Taal:
wie is er niet mee bezig? Blogs, twitters, tijdschriften, polemieken,
ingezonden brieven, boeken. Er zijn heul veul mensen met evenveul
meningen. Toch zijn er ook mensen die zich meer met taal bezig houden
dan anderen. Daarom vraagt Milfje Meulskens hun mening over taal. Vandaag interviewen we Jenny Audring, taalonderzoekster aan de Universiteit van Amsterdam, die veel weet over complexiteit van talen en over grammaticaal geslacht. Verder is Jenny (afhankelijk van
waar, wanneer en voor wie) ook Berlijnse, import-Hagenaar,
fotografe, koorzangeres en
Bromptoneer (dat is iemand die op een Brompton rijdt en daar trots op is (die
dingen fietsen echt lekker!)).
1. Wat betekent taal
voor jou?
Het is mijn grote
liefde. Gesproken, geschreven, geanalyseerd of gewoon mooi. Ik hou van
gesprekken, gedichten en grammatica. Ik ben dolblij als ik een nieuw woord tegenkom
(mijn laatste aanwinst is "deksletje", geleerd tijdens een zeilweekend).
Op fietsvakanties, waar leesvoer omwille van het gewicht thuisblijft, ga ik onderweg
straatnaambordjes en opschriften lezen -- ik kan echt niet zonder.
2. Wat vind je van
spellingsregels?
Ik vind het
vooral wonderlijk dat zelfs de meest vrijgevochten mensen erg conservatief
kunnen zijn als het om spelling gaat. En het fascineert me hoe bang men is dat
het loslaten van de regels totale chaos betekent. Ik heb ooit een boekje gelezen waarin werd uitgewerkt wat de consequenties zouden zijn van het
vrijgeven van de spelling. Er werd geargumenteerd dat het schrift zich net zo
goed zelf zou regelen als de uitspraak zichzelf regelt -- misschien nog wel
beter, omdat er door de lettertekens al een deel van werk, het indelen van de
zin in woorden en letters, is gedaan. Gesproken taal verstaan is op dit punt eigenlijk
moeilijker omdat je de indeling in klanken en woorden zelf moet maken.
3. Erger je je aan het taalgebruik van mensen?
Eigenlijk niet.
Maar Nederlands is niet mijn moedertaal, dus ik vind zo ongeveer alles
interessant en niets fout. Bovendien wil ik als taalkundige niet oordelen over
mijn onderzoeksobject. De term "onkruid" is voor een bioloog ook niet
zinvol.
4. Waarom denk je
dat mensen zich ergeren aan taalgebruik?
Sommige varianten
hebben meer prestige in de maatschappij... Mensen die hier waarde aan hechten,
beschouwen prestigieuze varianten als standaard en kijken neer op afwijkingen.
Mijn indruk is dat hoe harder mensen hebben moeten werken om hun taalgebruik
aan te passen aan deze standaard, hoe minder verdraagzaam zij zich tonen
tegenover anderen die dit niet is gelukt -- of die het niet hebben geprobeerd.
5. Denk jij dat het
lidwoord ‘het’ (of beter gezegd het de/het-onderscheid) uit het Nederlands zal
verdwijnen?
Misschien, maar
niet zo gauw als veel mensen lijken te denken. Toevallig heb ik hier ooit een blogje over geschreven!
6. Wat is je
lievelingswoord?
"talisman"
7. Heb je een
taalwens, en zoja, wat is het?
Greville G. Corbett |
Ik zou vreselijk
graag een speciale sneak preview in het brein willen om erachter te komen hoe
taal nou echt wordt opgeslagen en verwerkt.
8. Wier of wiens taalgebruik
vind jij inspirerend?
De toptaalkundige
Grev Corbett uit Engeland. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo helder en zo
grappig kan vertellen: briljant, Brits onderkoeld en nooit een woord teveel.
9. Welke taal zou je
nog wel eens willen leren en waarom?
Afrikaans! Omdat
het bijna Nederlands is maar ook weer mogelijkheden biedt die je in het
Nederlands niet vindt. Laatst las ik in een kinderboek over een beestje dat een
boom "omhooggehardloop" is. Feest!
10. Ken je nog een leuke woordgrap, taalgrap of taalspelletje?
Met een vriend heb ik een tijdje fanatiek drieluikwoorden
bedacht. Overspelregels. Onderwijsneus.
Keukenrolmops. Fotolijsttrekker. Als je eenmaal begint kun je niet meer
ophouden.
Ik realiseer me nu dus dat ik een bagagevakkenvuller ben.
BeantwoordenVerwijderen