Heel
Milfje is dol op voetbal. En op underdogs. En op bijzondere talen. Kortom:
Milfje hartje IJsland! Vandaar, een paar flinke bollen IJS naar jullie toe, inclusief een
wat&hoe voor wie vanavond wil supporteren. #Hupijsland #HOO!
Het IJslands wordt gesproken op
IJsland, een eiland. Dat is leuk omdat het bijna helemaal rijmt, maar ook omdat
het een geweldig voorbeeld is van hoe geografische omstandigheden bepalend kunnen zijn voor hoe een taal eruitziet. Uit veel onderzoek blijkt namelijk dat talen sneller veranderen naarmate er meer taalcontact is, of eigenlijk naarmate er meer mensen zijn die de
taal als tweede taal leren. IJsland is vrij moeilijk bereikbaar, en ook al geen
grote handelsnatie, waardoor maar weinig mensen in de afgelopen eeuwen de
moeite namen erheen te gaan, laat staan om de taal te leren.
Het geïsoleerde IJslands heeft daardoor allemaal complexe zaken behouden, die in verwante talen verdwenen zijn. Zo heeft het
nog altijd vier naamvallen en drie woordgeslachten. Net als het Duits dus
eigenlijk, maar in het Duits merk je van die toestanden alleen iets bij lidwoorden (het), bijvoeglijke naamwoorden (schitterende), en zelfstandige naamwoorden (doelpunt). In het IJslands moet je er ook rekening mee houden
wanneer je een eigennaam (Ragnar), een telwoord (twee - één), een aanwijzend
voornaamwoord (die), of een bezittelijk voornaamwoord (mijn) gebruikt.
Kortom: de IJslanders zijn nu al Europees kampioen naamwoordverbuigen (oké, o.a.
de Finnen kunnen er ook wat van, maar die hebben zich niet gekwalificeerd, je weet hoe dat gaat).
Behalve naamvallen hebben
IJslanders ook knotsgekke klanken in hun taal. Ze hebben namelijk een stemloze l,
m, n en r. Voor wie zich daar niks bij voor kan stellen: ga even hierheen en klik op het blauwe
pijltje. Je hoort dan een soort hn
aan het begin, en (duidelijker) een trillende rr aan het eind. De tong en mond staan bij die klanken hetzelfde
als bij ons wanneer we een n of een (Vlaamse) r zeggen, maar wij zetten dan
onze stembanden aan, en de IJslanders doen dat niet. Hier hoor je hetzelfde maar dan met
een l. Supervet!
O ja, als je je afvraagt hoe je de twee onbekende IJslandse letters ð en þ uitspreekt: respectievelijk als de 'th' in het Engelse 'that', en de 'th' in het Engelse 'think'. Oefenen kan met de twee topspitsen: Jón Böðvarsson en Kolbeinn Sigþorsson. Dat brengt me weer op een leuk feitje over IJslandse achternamen: die zijn gebaseerd op de naam van je vader, en kunnen dus totaal anders zijn dan de naam van je opa/oma/overige voorouders. Je neemt gewoon de naam van je vader, plakt er -son of -dóttir achter, en klaar is Keesson.
Goed, tot zover de hogere
taalkunde. Voor zondagavond op de bank willen jullie natuurlijk gewoon een paar
goede IJslandse voetbalwoorden, om mee te schreeuwen op z'n vikings. Hierbij!
Wat&Hoe: foebel in het IJslands (met alle dank aan Heimir Viðarsson).
Hup IJsland! = Áfram Ísland!! (Spreek á uit als de au van pauw)
Goal! = Mark!
winnaar = sigurvegari
We are the champions = Við erum sigurvegarar
nummer 1 = númer eitt
Frankrijk = Frakkland
Ik hou van IJsland = Ég elska Ísland
Penaltyyy!?!? = vítaspyrna of viti (víta- and víti betekenen 'straf', maar ook 'hel' (víti, helvíti))
Overtreding! = (gróft) brot!
hands = hendi
voetbal = fótbolti of knattspyrna (zie ook 'KSÍ' wat naast de vlag staat, dat staat voor Knattspyrnusamband Íslands)
1-0 = eitt-núll
2-0 = tvö-núll
3-0 = þrjú-núll
4-0 = fjögur-núll
Zondagavond dus, meisjes en jongens; allemaal doen zoals deze commentator:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten