Wat mijn megacollega me
nou vertelde: als vinken en mezen fluiten, dan noem je dat geen ‘zingen’ zoals
bij andere zang(!)vogels, maar ‘slaan’. Je ziet dat terug in het woord ‘vinkenslag’.
Dat kende ik óók al niet, maar enige navraag in mijn omgeving leert dat het wel
enige herkenning oproept, vooral in de leeftijdscategorie 50+. Hoe kom je erop!
Ik was er althans nooit opgekomen. Het inspireerde me tot een zoektocht naar
hoe dat dan wel of niet is gekomen. Zie hieronder voor een multimediaal
spektakelverslag van de queeste, inclusief geluidsmateriaal en linguïstisch weergegeven vogelgeluiden.
Door Sterre Leufkens
Dat je bij vinken ‘slaan’
moet gebruiken, kun je wel begrijpen als je luistert naar hun geluid: dat is
een soort ritmische herhaling van een klank. Waar je ‘zingen’ eerder
associeert met melodie (veel toonhoogtevariatie), is ‘slaan’ toch echt meer een ritmisch ding, en
inderdaad: een vink doet meer met ritme dan met melodie.
Oordeelt u zelf of het
voor de mees ook geldt. Hier een koolmees.
Die navraag waar ik het
net over had leert mij dus dat sommige mensen nog wel van de vinkenslag gehoord
hebben, maar dat nauwelijks nog iemand weet dat mezen ook slaan. Dat doet
vermoeden dat er misschien vroeger nog wel meer vogels sloegen, maar ja, hoe
kom je daarachter? Door het aan (de webdienst van) Onze Taal te vragen natuurlijk! De twitteradviesdienst
meldt dat volgens de WNT “dit gebruik zich ontwikkeld kan hebben uit dat met een muziekinstrument als onderwerp” – de OT-twitteraar
voegt daar een wijs ‘tsja’ aan toe. Ze vertellen me verder dat ook nachtegalen
slaan (dat zeggen ze hier
ook), maar
waarom, dat weet zélfs het Genootschap niet.
Dan maar eens naar de
ornithologen. Bij de Dutch Birding Association hebben ze alleen van slaande
vinken gehoord, niet van navenante mezen of galen. Ze verwijzen me door naar Paul
Marcus, een kenner van vogels en etymologie, dat treft. Hij weet te vertellen dat
er nog drie slagvogels zijn:
de roodmus (die zegt pleased-to-meet-you,
vriendelijk he, al hoor ik het hieronder niet echt terug - misschien slaat deze Mexicaans?)
de matkop (pèh-pèh-pèh of tsieuw-tsieuw-tsieuw)
en de kwartel (kwik-me-dít
kwik-me-dít).
De kwartelslag wordt al
genoemd in een boek uit 1636, terwijl het slaan van andere vogels pas vanaf de
19e eeuw in sommige vogelgidsen opduikt – vandaar dat Marcus denkt
dat ‘slaan’ bij vogels aanvankelijk tot kwartels beperkt was, en pas later ook
bij vinken en de hele reutemeteut gebruikt werd. In een Duits woordenboek uit ongeveer 1800 staat
‘schlag’ van vogels wel weer genoemd: misschien hebben we het dus uit het Duits overgenomen.
Nog een leuk weetje van
Marcus: in de WNT maken ze onderscheid tussen de vinkeslag (=het slaan van
vinken) en de vinkenslag (ding om vinken mee te vangen). Spelling is overal!
Ik kan nog uren doorslaan over dit onderwerp, maar ik vermoed dat jullie nog meer te doen hebben vandaag. Ter afsluiting dus, en lering
énde vermaak: roerdompen blijken ook al niet te zingen, slaan doen ze ook niet,
nee: ze pompen! En
sinds de jaren negentig hoempen ze. Ik vind het klinken alsof je op een bierflesje blaast, maar goed, ieder z'n associaties... Dames en heren: een hoempende roerdomp!
Ik ben inderdaad nét 50+ (eigenlijk nog geen +, zelfs), en ik herinner me dus nog als de dag van gisteren hoe 12 jaar geleden de Vinkenslag in het nieuws was: http://goo.gl/x2xhlW. Dat die naam iets met de zang of roep (nog zo'n woord!) van vinken te maken had, wist ik dan weer niet. Daar ben ik te onwetend en/of te jong van geest voor.
BeantwoordenVerwijderenNog een slaonde veugel: 'Een gieteling zit in het veurjaor en veurzommer 's aovends in de boomtoppen en slag heil mooi' (opetiekend in Barger Compas, Drenthe)
BeantwoordenVerwijderen