door Marten van der Meulen
http://xkcd.com/552/ |
Er waart een spook door
Nederland – het spook van Engelstalig hoger onderwijs. Vooral in de
masterfase is veel onderwijs in het Engels. Niet iedereen vindt dat
een goede zaak. Deze kwestie, zo lijkt men te vinden, wordt het best
aangekaart door manifesten te schrijven. Verscheen er vorig jaar al
eentje in
de AdValvas, nu stond er een in de NRC (hier
te vinden). Dit nieuwste stuk is een ietwat
verwarrende mix van verschillende taalproblematieken en de rol van de
universiteit in de samenleving (maar daar zal ik verder niet op
ingaan). Wat betreft taal richt het zich op drie verwante maar
verschillende zaken: de rol van het Engels in het hoger onderwijs, de
taalvaardigheid van studenten, en de waardering van Nederlandstalig
wetenschappelijk onderzoek. Het staat buiten kijf dat dit belangrijke
onderwerpen zijn, en er worden veel zinnige dingen gezegd. Helaas
schiet het manifest tekort, in de zin dat er geen haalbare, concrete
oplossingen worden geboden.
waarschuwing: longread.
Laten we vooral beginnen
met te zeggen dat A de discussie belangrijk is en moet worden
aangezwengeld, en B dat er wel degelijk een paar goede punten worden
gemaakt. Zo wordt in punt 1 en 2 gesteld dat Engels lang niet altijd
noodzaak is, dat Nederlands belangrijk is, en dat er een discussie op
gang moet komen over het gebruik van Engels in het onderwijs.
Helemaal mee eens. Iets verder staat in punt 4: “De beslissing over
het gebruik van Engels in het publiek gefinancierde hoger onderwijs
dient op inhoudelijke gronden te worden genomen.” Óók helemaal
mee eens. Zeggen dat je die opleidingen alleen maar in het Engels
doet om buitenlandse studenten te trekken: geen afdoende argument. En
zeker, taalvaardigheid is een ontzettend belangrijke vaardigheid om
studenten tot “kritische burgers” te maken (hoewel je daar toch
echt wel meer voor nodig hebt).
Dit stuk betwist echter
niet de lovenswaardige verdediging van de (Nederlandse)
taalvaardigheid die de ondertekenaars voorstaan. Het gaat, zoals
gezegd, vooral over het algemene ontbreken van focus, en het gebrek
aan concrete oplossingen dat wordt geboden. Bovenaan het manifest
wordt aangekondigd dat het tien actiepunten bevat. Nou, ik haal ze er
niet uit. Een paar wel, zoals in punt 9:
“De
invoering van een taaltoets alleen is niet voldoende! Studenten
moeten in het hoger onderwijs geoefend worden in spreken, lezen en
schrijven: minder meerkeuze-tentamens,
meer presentaties, essays en openvragen-tentamens die ook op hun
talige kwaliteit beoordeeld worden.”
Dit is nogal onhandig
opgeschreven: er is meer scholing nodig, en vervolgens worden alleen
voorbeelden van toetsmomenten genoemd. Maargoed, meer scholing is
inderdaad handig. Net als kleinschaliger onderwijs (en dat kan
misschien zelfs, lees bijv. hier,
mét zowaar experimentele resultaten!). Niemand betwist dat. Er
speelt echter meer dan alleen pedagogische wenselijkheid. Helaas gaat
het ook om tijd en geld. Om Punt 9 te laten werken is een kolossale
toename in het aantal docenten nodig (hoewel dat misschien
komt), en bovendien veel meer uren voor
studenten. Volgens mij kan dat helemaal niet binnen een driejarige
bacheloropleiding, laat staan binnen een éénjarige masteropleiding.
Een langere studie zou fijn zijn, en mag volgens
Bologna, maar ja, wie gaat dát dan weer betalen? Tenslotte nog
een persoonlijke noot: meer presentaties? Dan ook meer contacturen.
In mijn eigen opleiding had ik in veel vakken een presentatie, net
als al mijn medestudenten. Gevolg: iedere les drie presentaties, de
docent kwam zelden meer aan het woord. Ontzettend jammer, en een
enorme uitholling van het onderwijs.
Daarnaast is er de
naïviteit die uit het stuk blijkt. Ja, buitenlandse studenten kan
worden “geadviseerd” (een vrij onhandig eufemistisch woord in
deze context) om Nederlands leren. Laten we dat concretiseren. Een
buitenlandse student wil filosofie studeren in Groningen. Alle vakken
zijn in het Nederlands. Is het mogelijk dat deze student de
Nederlandse taal op een dusdanig niveau leert beheersen dat z/hij kan
meedraaien in een masteropleiding? Natuurlijk niet. Wat je dus zou
krijgen als alle opleidingen Nederlands worden, is dat er geen
buitenlandse studenten meer
deel kunnen nemen aan de opleidingen. En dat scheelt nogal, bv.
20% aan de Universiteit Leiden. Ook Erasmusstudenten zouden niet
meer mee kunnen doen. Dat is toch geweldig, dat studenten een
halfjaar mee kunnen draaien hier, of dat onze studenten een halfjaar
naar het buitenland kunnen? Ik ben zelf een halfjaar naar Australië
geweest, waar ik direct kon meedraaien, en ontzettend veel heb
geleerd.
Inderdaad,
universiteiten moeten kiezen voor Engels op “inhoudelijke gronden”,
en niet alleen om studenten te trekken, of om hoog op lijstjes te
komen te staan. Maar volgens mij worden universiteiten precies op
deze zaken afgerekend door de geldschieters. Dáár moet verandering
in komen, tuurlijk. Hoe dan? En hoe wil je bewerkstelligen dat
“Nederlandstalig onderzoek een volwaardige plaats” krijgt binnen
het wetenschappelijk spectrum? Is Engels daar niet allang de
voertaal? Hoeveel publiceren de ondertekenaars van de petitie zelf
eigenlijk in het Nederlands? Breken zij een lans voor de eigen taal?
Praktiseren zij wat zij preken? Sommigen zullen dat zeker doen, maar
als puntje bij paaltje komt, zal men toch ook zich onderwerpen aan de
publicatiedruk, en in het Engels publiceren. Men is altijd idealist
tot men honger krijgt.
Ten derde worden er,
zoals gezegd, minstens drie onderwerpen aangepakt: de rol van het
Engels in het hoger onderwijs, de taalvaardigheid van studenten, en
de waardering van Nederlandstalig wetenschappelijk onderzoek.
Impliciet wordt de link gelegd tussen de opmars van het Engels en de
(blijkbaar) tegenvallende taalvaardigheid in het Nederlands. Maar, o
ondertekenende wetenschappers, is die relatie er wel? Nu lijkt dit te
worden gezegd:
- De taalvaardigheid van studenten is slecht
- Er is steeds meer Engels in het hoger onderwijs
- De taalvaardigheid is slecht door het Engels in het hoger onderwijs
Dit heet (zo weet ik
toevallig) een cum hoc ergo propter hoc. Het lijkt voor de
hand te liggen, en er kan wel degelijk een relatie zijn, maar er is,
voor zover ik weet, op dit moment geen enkel wetenschappelijk bewijs
voor deze relatie. Daar komt bij, dat er ook geen stelselmatig bewijs
is voor slechte taalvaardigheid onder studenten. Tuurlijk, de
verschillende ondertekenaars zullen wel voorbeelden hebben, maar
juist zij zouden de zwakte van anekdotisch bewijs moeten kennen. De
enige poging om dit te bewijzen, in de vorm van een proefschrift uit
Groningen van vorig jaar, werd breed
betwijfeld (vooral omdat de promovendi weigeren hun data te
delen). En dan is er de taaltoets, die aan het begin van het eerste jaar wordt afgenomen, en die dus alleen maar meet in hoeverre Nederlands onderwijs op de middelbare school succesvol was. Laten we dus eerst die taalvaardigheid onderzoeken, voordat
we haar neersabelen.
Is het allemaal dood
en ellende, verrotting en stank? Nee. Dit manifest is een goede
poging om de discussie aan te zwengelen. Het zou helpen als de
schrijvers zouden besluiten waar het ze exact om ging. Een aantal
punten kan worden aangepakt, zoals de te voeren discussie over de rol
van het Engels, en de waardering voor andere talen dan het Engels (wat Marc van Oostendorp ook graag zou zien). Voor de rest is het veel realistischer om te kijken
wat er kan binnen de randvoorwaarden van het onderwijs zoals dat nu
wordt gegeven. Voer experimenten uit met bijvoorbeeld innovatieve
onderwijstechnieken, zoals flipped
classroom. Test of het gebruik van meer Nederlandstalige
vakliteratuur kan zorgen voor beter taalbesef. En vooral: evalueer
deze zaken. Zorg voor bewijsmateriaal. En richt je misschien in
eerste instantie op het verbeteren van taalvaardigheid in algemene
zin, bijvoorbeeld door te kijken hoe taalonderwijs ook op de
middelbare school kan worden verbeterd.
Problematiseren kan
iedereen, maar oplossen, dat is de ware kunst.
Wie op Erasmus gaat in Spanje of Italië moet (moest?) ook de taal onder de knie zien te krijgen: gek dat dat hier dan niet zou kunnen.
BeantwoordenVerwijderenEn een ander nefast effect van de algemene 'verengelsing' is de dramatische achteruitgang van de kennis van andere vreemde talen (voor een universitair geschoolde van de generatie van mijn ouders was het - in België althans - normaal dat je ook een nuttige kennis van minstens het Frans en het Duits had; nu is niet alleen de kennis van het Duits, maar ook die van het Frans ronduit ondermaats). Die Angelsaksische dominantie gaat bovendien veel verder dan het louter talige: ooit waren Franse of Italiaanse cinema gevestigde waarden, nu bereiken ze - op een enkele uitzondering na - vooral een nichepubliek. Een verschraling van de talige diversiteit dreigt dus ook algemeen tot culturele eenheidsworst te leiden: de taal bepaalt immers mee hoe je naar de wereld kijkt.
Overigens stonden de voorbije dagen veel interessante(re), genuanceerde artikels over dit thema in De Standaard ("Make you no worries, we speak well English" door Ad Verbrugghe en " Nederlands of Engels?" door Rik Torfs): zéér lezenswaard!
Beste anoniem,
Verwijderendank voor de reactie. Ten eerste ben ik het absoluut met je eens dat verschraling van talige diversiteit een slechte zaak is. Wat betreft cultuur: is erg, maar weinig aan te doen. Je kunt leerlingen wel dwingen om Frans te leren, je kunt ze niet dwingen naar een Franse film te gaan. Wel helpt les natuurlijk om een cultuur ook aantrekkelijker te maken, maar daar spelen ook andere factoren een rol (zoals de inhoud van de Franse vs Hollywood cinema). Wat wel zo is, is dat er tegenwoordig ook andere talen aangeboden worden, zoals Arabisch en Chinees. De vraag is, of die aanslaan, maar je kunt het leren, en dat kon vroeger niet.
Het argument dat de kennis van andere talen achteruitholt wordt vaker gehoord, en lijkt intuitief voordehandliggend. Maar is er onderzoek naar geweest? Was die kennis eerder dan zo goed? Mijn ouders, toch ook hogeropgeleid, lezen ook geen Duits of Frans. Opnieuw: ik zeg niet dat het niet zo is, maar ik geloof in cijfermatig bewijs voor zulke stellingen.
Wat betreft het stuk van Verbrugge: ik vond dat niet zo goed, en zeker niet genuanceerd. Jazeker, dat bordjes in het Engels zijn, dat vind ik ronduit belachelijk. Maar verder lijdt het aan dezelfde euvels als als het Manifest: het slaat wild om zich heen wat betreft onderwerpen, en er worden geen oplossingen geboden.. Ook de link tussen toename van het Engels en afname van de taalbeheersing wordt gemaakt zonder enig bewijs daarvoor. Alle kritiek die boven staat, is dus ook op dit stuk van toepassing. Het stuk van Rik Torfs heb ik nog niet gelezen.
Wat betreft Erasmus en de taal leren: absoluut goed punt, waar ik niet over had nagedacht. Je kunt je echter ook daarbij afvragen, in hoeverre die studenten de taal goed genoeg leren om mee te kunnen komen. Ook daar zou ik best cijfers over willen lezen. En wie gaat die cursussen aanbieden is de vraag?
Erasmusstudenten komen meestal ook helemaal niet mee, zo is mijn ervaring... (en dat lijkt ook niet de bedoeling te zijn). Afschaffen, die handel! Maar da's een andere discussie... Wat meertaligheid betreft is er historisch en sociologisch allicht een zeker onderscheid tussen Nederland en Vlaanderen, zodat hier die achteruitgang (met name wat het Frans betreft) vast merkbaarder is.
BeantwoordenVerwijderenAndere bedenking: je kan jongeren inderdaad niet verplichten om van Franse films te houden, maar je kan wel hun blikveld verruimen door ervoor te zorgen dat ze de wereld niet door een louter Angelsaksische bril bekijken. Want het impliciet aanvaarden van het Engels als de enige internationale 'norm' heeft ook zijn invloed op de appreciatie van de inhoud (èn een brede algemene vorming - waar talenkennis een deel van is - leidt tot een breder interpretatiekader, en navenante bredere smaak).
BeantwoordenVerwijderen