Oei lieve lezertjes, konden jullie ook niet wachten op een nieuw, spannend, om-je-baard-bij-af-te-likken erotisch taalavontuur? Nou, dan is jelui geheime wens in vervulling gegaan, want hier is Milfje met een nieuw avontuur.
Lang, lang geleden, in een
land hier ver, ver vandaan, was er eens een prinses. De prinses heette Genidé.
Ze was 18 jaar, en ze bezat zó’n intrinsieke, mensoverstijgende schoonheid dat zelfs alle stiefzusters, geitjes en
spiegels hadden geprobeerd haar sexueel te benaderen. De prinses kreeg
natuurlijk al op jonge leeftijd een warm gevoel van al die aandacht. Of er ook DAADwerkelijk
iets gebeurd is zal altijd wel gehuld blijven in de misten van het magische Men-Zal-Niet-Schrijven-Over-Sex-Met-Minderjarigen.
In
ieder geval, haar vader, Koning Nauwen, vond al die aandacht voor zijn enige
dochter maar niks. Ondanks het feit dat de oude bok zelve zeur graag op zijn
tijd een groen blaadje verschalkte (lees: zo uitwoonde dat des groenes heur
blaadjes na afloop weer terug in de kom moesten worden geduwd), gunde hij zijn
dochter die pleziertjes niet. Op haar 17e escaleerde de ganzen
situatie de pan uit: de hele Hoge Raad van de koning was dusdanig gecharmeerd
van het jonge aardbeitje dat de prinses inmiddels geworden ware, dat het land
volledig op zijn bips lag: zoals we allenmaal weleens aan den lijve ondervonden
hebben (rrrrr) regeert het knap lastig met een kloppend lid in je broek dat de
hele tijd om aandacht vraagt. Koning Nauwen moest iets verzinnen, en dat deed
hij dan dus ook subiet.
En aldus geschiedde het dat de koning prinses Genidé op haar
18e verjaardag meenam naar een blinde smid, die met trillende handen
(en een keihard kloppende vleesstaaf onder zijn nauwsluitende leren schort) de
prinses een kuisheidsgordel aanlegde. En de prinses was in tranen: het was
namelijk meteen afgelopen met de aandacht, en de ministers verlegden hun
pielemuisjes en hun aandacht terug naar het midden van de broek respectievelijk
het land. En de jachthonden, dewelke haar eerder als wilde honden hadden
gelikt, waren ook al afgemaakt dus dat maakte überhaupt niks meer uit. En de
prinses weende bittere tranen, moederzielig alleen op haar kamertje.
Maar de prinses had een kamenierstertje, een gewiekst
wichtje uit de spreekwoordelijke polder dat goed overweg kon met spinnenwielen
en dat komt altijd van pas in sprookjes. Deze spinster zei letterlijk: “Maar
lieve prinses, waarom huil je niet! Wel! Niet! Wel!?” (want ze had een heel
rare aandoening waardoor ze het constant met zichzelf oneens leek te zijn). De
prinses, die het rare gebrabbel van het lomp-domme, vadsig-lobbige gruwelwijfje
allang gewend was, snikte onbedoeld: “Ach, wee, kamenierstertje, dit paleis is
zo’n loeisaaie bedoening zo met die grendel voor mijner genotsgrot. Ik kan
flirten en pronken en flonkeren wat ik wil, maar aandacht, neen!” Het
kamenierstertje was stupefait, flabbergasted en met stomheid geslagen (au).
Maar niet lang, want daar sprak ze alweder: “Maar schone prinses! Weet U dan wel
niet… Kunt U dan niet wellicht wel… Jeweettog…, niet?” De prinses kreeg
letterlijk ogen als schoteltjes toen het tot haar doordrong (au) dat er
wellicht een oplossing was voor haar onvrijwillige drooglegging. Haar preutse
dienaresje probeerde zo verhullend mogelijk uit te leggen wat ze bedoelde.
“Nou, je kunt dus zelf, uhhh,
met je vingers, je eigen erwtje doppen, oftewelniet, ehmm, de poes voeren, ehm,
ja ziet U, nee ik bedoel niet zien, maar dat je dus met je uitstekende
lichaamsdelen je instulpende lichaamsdeel beroert en alzo de vijver vol laat
lopen, ja toch, of niet dan soms.” Nu moest de deerne maken dat ze wegkwam,
want daar begon de prinses meteen een poging te ondernemen in de schone kunst
der onanie.
En onaneren kon ze, onze prinses Genidé. Achttien lange
jaren had ze het landschap om het paleis verkend met zijn plonzende watervallen,
puntige pieken, diepe zeeën en hete bronnen. In luttele weken ontdekte ze nu
haar inwendig landschap, alwaar ze navenante watervallen, pieken, zeeën en
bronnen vond. Pijlsnel hervond ze haar joie-de-vivre en deed haar nieuwe motto
eer aan: een dag niet geclitsjoeld is een dag niet geleefd!
De kuisheidsgordel weerhield de prinses er nooit meer van om
zichzelf toch af en toe een klein pleziertje toe te staan (lees: zich dusdanig
uit te wonen dat de bebloede lakens na afloop moesten worden weggegooid en de
kippen een week van de leg waren van haar door merg en been gaande
genotsgekerm). Probleem was echter dat ze toch al snel genoeg kreeg van heur klein
duimpjes en vingertjes zo rank: ze wilde iets dikkers! Maar ze kon nou niet
direct naar de Seksshop Hans op de hoek kon rennen voor een vibratortje:
opgesloten als ze zat moest ze inventief zijn, en dat werd ze dan ook al snel. Hoewel
ze aanvankelijk wel wat geëxperimenteerd had met verschillende metalen, houten
en keramieken voorwerpen, kwam ze er gauw achter dat haar veurkeur toch wel
uitging naar eetbare voorwerpen uit de keuken, omdat die ook een beetje
leefden, en ze hield er wel heel erg van iets levends in zichzelf op te nemen.
Kort gezegd: er was nauwelijks een groente die ze niet op een of ander moment
wel op de een of andere manier in haar tweede mondje had weten te proppen. Ze
mocht inmiddels wel een autoriteit worden genoemd op het gebied der
plantaardige dildovervangers, en ze was om die reden dan ook een bron van
gegiechel bij haar hofdames wanneer die eens een beetje rum in de thee deden en
het onderwerp afd(w)aalde naar de Zaken des Onderbuiks. De prinses mocht graag
vertellen over de verschillende successen: schorseneren, hoewel een vloek voor
huisvrouwen om te schillen, waren door hun uiterst ruwe huidjes zeer geschikt
voor dames die van een beetje frictie hielden. De pastinaak gaf een navenante
oppervlakte-ervaring en zorgde met heur taps uitlopende vorm voor extra genot.
Het meest spannende vonden Genidé en haar volgstertjes evenwel de witlof, omdat die ook
auditieve en olfactorische sensaties toevoegde.
Onze prinses leek aldus gered van de plezierloze ondergang,
en ging een soppende toekomst tegemoet met een glansrijke carrière in de
solopolo. Het was echter weder haar vader, koning Nauwen, die roet in het eten
gooide. Hij vond het maar niets dat zijn dochter door al dat doe-het-zelven
haar kamertje niet meer uit kwam. Er moest iets gebeuren, ende wel snel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten