Op 17 februari vonden we een mail in onze inbox, getiteld "Een frustratie". We bereidden ons al voor op weer een klacht over ons niet-conform-het-Groene-Boekje-spelgedrag, maar er was iets veel ergers aan de hand. "Ik stuur u als fan van Milfje Meulskens (top! red.) deze mail omdat ik een frustratie heb in verband met het feit dat een Vlaamse auteur in Nederland nauwelijks of geen aandacht krijgt." Aldus de hartekreet van neerlandicus José Vandekerckhove. Het onderwerp van zijn frustratie: het gebrek aan Nederlandse aandacht voor zijn in september vorig jaar verschenen boek Rechts is waar de duim links staat. Nu, wij zijn vóór Nederlands, boven of onder de landsgrens. Een recensie dus van dit Vlaamse boek.
De ondertitel van het boekje luidt 33 tinten taal, en dat dekt de lading beter dan de boventitel. Vandekerckhove brengt een aantal kleinere en grotere taalverschijnselen onder de aandacht. Die verschijnsels zijn zeer gevarieerd: van de etymologie van bikini tot de functie van eindrijm, van Afrikaans tot het mentale lexicon en van persoonsgebonden woorden (hier, daar, jij, ik) tot bijvoeglijke naamwoorden. Voorbeelden plukt Vandekerckhove uit zeer uiteenlopende bronnen: Chomsky komt (natuurlijk) langs, en Steven Pinker, maar ook Voltaire, Renate Dorrenstein en Hendrik Conscience passeren de revue. Het doel van het boek: Vandekerckhove wil dezelfde verwondering voor taal bij lezers oproepen als hij zelf heeft.
Bij deze lezer lukt dat in ieder geval. De tinten zijn een aangename mix van taalspel, persoonlijke anekdote en taalwetenschap. Overigens is dat laatste vaak buiten de tekst gehouden, en apart geplaatst in een kadertje, Tint plus genaamd. Hierin wordt in soms duizelingwekkende vaart iets meer uitgelegd over de taalkundige achtergrond van bijvoorbeeld woorddelen. Naast die kaders bevatten hoofdstukken ook een kort overzicht van aangehaalde begrippen, af en toe een wat flauwe cartoon (die wel lekker de tekst breekt), en verwijstips (in de trant van 'Vond je dit leuk, lees dan ook deze'). Dat laatste is online zeer gangbaar (Bol.com doet het ook), maar in boekjes zag ik het nog niet (alleen in Gaston Dorren's Taaltoerisme, daar werd voorin een aantal routesuggesties gedaan). Dit verwijzen is een vondst uit duizenden: je gaat zo kris kras maar toch natuurlijk door de tekst heen. Het maakt het bijna vergeeflijk dat het boek geen onderwerpsindex heeft (slechts een begrippenlijst).
Maar waarom staan de stukjes die met elkaar te maken hebben dan niet gewoon bij elkaar in de buurt? Dat is een vraag die onbeantwoord blijft. Ook op een aantal andere vlakken roept het boekje negatieve verwondering op. Waarom bijvoorbeeld dat tinten in de ondertitel, is dat slechts een voorbeeld van de produktieve constructie op basis van het populaire doch ongerelateerde Fifty Shades of Grey? Als dat zo is, vul dit boekje dan ook direct met 50 stukjes, nu lijkt het alsof de inspiratie is opgedroogd. En als we toch bezig zijn: wat de kreet 'Taal is een stukje identiteit', die op de achterflap als eerste staat en geregeld terugkomt door het boekje heen, met sommige van de onderwerpen te maken heeft, zal ook een mysterie blijven.
Maar waarom staan de stukjes die met elkaar te maken hebben dan niet gewoon bij elkaar in de buurt? Dat is een vraag die onbeantwoord blijft. Ook op een aantal andere vlakken roept het boekje negatieve verwondering op. Waarom bijvoorbeeld dat tinten in de ondertitel, is dat slechts een voorbeeld van de produktieve constructie op basis van het populaire doch ongerelateerde Fifty Shades of Grey? Als dat zo is, vul dit boekje dan ook direct met 50 stukjes, nu lijkt het alsof de inspiratie is opgedroogd. En als we toch bezig zijn: wat de kreet 'Taal is een stukje identiteit', die op de achterflap als eerste staat en geregeld terugkomt door het boekje heen, met sommige van de onderwerpen te maken heeft, zal ook een mysterie blijven.
Goed, helemaal perfect is het niet. Maar of dit de reden is dat het boekje in Nederland weinig aandacht krijgt, dat lijkt me stug. Misschien ligt het aan iets anders. In een recensie van Rechts is waar de duim links staat in De Standaard wordt gesteld dat Nederlanders soms moeite hebben met het Vlaamse taalgebruik. Dat is niet mijn ervaring. Er zijn af en toe woorden of uitdrukkingen die mij onbekend zijn, maar onbegrip leveren ze niet op, eerder blijdschap. "De toegankelijkheid primeert", "tornooi", "de woorden in vetjes" (dat is veel mooier dan dikgedrukt), "was van geen kleintje vervaard": ik vind het schitterend. Ook in zijn eigen taalgebruik slaagt de schrijver dus in zijn missie om verwondering op te roepen bij deze lezer. Verwondering over de schitterende variatie die zelfs binnen het Nederlands bestaat.
Kortom, aan de taal zal het niet liggen, en ook de inhoud mag er wezen. Dus José, misschien dat het euvel bij je uitgever, marketeer, of bij de Neerlandse boekhandels ligt: aan het boekje ligt het niet. Hopelijk geeft dit in ieder geval een positief signaal af. De inhoud van het boekje verjaart niet, dus dit boekje blijft geschikt voor lezers van boven en onder de grens.
Rechts is waar de duim links staat. José Vandekerckhove. Uitgeverij Pelckmans. €12,50, 83 pagina's, ISBN 9028983732.
Beste Milfje
BeantwoordenVerwijderenEen beetje toelichting bij mijn keuze voor 33 tinten en niet voor 50.
Ik heb er bij de uitgever op aangedrongen om het boek niet meer dan 12,50 euro te laten kosten. Een keuze voor 50 tinten had het volume met zowat 34% doen toenemen, en ook de prijs.
Waarom dan precies 33 tinten?
De reden is even banaal als leuk. Ik ben ondertussen al 33 jaar lang voorzitter van de Koninklijke Oostendse Schaakkring en na een avondje schaken gaan we wel eens stappen. Dan drinken we met mate(n) pilsjes, niet 25 cl, maar wel 33cl (wat hier in Oostende 'aan het zeetje' de 'echten' doen. 25 cl is voor de 'ongeoefenden en ongeschoolden' of zoals we in ons dialect zeggen 'de kakkiebroekies').
In de 'afspanningen' die we plegen te frequenteren, zijn ze ons gewoon, in die zin zelfs dat we onze bestellingen in getallen verwoorden: Als we bv. '132' bestellen, dan weten de respectieve waarden en waardinnen dat we 4 drieëndertigers besteld hebben. Je ziet: ik ga niet alleen over de drempels met taal, maar evenzeer met rekenen.
Als je in Vlaanderen komt, bestel dan geen 25, maar een 33. Die smaakt beter. Een halve liter kan ook, maar dat is dan weer veel en kan bij herhaling tot een soort van joyeus taalgebruik leiden, wat dan echter de verwondering weer een boost geeft.
Beschouw dus '33' als een spielerei slash binnenpretje.
Van harte
José Vandekerckhove