenOverigens, lieve Milfjes, ik kan het niet laten om te zeggen, maar ik heb moeite met "Er zijn namelijk een aantal afkortstrategieën" - voor mij is het: Er IS een aantal", misschien leuk om in een andere blog nog eens op terug te komen ...
Dank voor je reactie Paul! Inderdaad is dat precies het lastige bij het leren van een vreemde taal - je kunt wel de regels kennen en goed toepassen, maar toch zijn er dan sommige dingen 'not done'...
VerwijderenWat je ergernis betreft: die wordt ook genoemd in zin 8 in de blog van 8 maart over veel voorkomende irritaties. Interessant dat je dat nu juist irritant vindt! Ik vind het persoonlijk altijd vreemd om in zo'n zin 'is' te gebruiken (al is dat 'grammaticaal correct'), omdat het zo duidelijk over meerdere strategieën gaat. Er is een clash tussen een regel (1 aantal > is) en de betekenis, waarbij ik dus voorrang geef aan de betekenis. Misschien is dat een individuele voorkeur, maar misschien is er ook wel een generatiepatroon te herkennen; dan zou er een taalverandering aan de gang kunnen zijn!