Ik moet een bekentenis doen: ik kijk het Songfestival niet. Niet om cool te zijn of hipster, het interesseert me gewoon helemaal niet. Wat me wél interesseert is taal, en dus werd mijn aandacht getrokken door onderstaande tweet van Van Dale-eindbaas Ton den Boon:
Nu Duncan Laurence in @Trouw gezegd heeft dat hij zijn optreden 'niet laat jinxen', doet half Nederland alsof 'jinxen' een nieuw werkwoord is.— Ton den Boon (@tondenboon) 16 mei 2019
Niet dus, jinxen is al sinds 2011 te vinden in de Dikke Van Dale. pic.twitter.com/PRrMf9M3GZ
Blijkbaar denken mensen dat jinxen een nieuw woord is. Nu blijkt dat dat niet zo is, is de interessantere vraag: waaróm denken mensen dat het een nieuw woord is?
Woorden in het woordenboek
Het argument van Ton den Boon is in principe steekhoudend. Van Dale neemt namelijk niet zomaar woorden op (zo leggen ze hier uit):
Echt niet nieuw?
Maar hoe zit het met het woord jinxen? Komt dat woord echt voor? Die vraag kun je op verschillende manieren beantwoorden. Mijn intuïtie zegt dat dit woord al vrij lang voorkomt. Ik hoorde het bovendien vorig weekend nog (iemand vroeg of ze het landskampioenschap van Ajax had gejinxt). Maar dat zegt niet heel veel: dit is anekdotisch bewijs. En, zoals ik altijd zeg: alleen omdat jouw laarzen nat zijn, betekent niet dat het land overstroomt. Anekdotisch bewijs kan een indicatie zijn, maar het is geen sluitend bewijs voor een bredere trend.
Hoe kom je er wél achter of iets vaker voorkomt? In bronnen! Voor historisch onderzoek van het Nederlands zijn helaas veel te weinig bronnen beschikbaar. Ja, je hebt Nederlab, maar zoals ik al eerder schreef: resultaten daarin zijn onbetrouwbaar. Net als Delpher overigens: voor leuke dingetjes erg leuk (zie de schitterende liefdescollectie van Mark Traa), voor kwantitatief onderzoek vrij waardeloos.
Gelukkig is dit voor jinxen (waarover hier, met dank aan de vrinden van Onze Taal, meer te lezen valt), waarschijnlijk vrij recent verschenen. Dat betekent dat we online bronnen kunnen gebruiken. Op Twitter, dat sinds 2006 bestaat, vond ik de eerste hit in 2009:
"Een woord wordt opgenomen in de Dikke Van Dale als de redactie dat woord gedurende langere tijd regelmatig aantreft in kranten, tijdschriften, boeken en op internet (inclusief blogs en sociale media). Het woord moet algemeen bekend zijn, het moet ingeburgerd zijn. Verder moet het woord in veel verschillende soorten teksten voorkomen."Deze uitleg schijnt ook licht op een populaire gedachte (ik kwam hem laatst nog tegen, we schreven er al 5 jaar geleden over), dat een woord pas bestaat als het in het woordenboek staat. Dat is net zoiets als het volgende:
Het gaat hier om verschillende betekenissen van het woord 'bestaan'. Mensen die zeggen dat een woord 'niet bestaat', bedoelen vaak dat het niet tot de standaardnorm hoort. Ik vind dat een onhandige uitdrukking: je vind het misschien lelijk of stom, maar het bestaat nog steeds. Ook als een woord niet in een woordenboek staat, kan het bestaan. Het is alleen misschien nog niet wijd genoeg verspreid, of komt nog niet vaak genoeg voor. Maar opnieuw: iets wat zeldzaam of ongebruikelijk is bestaat wel degelijk.Paulien: Kijk, ik heb een nieuw dier ontdekt! Hier houd ik het in mijn hand, zie je?
Tamara: Hmm, dat dier staat nergens beschreven. Het bestaat dus niet.
Echt niet nieuw?
Maar hoe zit het met het woord jinxen? Komt dat woord echt voor? Die vraag kun je op verschillende manieren beantwoorden. Mijn intuïtie zegt dat dit woord al vrij lang voorkomt. Ik hoorde het bovendien vorig weekend nog (iemand vroeg of ze het landskampioenschap van Ajax had gejinxt). Maar dat zegt niet heel veel: dit is anekdotisch bewijs. En, zoals ik altijd zeg: alleen omdat jouw laarzen nat zijn, betekent niet dat het land overstroomt. Anekdotisch bewijs kan een indicatie zijn, maar het is geen sluitend bewijs voor een bredere trend.
Hoe kom je er wél achter of iets vaker voorkomt? In bronnen! Voor historisch onderzoek van het Nederlands zijn helaas veel te weinig bronnen beschikbaar. Ja, je hebt Nederlab, maar zoals ik al eerder schreef: resultaten daarin zijn onbetrouwbaar. Net als Delpher overigens: voor leuke dingetjes erg leuk (zie de schitterende liefdescollectie van Mark Traa), voor kwantitatief onderzoek vrij waardeloos.
Gelukkig is dit voor jinxen (waarover hier, met dank aan de vrinden van Onze Taal, meer te lezen valt), waarschijnlijk vrij recent verschenen. Dat betekent dat we online bronnen kunnen gebruiken. Op Twitter, dat sinds 2006 bestaat, vond ik de eerste hit in 2009:
Vaak kwam het nog niet voor, maar in 2010 werd het met 88 hits al een stuk frequenter. In andere bronnen kwam het niet zo vaak voor echter: het Corpus Hedendaags Nederlands gaf bijvoorbeeld 0 hits, en ook het forse COW (7 miljard online woorden) levert maar 26 hits op.Ja wilde het nog niet jinxen maar ik slaap al een week erg goed! Ssst!— Marlooz (@marlooz) 19 februari 2009
Van het een naar het ander
Dat is, eerlijk gezegd, verrassend weinig. Je kunt je dus afvragen of Van Dale niet wat vroeg was. Misschien kwam dat jinxen helemaal niet zo vaak voor. We zullen er waarschijnlijk nooit achterkomen op basis waarvan ze hun beslissing hebben gemaakt: ze doen geheimzinnig over hun methoden. Ze willen zelfs hun data niet beschikbaar maken voor wetenschappelijk onderzoek (gek eigenlijk, als wetenschappers wél alles openbaar moeten gaan maken). Misschien kwam het woord al wel voor maar niet zo breed als ze dachten.
Dat zou een goede verklaring zijn waarom het woord opeens opvalt. Het zou kunnen dat er sprake is van een overstap van register. Een goede vergelijking is het gebruik van 'pleur op' door Rutte bij Zomergasten (weten jullie nog?). Ook dat was voor die situatie een ongepast woord (hoewel het niet nieuw was). Misschien kwam jinxen in sommige kringen al veel voor, maar was het niet algemeen bekend. Misschien was Duncan één van de eersten die het in een andere situatie gebruikte. Er keken waarschijnlijk bovendien ontzettend veel mensen naar hem: dan heeft zoiets meer kans om op te vallen.
Dat zou een goede verklaring zijn waarom het woord opeens opvalt. Het zou kunnen dat er sprake is van een overstap van register. Een goede vergelijking is het gebruik van 'pleur op' door Rutte bij Zomergasten (weten jullie nog?). Ook dat was voor die situatie een ongepast woord (hoewel het niet nieuw was). Misschien kwam jinxen in sommige kringen al veel voor, maar was het niet algemeen bekend. Misschien was Duncan één van de eersten die het in een andere situatie gebruikte. Er keken waarschijnlijk bovendien ontzettend veel mensen naar hem: dan heeft zoiets meer kans om op te vallen.
Zwangere vrouwen
Het lijkt zo voor de hand liggend: als je iets opvalt, moet het wel nieuw zijn. Anders was het je tenslotte wel eerder opgevallen! Toch is dat niet per se waar. Er zijn heel veel dingen die opeens kunnen opvallen vanwege een andere situatie of omgeving. Sterker nog: het is misschien wel een cognitieve valkuil om te denken dat wat opvalt nieuw is. Er is zelfs een naam voor: de recency illusion (credits Arnold Zwicky).
De recency illusion hangt samen met een groot aantal andere interessante illusies. De zwangere vrouwen illusie bijvoorbeeld: als je er een ziet, zie je er meer, en denk dat je dat het er meer zijn dan vroeger. Hoeft helemaal niet: heeft alleen maar te maken met waar je op let. Je brein fopt je. De kans is groot dat dat bij jinxen ook het geval is.
De recency illusion hangt samen met een groot aantal andere interessante illusies. De zwangere vrouwen illusie bijvoorbeeld: als je er een ziet, zie je er meer, en denk dat je dat het er meer zijn dan vroeger. Hoeft helemaal niet: heeft alleen maar te maken met waar je op let. Je brein fopt je. De kans is groot dat dat bij jinxen ook het geval is.
Er was in 2001 al mainstreamgebruik van een "Jinx": https://www.youtube.com/watch?v=-0sbQa967AI
BeantwoordenVerwijderenDank! Nu is de vraag natuurlijk, of jinx als zelfstandig naamwoord en jinxen als werkwoord los van elkaar geleend werden. Als zelfstandig naamwoord lijkt het al veel eerder voor te komen, dus wie weet.
Verwijderen