Dialecten: wie kent ze niet? Dat geldt niet voor etnolecten: van taalvarieteiten van bepaalde etnische/culturele groepen (zoals het Indisch Nederlands en het Marokkaans Nederlands) weten we minder, en als het erover gaat is dat meestal in negatieve zin. Frans Hinskens, werkzaam aan het Bureau Meertens Instituut, leidde een onderzoek naar etnolecten, en schreef er dit boekje over. Alle werknemers van het Meertens Instituut kregen het cadeau op 1 januari, en het is bovendien voor jou en allevrouw verkrijgbaar (hierzo). 'Milfje, moet ik dat kopen?' Nou, misschien wel, lees maar ff.
Etnolecten worden typisch gesproken door groepen met een of andere buitenlandse afkomst, én, na een tijdje, ook door mensen zónder die afkomst. Denk maar aan het Marokkaans Nederlands. Dat werd aanvankelijk gesproken door verschillende generaties Marokkaanse Nederlanders, maar je hoort de kenmerken inmiddels ook bij Nederlandse jongeren zonder Marokkaanse voorouders (Micha Wertheim doet het voor, jeweedzelf, en lees hier en hier meer op het onvolprezen Kennislink).
Op dezelfde manier had je vroegah het Joods Nederlands, gesproken in het Amsterdamse Jodenkwartier, door Joodse en niet-Joodse Amsterdammers aldaar. Hinskens laat zien hoe sommige van oorsprong Hebreeuwse of Jiddische taaleigenschappen (bijvoorbeeld de sj-klank, en het uitspreken van een z als een s), kenmerkend voor het Joods Nederlands, inmiddels doorgaan voor 'typisch Amsterdams': de son in de see sien sakken. Supercool natuurlijk: het etnolect wordt (ervaren als) een stadsdialect, en versterkt op die manier de dialectvariatie die tegenwoordig onder druk staat van de standaardtaal.
Dit is maar één van de boeiende dingen die je over etnolecten kunt vertellen. In Hinskens' boekje komen er nog veel meer aan bod. En dat is fijn, want etnolecten zijn nogal onderbelicht. In de taalkunde is er wel enige aandacht voor, maar de kennis bij Het Publiek beperkt zich helaas vaak tot negatieve oordelen. Begin maar eens over een Surinaams accent: het gesprek zal al snel naar straattaal gaan, en naar verloedering en afglijdende jongeren. Goed, dus, dat Hinskens en co hier onderzoek naar hebben gedaan, en daar een boekje over publiceren. Zo tonen ze aan dat het onwaar is dat sprekers van etnolecten het Nederlands niet beheersen: die kunnen dat prima, maar ze kiezen ervoor om in bepaalde situaties hun etnolect te gebruiken.
Om deze reden is het jammer dat dit boekje voor Meertens-medewerkers bestemd is. Het is ze daar natuurlijk zeer gegund, maar dit thema leent zich nou juist zo geweldig voor een populariserend boekje. Dat is dit niet echt, het is eigenlijk een soort onderzoeksverslag, zoals blijkt uit de vorm: het eerste hoofdstuk introduceert de terminologie, dan volgt een overzicht van bestaande literatuur, vervolgens lees je over de gestelde onderzoeksvragen, en dan krijg je resultaten en conclusies. Dit alles in een nogal droge, zakelijke stijl. Het zou tof (Joods Nederlands!) zijn als er ook nog een meer boekwinkel-fähig boek van zou komen.
Oké, dit even daargelaten, want Wijdvertakte Wortels is wel degelijk een keiharde aanrader voor de ietwat gevorderde taalboekenlezer. Bijvoorbeeld vanwege de vele herkenbare voorbeelden van hedendaagse etnolecten, en de inzichtgevende voorbeelden uit verdwenen etnolecten. Vanwege het mooi volledige overzicht van bestaande literatuur over etnolecten, plus de vragen en problemen die het onderwerp stelt. Omdat het leest als een geschiedenis van migratie naar Nederland, en daarmee hyperrelevant is voor de kwestie van de nu arriverende vluchtelingen (aan wie het boekje opgedragen is). En omdat zulk relevant onderzoek nu eenmaal een mooi podium verdient.
Frans Hinskens, Wijdvertakte Wortels. Over etnolectisch Nederlands. Amsterdam University Press, 112 pagina's, €17,95, e-book €11,99. Hier te bestellen.
Daaruit blijkt maar weer eens hoe sterk taal identiteit is. Dat maakt 't zo belangrijk voor iedereen en interessant in veel aspecten.
BeantwoordenVerwijderenInderdaad!
VerwijderenIs het dan een achterhaald idee dat 'z als s' een Friese substraat- dan wel adstraat-invloed zou zijn? Hoe zit het dan met hetzelfde verschijnsel elders in Noord-Holland en ruimer in Nederland?
BeantwoordenVerwijderenIk heb hier helaas te weinig verstand van om je vragen goed te beantwoorden. Maar mijn eerste gedachte is dat het een het ander niet uitsluit: invloed van Joods Nederlands en van het Fries kan best samengaan. Verder was in het Joods Nederlands (en in het Amsterdams, als ik het wel heb) de s meer sj-achtig, dat zou volgens mij niet uit het Fries afkomstig kunnen zijn.
VerwijderenOver z>s (en v>f) in de rest van Nederland is onwijs veel gezegd en geschreven, lees bijvoorbeeld dit: http://nl.aup.nl/wosmedia/671/jrg_2006_vol_58_-_verscherping_van_fricatieven_in_de.pdf. Marc van Oostendorp kan je hier veel meer over vertellen.